Mogelijke fraude met arbeidskaarten: brief toont aan dat wantoestanden al in november bekend waren
De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) had al in november van vorig jaar een vermoeden dat er iets niet helemaal koosjer was bij de afgifte van gecombineerde verblijfsvergunningen vanuit Turkije. Dat blijkt uit een brief die de DVZ toen stuurde naar het Vlaams departement Werk. Daarin signaleert Vreemdelingenzaken dat bepaalde firma’s betrokken bij de afgifte van de arbeidsvisa vermoedelijk niet bestaan.
Het gaat om een brief van directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken Freddy Roosemont aan Dirk Vanderpoorten, secretaris-generaal van het Vlaams Departement Werk, van 8 november. Daarin schrijft Roosemont dat het Belgische consulaat-generaal in Istanboel startte met een steekproefgewijs onderzoek van de dossiers, nadat het gealarmeerd was door een getuigenis van een slachtoffer van mensenhandel op de Borealis-werf in Antwerpen en door een sterke stijging van het aantal visumaanvragen ingediend door Turkse onderdanen die houder zijn van een gecombineerde vergoeding.
De DVZ heeft het over een pijlsnelle stijging van de aanvragen. ‘Eind september stond de teller reeds op 1.227 visumaanvragen’, aldus Roosemont, die daar aan toevoegt dat dat aantal tijdens de laatste drie maanden hoger was dan in heel 2021 (619).
Het consulaat-generaal in Istanboel onderzocht daarop ‘uit voorzichtigheid’ steekproefgewijs de dossiers en contacteerde een aantal firma’s. Uit de bevindingen die Roosemont vervolgens oplijst, blijkt dat dat onderzoek onder meer uitwees dat firma’s bevestigen dat zij de personen die een visum aanvragen niet kennen. ‘Andere verklaren dat de naam van hun firma frauduleus werd gebruikt. Nog andere firma’s bestaan gewoonweg niet.’ Nog: ‘In de onderzochte dossiers hebben de meeste firma’s geen enkele zichtbaarheid op het internet of is er geen enkel spoor van terug te vinden op Google Maps of Streetview’.
Lees verder onder het artikel.
‘Pas controle zodra werknemer in België is’
In sommige dossiers had de aanvrager eerder al een dossier ingediend in Duitsland, maar werd dat geweigerd. In bepaalde gevallen informeert de aanvrager ook of men met het visum dat men krijgt in ons land ook kan doorreizen naar Duitsland. Het consulaat stelde ook vast dat meer dan de helft van de werknemers die in juni, juli of augustus een visum kregen, in oktober nog niet waren ingeschreven in het vreemdelingenregister van de plaats waar zij geacht zijn te verblijven. Volgens de DVZ ‘kan dat erop wijzen dat zij naar Duitsland zijn getrokken en daar misschien internationale bescherming hebben aangevraagd nadat ze hun paspoort hebben vernietigd’.
Roosemont stelt daarop in de brief dat het hem bij het lezen van die vaststellingen ‘cruciaal lijkt om de vraag te stellen wat de werkelijke bedoeling is van deze vele aanvragen van gecombineerde vergunningen’. ‘Ik wil me ervan verzekeren dat die procedure door sommigen niet zuiver voor migratiedoeleinden of mensenhandel wordt gebruikt’, vervolgt de directeur-generaal van de DVZ, die er ook op wijst dat bepaalde namen van werkgevers en tussenpersonen regelmatig terugkomen.
Het antwoord van de secretaris-generaal van het Vlaams departement Werk en Sociale Zaken Dirk Vanderpoorten volgt op 9 december. Daarin zegt hij dat de Dienst Economische Migratie bij de afgifte van een eerste toelating tot arbeid uitgaat van de informatie die de werkgever aanreikt. ‘Of de tewerkstelling effectief aan deze vereisten voldoet, kan pas gecontroleerd worden van zodra de werknemer in België is en de tewerkstelling aangevat heeft.’
‘Wij zijn ons ervan bewust dat economische migratie een fraudegevoelige materie is en zetten hierop extra in’, vervolgt Vanderpoorten in de brief. Die wijst er ook op dat er naar aanleiding van de zaak Borealis binnen de Dienst Economische Migratie een aparte controlekamer werd opgericht en vraagt om alle concrete aanwijzingen van fraude over te maken aan de controlekamer. ‘Elke aanwijzing wordt door ons grondig onderzocht, en dit in nauwe samenwerking met de Vlaamse Sociale Inspectie.’
‘Maar twijfels over oneigenlijke bedoelingen zijn ons inziens onvoldoende om toelatingen te weigeren, voor zover ze niet in feite bevestigd worden’, schrijft Vanderpoorten ook. Die voegt daar nog aan toe dat de inspectiedienst eventuele onregelmatigheden graag verder wil onderzoeken en vraagt een overleg om bepaalde aanwijzingen te linken aan concrete dossiers.
De brieven werden woensdag verspreid onder de leden van de commissie Werk van het Vlaams Parlement. Die commissie organiseert donderdag een hoorzitting met de Vlaamse en federale bevoegde diensten over de mogelijke fraude met arbeidsvisa. Onder meer de Dienst Vreemdelingenzaken, de Vlaamse dienst Economische Migratie, de directie consulaire zaken van de FOD Buitenlandse Zaken en de Vlaamse sociale inspectie zijn uitgenodigd.