‘Vanuit de aanhoudende vraag naar een krachtig signaal dreigt de horeca opnieuw het kind van de rekening te worden’, schrijft ondernemer Aad De Marez.
Vorige zomer opende ik samen met mijn partner een eetcafé in het hart van het West-Vlaams dorpje Oostrozebeke. Wat ons businessplan in het voorjaar van 2019 niet had voorzien was een gezondheidscrisis zoals we die nu anno 2020 doormaken. De gevolgen van deze pandemie – niet in het minst voor eet- en drinkgelegenheden – zijn legio. In maart gingen cafés en restaurants een eerste keer dicht, sinds juni leren we leven met de opgelegde restricties. Op vandaag klinkt de roep naar strengere maatregelen steeds luider waarbij de horeca naar alle waarschijnlijkheid niet zal worden ontzien.
Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke had het in deze gezondheidscrisis nog niet zo lang geleden, en in niet mis te verstane woorden over cafés als ‘broeihaarden die het virus verspreiden’. Later nuanceerde hij door aan te geven dat er geen wetenschappelijk bewijs noch data zijn die deze stelling staven. Een dag later ging het dan weer over ‘sterke vermoedens’. Terwijl Nederland en Duitsland er al maandenlang in slagen data te verzamelen over de voornaamste besmettingsbronnen, weten wij dat na zeven maanden nog altijd niet. Is het op café dan werkelijk gevaarlijker dan op het werk? Geen idee, want waar en wanneer werden de tracingfiches opgevraagd? We hebben in dit land door het gebrek aan een structureel coronabeleid simpelweg geen idee. Als ik dit allemaal lees, krijg ik toch ook een sterk vermoeden, dat het dan misschien wel om de cijfers gaat, maar vooral om een signaal dat de regering wil geven. Zeker nu uit een recente peiling ook nog eens blijkt dat zo’n 80% van de mensen vragende partij is voor strengere maatregelen.
Pintelieren op café of met vriendinnen een hapje eten op restaurant: de horeca heeft zonder twijfel een verbindende en sociale rol in ons maatschappelijk weefsel. Het zijn plaatsen waar mensen graag samen komen en levensgebeurtenissen tussen pot en pint delen. ‘Het signaal’ dat de politiek hier wil geven, namelijk neem wat gas terug in het sociale leven en beperk je sociale contacten, raakt de hoeksteen van wat in wezen ‘de horeca’ is. Het sociale, de sociale contacten zijn immers het DNA van een café of een restaurant. Zonder sociale dimensie is het nut van wat horeca en hospitality zouden moeten zijn volledig weggeërodeerd. Vanuit de aanhoudende vraag naar een krachtig signaal dreigt de horeca evenwel opnieuw het kind van de rekening te worden.
Hospitality – lees gastvrijheid – is in een anderhalve meter samenleving niet evident. Niet evident, maar niet onmogelijk. Dat bewijzen heel wat horecauitbaters sinds de heropstart in juni. Deze crisis en de bijhorende beperkingen om het virus in te dijken zetten de liquiditeit van diverse horecazaken onder druk en maken het voor ons als horecaondernemers niet makkelijk. Maar het moet gezegd: moeilijk gaat ook. Het is zo en niet anders. Maak het voor ons als horecaondernemer evenwel niet onmogelijk, want dat is werkelijk een wereld van verschil.
Eerder liet minister Vandenbroucke zich nog ontvallen dat de eerder genomen maatregelen gelden van Aarlen tot De Panne. Hoewel het virus geen rekening houdt met provincie- of gemeentegrenzen, zien we wel degelijk regionale verschillen tussen regio’s en provincies wat de verspreiding van het virus betreft. Durf deze lokale verschillen te benoemen, durf de problemen te benoemen. Durf diegenen te benoemen die de boel verzieken en durf dan ook in te zetten op een strenge handhaving. Durf via de burgemeesters cafés of restaurants administratief te sluiten, maar straf diens concullega niet die elke dag opnieuw het beste van zichzelf geeft. Durf een duidelijk signaal te geven.
Vol verwachting kijk ik dan ook uit naar de uitkomst van de volgende nationale veiligheidsraad. Hopelijk stelt de regering de langverwachte corona-barometer voor waarbij door middel van een kleurcode bepaalde maatregelen al dan niet van toepassing zijn. Regionale diversiteit en een grotere dynamiek in de maatregelen worden zodoende mogelijk en enigszins omkaderd. Kleuren, ze hebben ook het voordeel van de duidelijkheid. We leren het al op de basisschool: groen is goed, rood is niet goed.
Zelfs nu blijkt dat de horeca niet de besmettingshaarden zijn die sommigen er eerst in zagen, begrijpen we dat er een signaal gegeven moet worden. Geef dat signaal. Laat mensen wat gas terug nemen in hun sociale contacten en herinner ze aan de basisregels, maar maak het voor ons als ondernemers niet onmogelijk.
Aad De Marez baat samen met zijn partner Eetcafé Centraal uit in Oostrozebeke.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier