Monika Triest over de dood van Paula D’Hondt: ‘Ze heeft een paar bakens verzet’
‘Haar leven lang is ze zich blijven verdiepen in de problemen van gewone mensen’, zegt Monika Triest over haar vriendin Paula D’Hondt, die vandaag is overleden.
Bijna vijftig jaar lang was feministe en burgerrechtenactiviste Monika Triest een goede vriendin van Paula D’Hondt. Een paar weken geleden bezocht ze de voormalige CD&V-politica nog in haar appartement in Haaltert. ‘Voor het eerst trof ik haar niet in haar vertrouwde stoel bij het raam, maar lag ze in bed. Uit alles bleek dat ze niet zo heel veel tijd meer had’, vertelt Triest. ‘Toch was ze nog altijd helder. De hele tijd dat ik bij haar was, hield ze de krant van die dag in haar haar hand geklemd. Nog elke dag probeerde ze de krant te lezen. En toen dat echt niet meer ging, beperkte ze zich tot de krantenkoppen. Ze moest en zou weten wat er in de wereld gebeurde.’
Hoe hebt u Paula D’Hondt leren kennen?
Monika Triest: Toen ik in de tweede helft van de jaren zeventig vanuit de Verenigde Staten naar België terugkeerde, werd ik hier actief in de vrouwenbeweging. Ik wou Paula graag ontmoeten omdat ze als senator voor de toenmalige CVP een van de belangrijkste vrouwen in de Belgische politiek was. Ze was echt een rolmodel – veel vrouwen liepen er toen nog niet rond in de Wetstraat. Ik maakte een afspraak met haar en het klikte meteen tussen ons. Al snel werden we vrienden en dat zijn we altijd gebleven.
Wat voor iemand was ze?
Triest: Ik zal haar vooral herinneren als een heel warme en sociaal bewogen vrouw. Dat engagement is ontstaan in haar tijd als kajotster (lid van de Vrouwelijke Katholieke Arbeiders Jeugd, nvdr). Helemaal in lijn met de leer van Jozef Cardijn raakte ze daar als jong meisje doordrongen van het belang van de ontvoogding en algemene ontwikkeling van jonge arbeiders. Daarna is ze zich haar hele leven lang blijven verdiepen in de problemen van gewone mensen. Dat is ook de reden waarom ze maatschappelijk werkster is geworden. Ze heeft me vaak verteld hoe belangrijk ze het vond om bij mensen aan huis te komen. Volgens haar was dat de enige manier om hun problemen echt te leren kennen. Dat is ook wat ze, zij het op een andere manier, deed toen ze later in de politiek ging. Zeker als koninklijk commissaris voor het Migrantenbeleid.
Hoezo?
Triest: Voor ze ook maar één uitspraak deed als koninklijk commissaris, wilde ze een halfjaar lang uittrekken om rond te kijken, met mensen te praten, hun problemen te leren kennen en na te gaan wat er aan gedaan kon worden. Pas daarna begon ze rapporten te schrijven en voorstellen te doen. Over het migrantenvraagstuk, zoals we dat toen nog noemden, gaf ze ook veel voordrachten. Op een keer stond er achteraf een man uit het publiek op. ‘Allemaal goed en wel, madam’, zei hij, ‘maar u zou eens bij ons moeten komen wonen.’ Zonder aarzelen antwoordde Paula: ‘Oké, dat is goed.’ Dat typeerde haar echt.
Hoe keek ze zelf op haar politieke loopbaan terug?
Triest: Dat heb ik haar een keer letterlijk gevraagd. ‘Ik heb misschien geen punt gezet in de geschiedenis, maar toch wel een komma’, zei ze. Nochtans heeft ze als koninklijk commissaris voor het Migrantenbeleid een paar bakens verzet. Als eerste in de Wetstraat bestudeerde ze de problemen die er waren én durfde ze die ook te benoemen. Vervolgens probeerde ze haar voorstellen er in de politiek door te krijgen. Op die manier heeft ze de bouwstenen klaargelegd waarmee een migratiebeleid kon worden opgebouwd. Van partijgenoten als Jean-Luc Dehaene en Wilfried Martens heeft ze daar echt wel waardering voor gekregen, maar verder werd ze vaak onderschat.
Door wie dan?
Triest: Onder meer door de media. In de kranten werd ze soms smalend ‘tante Paula’ genoemd. Kun je je voorstellen dat een man zo’n titel zou krijgen? Nonkel Wilfried? Nonkel Jean-Luc? Dat zou geen enkele journalist zich in zijn hoofd hebben gehaald. Velen zagen dat koninklijk commissariaat ook als een troostprijs omdat Paula in de nieuwe regering geen minister meer was geworden. Ik denk dat ook veel van haar collega-politici er zo over dachten, maar daar hebben ze zich echt wel aan mispakt. Paula máákte echt iets van haar nieuwe functie. Ik herinner me een wat kabbelend televisiedebat over haar beleid. Plots sprong Paula op en vroeg ze fel: ‘Wie van jullie heeft mijn rapport eigenlijk gelezen?’ Het bleef stil. Zo was Paula. Ze liet zich niet doen. Zeker niet als ze de gewone man aan het verdedigen was.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier