De Vlaamse regering heeft eindelijk haar stikstofakkoord beet. Volgens milieujurist en politicus van Groen Hendrik Schoukens een stap in de goede richting. ‘Maar nu heeft de natuur behoefte aan rust.’
Vrijdag bereikte de Vlaamse regering een akkoord over het stikstofdossier. Daarmee komt een einde aan een politieke crisis die de ploeg van minister-president Jan Jambon (N-VA) wekenlang in haar greep hield. Vooral tussen minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) en minister van Landbouw Jo Brouns (CD&V) bestonden er grondige meningsverschillen.
Volgens het akkoord moet de stikstofneerslag op de natuur tegen 2030 met 50 procent afnemen. Er wordt 3,6 miljard euro uitgetrokken voor natuurherstel en om landbouwers uit te kopen die vrijwillig willen stoppen. Bedoeling is dat de Vlaamse overheid tot 130 procent van de waarde van hun eigendom vergoedt.
Naar twee knelpunten tijdens de onderhandelingen wordt een nieuw onderzoek gedaan: de beoordelingsnormen om vergunningen te verlenen en de mogelijkheid om uitstootrechten van gestopte boeren door te schuiven naar andere landbouwbedrijven – de zogenaamde saldering. Als daaruit blijkt dat beide elementen de algemene doelstellingen van het akkoord niet fnuiken, gaat het licht op groen.
Volgens milieujurist en schepen van Lennik Hendrik Schoukens (Groen) is het nieuwe Vlaamse akkoord een goede zaak. ‘Vanuit een Vlaams perspectief is dit een stap in de goede richting. Het verhoogt de rechtszekerheid en de maatregelen die worden genomen, zullen de stikstofneerslag naar alle waarschijnlijkheid doen dalen.’
Toch houdt Schoukens een slag om de arm. ‘Nog steeds wordt er veel verwacht van technologische vooruitgang. Er zijn inderdaad nog heel wat verouderde stallen die men tegen 2030 kan renoveren om de stikstofuitstoot te verminderen, maar het blijft afwachten hoe groot de effecten daarvan op de natuur zullen zijn. Het zal er daarom ook op aankomen om de uitstoot waarheidsgetrouw te meten.’
Schoukens benadrukt dat de behoefte aan bijsturing hoog is. ‘Het akkoord komt niets te vroeg. De natuur beleeft als het ware een burn-out, want door de overdreven stikstofneerslag heeft ze het veel te lang te zwaar gehad. Nu is er behoefte aan rust. Pas wanneer de natuur voldoende hersteld is, mogen we beginnen na te denken over nieuwe vergunningen.’
Daarom is het volgens Schoukens geen kwaad idee om de saldering en de beoordelingsnormen te onderwerpen aan een bijkomend onderzoek. ‘Het is alleen zinvol om te bekijken wat we met de vrijgekomen stikstofruimte van gestopte boeren doen als we ook weten dat er voldoende beterschap is.’