Moet Marc Dutroux vrijkomen?
Advocaat Bruno Dayez brengt een boek uit, waaruit ons zusterblad Le Vif/L’Express fragmenten publiceert in haar nummer van donderdag 15 februari, om uit te leggen waarom hij Marc Dutroux verdedigt. En waarom hij meent dat het tijd is om de vrijlating te overwegen van zijn cliënt, die op 17 juni 2004 tot levenslang veroordeeld.
Bruno Dayez hoopt het publiek debat aan te wakkeren en het uit te breiden naar het lot van alle gedetineerden in België en de rol van ons gevangenissysteem. Zijn initiatief is uiteraard zeer omstreden.
In zijn boek (Pourquoi libérer Dutroux?, uitgeverij Samsa, 120 pagina’s, komt uit op 15 februari), legt de Brusselse advocaat op rationele en didactische wijze uit waarom hij besliste de meest gehate crimineel van België te vertegenwoordigen: Marc Dutroux. Die laatste wil vandaag een voorwaardelijke invrijheidstelling.
Dayez gebruikt het geval Dutroux om een publiek debat te lanceren over de rol van het gevangenissysteem, de levenslange veroordeling, en de voorwaardelijke invrijheidstelling. Voor dat debat ziet hij af van zijn auteursrechten zodat de prijs van zijn boek toegankelijk wordt voor zoveel mogelijk mensen.
Vorige herfst maakte Dayez zijn intentie bekend om het principe van een vrijlating van Dutroux te verdedigen. Dat leverde hem de nodige scheld- en dreigbrieven op. Met zijn boek wil hij zijn redenering uit de doeken doen. We hebben het boek in primeur mogen lezen, en hebben maandenlang de moeilijkheden van de advocaat gevolgd om een uitgever te vinden en te houden.
In zijn werk ontleedt hij één voor één de argumenten van zijn opponenten door zonder taboe op de gevoelige vragen te antwoorden, zoals de titels van de hoofdstukken aantonen: ‘Het onverdedigbare verdedigen?’, ‘Zich in de plaats stellen van de slachtoffers?’, ‘Ontsnapt Dutroux aan de norm?’, enz.
De auteur rechtvaardigt zijn initiatief door uit te leggen dat er ‘geen algemeen rechtvaardigheidsprincipe is dat standhoudt als er uitzonderingen toegelaten worden’. Voor de advocaat die sinds 1982 ingeschreven is bij de Brusselse balie, laat de zaak-Dutroux juist toe de geldigheid van onze fundamentele rechtvaardigheid te toetsen. Zijn boek wil het denkwerk over die vragen laten evolueren door boven zijn individueel geval uit te stijgen.
Anders gezegd, in termen van de rol van het gevangenissysteem (dient het enkel om te straffen of moet het ook zorgen voor re-integratie in de samenleving?) is wat geldig is voor het ‘monster van Marcinelle’ dat logisch gezien voor alle huidige en toekomstige gedetineerden van België. Het is de dominosteen die de hele rij kan doen tuimelen.
Moet Marc Dutroux vrij komen?
De voorstellen van Bruno Dayez zijn duidelijk geargumenteerd: levenslange opsluiting afschaffen, een effectief gevangenisplafond van 25 jaar instellen, de regels van de strafuitvoeringsrechtbank herzien, van de voorwaardelijke invrijheidstelling een verworven recht maken door de staat verantwoordelijk te maken voor de reclassering van de gevangenen.
Met die voorstellen wil hij een einde maken aan de hypocrisie van de gevangenispolitiek dat van de gedetineerden enorme inspanningen vraagt om zich te re-integreren terwijl ze de middelen niet krijgen. En ook aan de hypocrisie van het strafsysteem, dat in het arsenaal van zijn strafhoven levenslange opsluiting voorziet, die in theorie niet effectief kan zijn maar het in de praktijk meer en meer wordt.
De strijd van de advocaat overtuigt de slachtoffers noch de families van de slachtoffers van Dutroux, die vinden dat hij het ergste voorbeeld is dat men kan aanhalen om de zaak van de gedetineerden te verdedigen en dat het initiatief van Dayez de publieke opinie alleen maar zal ophitsen.
Le Vif/L’Express publiceert fragmenten uit het boek, alsook de reacties van Jean-Denis Lejeune, Gino Russo, de advocaat van Laetitia Delhez, ambtgenoten van Dayez, zijn stafhouder, sociologen en gevangenisexperten. De reden daarvoor is,, zoals uitgelegd met de woorden van de verdediger van Dutroux: ‘Dat de fatsoenlijke mens, de ‘goede mens’ voorbij gaat aan zijn terughoudendheid en deze bladzijden lezen en daarbij elke a priori laat varen, een conditio sine qua non voor een echt democratisch debat waar de rede het overneemt van de emotie, hoe begrijpelijk die ook is.’