Migratie-expert Ellen Desmet over opvangcrisis: ‘Belgische aanpak is in strijd met internationaal recht’

Aanschuiven aan het aanmeldcentrum van Fedasil te Brussel.
Aanschuiven aan het aanmeldcentrum van Fedasil te Brussel. Archiefbeeld. © Belga
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

Professor migratierecht Ellen Desmet (UGent) spreekt zich uit over de opvangcrisis, het personeeltekort bij de migratiediensten en de leeftijdstesten bij niet-begeleide minderjarige asielzoekers. ‘De staat vervult haar basisverplichtingen inzake mensenrechten niet.’

Al ruim een jaar woedt de opvangcrisis. Nadat aanvankelijk vooral alleenstaande mannelijke asielzoekers wandelen werden gestuurd bij opvangdienst Fedasil, is de opvangcapaciteit nu zo beperkt dat ook gezinnen met kinderen en niet-begeleide minderjarigen de nacht op de Brusselse straten doorbrengen. Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (CD&V) zoekt koortsachtig naar oplossingen. Ondertussen doen de humanitaire organisaties wat ze kunnen. ‘De staat vervult haar basisverplichtingen inzake mensenrechten niet’, zegt migratie-expert Ellen Desmet (UGent).

En dat is een tweesnijdend zwaard. ‘Wij willen niemand op straat achterlaten, maar daardoor wordt het probleem ook minder zichtbaar voor de politiek’, klonk het onlangs bij daklozenorganisatie Samusocial.

Ellen Desmet: Dat is een fundamenteel spanningsveld. Op individueel vlak wil men mensen helpen door hen naar hotelkamers te begeleiden of door desnoods kartonnen tentjes te bouwen. Maar met die steun riskeer je het voor de overheid makkelijker te maken om zelf geen actie te ondernemen. Daarom beperkte Vluchtelingenwerk Vlaanderen de opvang in hotelkamers in de tijd.

Iedereen die een asielaanvraag doet, heeft recht op opvang. Of dat nu ’s winters gebeurt, of in de zomer bij 30 graden.

Ellen Desmet (UGent)

Kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens maakt zich in een opiniestuk op Knack.be boos over de omgang met niet-begeleide minderjarige asielzoekers. ‘Wie overduidelijk nog geen 18 is, kan in het beste geval terecht bij Fedasil, maar als er twijfel is over hun leeftijd, worden de jongeren doorverwezen naar humanitaire organisaties.’

Desmet: Hoeveel jongeren precies doorverwezen worden naar humanitaire organisaties, verschilt dag per dag en is afhankelijk van de vrije plaatsen bij Fedasil. Vorige week werden maar liefst 14 jongeren, wier minderjarigheid niet in twijfel werd getrokken door de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ), doorgestuurd naar de humanitaire hub, een consortium van ngo’s, zo werd ons verteld tijdens een bezoek.

Als er wel twijfel rijst over de leeftijd van een niet-begeleide jongere, ondergaat die een leeftijdstest in de vorm van een radiografie van de pols, het sleutelbeen en een scan van het gebit. Die test is niet zonder controverse, stelt u.

Desmet: Inderdaad. Zolang het leeftijdsonderzoek loopt, heeft de jongere in België geen recht op een voorlopige voogd, waardoor het vermoeden van minderjarigheid niet gerespecteerd wordt. En dat is in strijd met het internationaal recht. Dat werd afgelopen zomer bevestigd in een arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) over een Italiaanse zaak, dat hier onder de radar is gebleven. Dat arrest is in eerste instantie bindend voor Italië, maar er is geen enkele reden om aan te nemen dat die principes niet voor ons zouden gelden.

In 2021 bleek 69 procent van de geteste asielzoekers wel degelijk meerderjarig. Dat is niet gering.

Desmet: Het Mensenrechtenhof sprak zich nog niet uit over de geldigheid van het medische leeftijdsonderzoek, maar andere mensenrechteninstanties waren wel al kritisch over de betrouwbaarheid van die tests. Vaak worden er conclusies getrokken op basis van westerse standaarden. En als de test niet betrouwbaar is, hoe weten we dan hoe effectief hij is?

Los van de problematiek rond minderjarigen, wijst staatssecretaris Nicole de Moor vaak op personeelstekorten, onder meer bij het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS), dat de asielaanvragen onderzoekt en vandaag met een achterstand van 12.000 dossiers kampt.

Desmet: Het CGVS, DVZ en ook Fedasil hebben nood aan extra personeel. Het is de bedoeling om die nieuwe werkkrachten zo snel mogelijk in te zetten, maar een degelijke opleiding blijft noodzakelijk. De mensen van het CGVS nemen heel moeilijke beslissingen en moeten hun interviewvaardigheden en het asielrecht goed beheersen. Een fout kan leiden tot foltering of de dood.

De laatste maanden vonden veel nieuwkomers de weg naar België via Servië. Vorige week zette Servië het visumvrij reizen voor Burundezen stop, een groep voor wie ons land een populaire bestemming is. Zal dat soelaas bieden?

Desmet: Er zal wellicht een impact zijn, maar uit onderzoek blijkt dat mensen andere manieren gaan zoeken om een land te bereiken wanneer een bepaalde route afgesloten wordt.

Volgens CGVS-topman Dirk Van den Bulck hebben nationale politieke beslissingen impact op de migratiestromen. Zo is Frankrijk minder populair omdat men daar al dertig jaar lang ‘tirez votre plan’ zou zeggen bij het opvangen van asielzoekers. Ook een strengere koers in de Scandinavische landen zou de regio minder aantrekkelijk maken, zegt hij tegen Knack.

Desmet: Het is problematisch dat sommige EU-landen zich niet aan het gemeenschappelijke Europese asielbeleid houden. In theorie zou het niet mogen uitmaken of je in Frankrijk of Denemarken asiel aanvraagt, maar doordat ieder land zijn eigen beleid uitstippelt, is er een race to the bottom qua asielpolitiek. Een zorgwekkende evolutie.

Mag de regering blij zijn dat de nachten tot nu toe zacht zijn geweest?

Desmet: Jazeker, maar dat maakt niets uit. Iedereen die een asielaanvraag doet, heeft recht op opvang. Of dat nu ’s winters gebeurt, of in de zomer bij 30 graden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content