Motoragent Sofie Lenaerts: ‘Als ik niet op tijd en stond een berg kan beklimmen, word ik zot’

Sofie Lenaerts: 'In de bergen voel ik me op mijn best, daar ben ik eindelijk verlost van alle shit die hier soms rond mijn kop hangt.' © FOTO CARMEN DE VOS

Om den brode is ze een ‘zwaantje’, door haar hobby kreeg ze de bijnaam ‘bergmuisje’. Sofie Lenaerts, de eerste Belgische vrouw die de Seven Summits beklom, droomt van een eenvoudig leven op een bergflank.

Elke week vraagt Knack aan ondernemende mensen hoe ze lijf en psyche in balans houden.

‘Dit was op de top van de Gasherbrum II in Pakistan, in 2013. Tijdens die expeditie hebben mijn partner en ik elkaar leren kennen.’

In de sportpraktijk van haar man wijst Sofie Lenaerts naar een kamerbrede foto aan de muur: in een knalgeel pak en met een brede glimlach steekt haar man de armen in de lucht, zonnebril op de neus, klimgordels en musketonhaken rond zijn middel. Achter hem, zover het oog reikt, een tapijt van besneeuwde bergtoppen.

‘Toen hij voor de top ging, zat ik te wachten in kamp 1 op 6100 meter’, zegt Lenaerts. ‘Ik was nog niet voldoende gerecupereerd van de voorgaande klim en wilde nog even wachten. Maar na zijn beklimming ging het weervenster dicht en begon het te sneeuwen. Ik heb er nog vijf dagen vastgezeten. Dat was het moment waarop ik besefte dat bergen van 8000 meter iets helemaal anders waren dan alles wat ik tot dan had beklommen, en dat ik nog veel te leren had.’

Sofie Lenaerts is motoragente bij de federale politie en presenteert al ruim een jaar het verkeersveiligheidsprogramma Kijk uit op Eén Maar niet voor niets is haar bijnaam – volgens Wikipedia – ‘Bergmuisje’: toen ze begin dit jaar de top van de Mount Vinson bereikte, de hoogste berg op Antarctica, was Lenaerts de allereerste vrouw in de Benelux die de Seven Summits had bedwongen, de hoogste berg op elk van de zeven continenten.

Geen mensen, geen dieren, geen planten, alleen maar rotsen en sneeuw. Die hardheid en eenvoud heb ik graag.

‘Langer dan een halfuur ben ik nooit op zo’n top gebleven’, zegt ze. ‘Het echte genieten komt pas wanneer je weer veilig beneden bent. Boven ben je eerst en vooral bezig met je veiligheid. Je maakt de balans op: hoe voel ik me, hoelang heb ik erover gedaan, wat zijn de weersomstandigheden? Je moet goed beseffen dat je eigenlijk nog maar halfweg bent. De meeste dodelijke ongevallen gebeuren niet toevallig tijdens de afdaling, door vermoeidheid of verslapping van de concentratie.’

In zijn bekende boek Hoogtekoorts schrijft Robert Macfarlane dat zij die naar bergtoppen reizen half verliefd zijn op zichzelf en half op de vergetelheid.

Sofie Lenaerts: (denkt na) Met het eerste deel van zijn uitspraak ga ik akkoord. Ik wil te weten komen of ík, ik persoonlijk, in staat ben tot zulke zware inspanningen. En hoe meer je afziet, hoe intenser het geluk en de trots achteraf. Maar ik denk niet dat ik in de bergen de vernietiging opzoek, ik wil graag nog een tijdje blijven leven. In het hooggebergte wordt alles wel op scherp gesteld, dat klopt. Eén foutje kan fataal zijn. Als je een tijdje meedraait in de wereld van het bergbeklimmen ken je vroeg of laat mensen die verdwenen zijn, die niet beneden zijn geraakt. Ik ook, ja. Maar ik kan dat plaatsen, ik weet dat zulke hoge bergen serieuze risico’s inhouden en dat je niet alle risico’s kunt uitsluiten. Veel mensen zijn ook te weinig voorbereid: zeventig procent van de mensen die de Mount Everest beklimmen, kent volgens mij geen knijt van bergbeklimmen. Ze zoeken een extreme uitdaging, doen mee met de hype, en zijn zich niet echt bewust van de gevaren.

Hebt u zelf al uw vingers en tenen nog?

Lenaerts: Voorlopig wel. Ik ben heel voorzichtig, soms wordt er zelfs mee gelachen. Ik neem bijvoorbeeld altijd een reservebril of een tweede paar handschoenen mee: extra gewicht, maar ook extra veiligheid. En van competitiedrang heb ik gelukkig geen last. De enige competitie die ik ken, is die met mezelf.

Je hebt natuurlijk niet alles in de hand. Tijdens de expeditie in Pakistan pleegden de taliban net voor wij er aankwamen een aanslag in het basiskamp. Elf klimmers zijn toen doodgeschoten. En zowel in Nepal als bij de beklimming van de Aconcagua in Argentinië maakte ik een zware aardbeving mee. Dan moet je geluk hebben en op het juiste moment op de juiste plaats zijn.

Wat trekt u zo aan in de bergen?

Lenaerts: Op zo’n grote hoogte is de wereld heel onherbergzaam. Er is niets. Geen mensen, geen dieren, geen planten, alleen maar rotsen en sneeuw. Die grilligheid, hardheid en eenvoud heb ik graag. Ons leven hier is door alle vooruitgang vrij gemakkelijk geworden, zeker op lichamelijk vlak, maar we maken het onszelf zo graag zo moeilijk. In de bergen moet je alleen maar denken aan de basiszaken: eten, drinken, ademen. Daar voel ik me op mijn best, daar ben ik eindelijk verlost van alle shit die hier soms rond mijn kop hangt.

Wordt het u hier snel te veel?

Lenaerts: Als ik niet op tijd en stond een berg kan gaan beklimmen, word ik zot. Onrustig. Opgejaagd. Ongelukkig. Ik zou graag in de bergen wonen, alleen heb ik op dit moment nul financiële reserve. Ik huur een huis en ik rij met een oude auto.De voorbije jaren is al mijn geld naar mijn avonturen gegaan. Ik wil eerst nog van alles beleven, en om dat te kunnen betalen moet ik blijven werken. We dromen er wel van om ons op een vaste plek in de bergen te settelen, want daar voelen we ons pas echt thuis. De rust en de sereniteit van de bergen heb ik hier nog niet gevonden.

Motoragent Sofie Lenaerts: 'Als ik niet op tijd en stond een berg kan beklimmen, word ik zot'
© Carmen De Vos

In het hooggebergte vond u ook de liefde.

Lenaerts: Wat me zo beviel bij Stef (haar partner, nvdr) was dat hij altijd positief bleef. Er was die aanslag van de taliban, er werden mensen ziek, er was een totaal gebrek aan comfort, maar hij bleef positief, hij bleef zoeken naar oplossingen om de expeditie te doen slagen. Op het einde van de reis deelden we een hotelkamer, maar we waren allebei zo ziek als een hond. Om beurten trokken we een spurtje naar het toilet, maar we konden wel nog altijd lachen om onze miserie. Als je dat kunt, heb je al meteen een stevige gemeenschappelijke basis.

Als je mensen in zulke omstandigheden leert kennen, merk je snel hoe iemand in elkaar zit. Je moet de hele tijd omgaan met twijfels, tegenslag, onvoorziene omstandigheden, dan komt je ziel direct bloot te liggen. Je kunt geen komedie meer spelen, ook niet tegenover jezelf: je wordt geconfronteerd met je sterktes én je zwaktes.

Waarin hebt u tijdens zo’n beklimming het meest vertrouwen, uw lichaam of uw geest?

Lenaerts: In mijn lijf. Dat volgt altijd. Mentaal heb ik het soms lastiger, in mijn hoofd steken gemakkelijk twijfels de kop op. Ik ben niet de sterkste en ook niet de snelste, maar als mijn geest mee wil, kan ik fysiek blijven gaan.

Volgens uw man bent u streng voor uzelf. ‘Sofie heeft moeten leren falen’, zei hij.

Lenaerts: Toen we elkaar pas leerden kennen, trainde ik nog niet goed genoeg en was ik mentaal ook nog niet zo sterk. Ik maakte fouten en voelde me daardoor nog slechter, en zo ben ik een paar keer niet op de top geraakt, zoals tijdens de beklimming van de Gasherbrum. Gelukkig heb ik vrij snel beseft dat ik uit mijn fouten kon leren, dat ik kon groeien door te falen, ook in mijn dagelijks leven en in mijn werk. Als hier nu iets tegenzit, kan ik veel sneller relativeren. Meestal stelt het toch niets voor in vergelijking met de uitdagingen in het hooggebergte. Maar van nature ben ik dus wel een controlefreak, ik heb moeten leren om de controle soms uit handen te geven.

Beschrijft u eens met elk van uw zintuigen hoe het is om op zo’n top te staan.

Lenaerts: Meestal heb je een prachtig vergezicht, zoals op de foto hier aan de muur. Dan zie je om je heen alleen maar natuur en is er geen spoor van menselijke beschaving. Maar soms zit je helemaal in de wolken en zie je niks, zoals op Antarctica het geval was. Dan vloek je weleens natuurlijk.

Je geur is na zo’n beklimming in de vrieskou en de sneeuw volledig weg. Als je opnieuw beneden bent, ruiken de bloemen en het gras ineens veel intenser. Proeven lukt wel nog en het ‘berg-eten’ is de laatste jaren gelukkig veel beter geworden, al smaakt het op den duur wel allemaal hetzelfde.

Is het stil op het dak van de wereld?

Lenaerts: Meestal hoor je de wind om je hoofd, maar als je geluk hebt, is het volledig windstil en hoor je alleen je hartslag en je ademhaling, of het knisperen van de sneeuw onder je voeten. En voelen? Tja, je voelt je fantastisch omdat het is gelukt, maar tegelijk ben je ook vermoeid. Door de koude en droge lucht krijg je bovendien snel last van infecties op je luchtwegen of van diarree. Op de Mount Vinson zakte de temperatuur tot min 35 graden: dan ga je liever niet naar het toilet, want je voelt direct de pijn. (lacht) Maar pijn is tijdelijk, zeggen ze, en glorie is voor altijd.

U vliegt de wereld rond. Bent u bezorgd over uw ecologische voetafdruk?

Lenaerts: Ja, natuurlijk. We proberen onze uitstoot te beperken. In de bergen gaan ze al veel bewuster om met afval dan vroeger. Maar stoppen met vliegen om de natuur te beschermen, dat krijg ik niet over mijn hart. Daarvoor ben ik te nieuwsgierig, te leergierig, ik wil de hele wereld leren kennen. Niet op een tv-scherm of in een boek, maar met mijn eigen ogen. Ik heb zo veel natuurdocumentaires gezien als kind, de natuur heeft me altijd gefascineerd, dat zit gewoon in mij. Ik ben er ook van overtuigd dat we maar één leven hebben en dat er niets is na de dood, dus wil ik dat leven graag ten volle beleefd hebben.

Er is niets na de dood: we hebben maar één leven, en ik wil dat ten volle beleefd hebben

U hebt twee pluskinderen. Houdt u uw hart niet vast voor de toekomst die hen te wachten staat?

Lenaerts: Tuurlijk. Het wordt heel moeilijk om de balans tussen mens en natuur terug te vinden, vrees ik, en we zijn dan ook nog eens met meer mensen dan ooit tevoren. Dat is ook een van de redenen waarom ik zelf geen kinderen heb willen grootbrengen. Waarom zou je nog meer mensen op deze planeet willen zetten?

Kijk, er zijn veel plekken waar we beter niet zouden komen, niet alleen de bergen. De mens is nu eenmaal het meest destructieve schepsel op de planeet. Gelukkig beginnen we dat steeds meer in te zien en zijn we met een inhaalbeweging begonnen. Het zal lang duren om het tij te keren, denk ik, maar waar een wil is, is een weg.

Op uw achttiende bent u bij de rijkswacht gegaan. Waarom?

Lenaerts: Ik wilde iets goeds doen voor de maatschappij, mee helpen bewaken dat mensen elkaar geen pijn zouden doen. Ik kan er absoluut niet tegen dat er mensen onrecht wordt aangedaan. Binnen de politie kun je ook veel verschillende beroepen uitoefenen, je kunt jezelf voortdurend bijscholen. Die diversiteit van de job trok me aan.

Een programma als Kijk uit presenteren, is dat niet wat saai voor iemand die de hoogste bergen beklimt?

Lenaerts: (lacht) Er zit meer afwisseling in dan je zou denken en bovendien heb ik er altijd van gedroomd om documentaires te maken. Maar in het begin had ik het er inderdaad moeilijk mee. Als je een dief oppakt of een sms’ende chauffeur aan de kant zet, weet je heel concreet dat je nuttig bezig bent. Bij Kijk uit vroeg ik me de hele tijd af of iemand er iets aan had, of er wel iemand keek. Maar na een jaar heb ik mijn draai gevonden. Zeker omdat ik zelf de scenario’s mag schrijven en mee mag nadenken over hoe we met onze filmpjes jongere kijkers kunnen bereiken, via sociale media onder andere. En naast Kijk uit geef ik nog altijd veel opleidingen en ben ik bezig met het controleren van de ladingbeveiliging van vrachtwagens.

Ladingbeveiliging?

Lenaerts: Het klinkt saai, ik weet het, maar er zijn wel degelijk raakvlakken met het bergbeklimmen: je moet je kop er goed bij houden en het is telkens een puzzel die je zelf moet leggen. Voorbereiding, timing, kledij, mentale en fysieke focus: als er in de bergen één puzzelstuk ontbreekt, mislukt het. Bij ladingbeveiliging is het net hetzelfde: je moet rekening houden met de wrijving, de verschillende krachten, het materiaal, je kennis, noem maar op. Alles moet top zijn of het loopt slecht af.

Puzzelde u als kind ook al zo graag?

Lenaerts: O ja. Legoblokjes en puzzels, daar kon ik me uren mee bezighouden. Of boomhutten bouwen, of later mijn brommer uit elkaar halen en hem stuk voor stuk weer in elkaar knutselen. We hebben altijd in een bos gewoond, ik was de hele tijd buiten aan het spelen, altijd in mijn eentje. Ik was enig kind en ik leefde redelijk geïsoleerd van de rest van de maatschappij. Ik had toen ook al zo’n sterk rechtvaardigheidsgevoel. Als er op school iemand gepest werd, kwam ik altijd tussenbeide. Dat werd me niet altijd in dank afgenomen, maar daar trok ik me niets van aan.

‘Op het eerste gezicht is Sofie een strenge tante,’ vertelde uw man me, ‘maar zodra je haar kent, weet je dat er achter die façade een zotte doos schuilgaat.’

Lenaerts: (lacht) Ik ben natuurlijk al mijn hele volwassen leven een flik en dat zal me ongetwijfeld getekend hebben. Het serieuze, het focussen op structuur en controle, zal daar wel mee te maken hebben, maar aan de andere kant heb ik ook veel levensvreugde en humor in mij. Zelfs tijdens de meest lastige beklimmingen probeer ik de sfeer erin te houden met een dansje of een filmpje, het moet plezant blijven.

Wat is het volgende doel dat u voor ogen hebt?

Lenaerts: In het najaar willen we in drie dagen de Tramuntana afleggen. Dat is een trailrun van honderddertig kilometer in de bergen op Mallorca. En als het coronavirus geen roet in het eten gooit, zouden we in juli ons opnieuw aan een zevenduizender willen wagen, in Kirgizië deze keer. Een gevaarlijke berg, heel lawinegevoelig, maar hij maakt deel uit van de Snow Leopards, de vijf hoogste bergen van de voormalige Sovjet-Unie. Een nieuwe reeks waar we onze zinnen op gezet hebben. We hebben er al twee beklommen, nog drie te gaan dus.

Sofie Lenaerts

– 44 jaar

– groeide op in Aarschot, woont in Kampenhout

– studeerde techniek- wetenschappen en begon op haar achttiende als motoragent bij de rijkswacht

– is sinds vorig jaar het gezicht van Kijk uit, het verkeersveiligheidsprogramma van de federale politie

– doet aan duiken, parapente, trailrunning, kickboksen, skiën en bergbeklimmen

– beklom als eerste vrouw in de Benelux de ‘Seven Summits’, de hoogste bergtoppen op elk continent

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content