Migratie-expert Alexander Betts: ‘Help vluchtelingen in hun herkomstregio’
‘Bouw geen muren op de Europese buitengrenzen of vooruitgeschoven selectiecentra’, vindt de Britse migratie-expert Alexander Betts. ‘Investeer in ankerplaatsen in veilige landen.’
De Britse politicoloog Alexander Betts staat in Oxford aan het hoofd van het befaamde Refugee Studies Center. Samen met zijn collega Paul Collier publiceerde hij vorig jaar Refuge: Transforming a Broken Refugee System, een veelbesproken boek dat het Europese migratiebeleid aan de kaak stelt. Van een aanpak van heartless head (vrijwel onverschillig toekijken hoe de Syrische vluchtelingencrisis totaal ontspoorde) ging het in één ruk naar de headless heart-aanpak van de Duitse bondskanselier Angela Merkel, en dan weer terug, want op ‘Wir schaffen das’ volgde een regressie naar gesloten grenzen en strakke migratiecontrole. De auteurs legden niet alleen de vinger op de zere plek, ze wezen ook de weg naar een duurzaam Europees asiel- en migratiebeleid. Pragmatiek en principes moeten daarbij hand in hand gaan, klinkt het.
Van selectiecentra in Tunesië of Libië worden alleen de mensensmokkelaars beter.
De nieuwe rechts-populistische regering van Italië weigert nog langer migranten toe te laten die op de Middellandse Zee van de verdrinkingsdood werden gered. De even prille socialistische regering van Spanje heet ze dan weer welkom. Breekt er een nieuwe fase aan in de Europese migratiecrisis?
Alexander Betts: Ik zie het veeleer als een verschuiving. De Middellandse Zee kent drie grote routes. Nadat de aanvoer via de Egeïsche zee al was afgesloten, gaat nu ook de centrale route naar Italië en Sicilië op slot. Gevolg: een verschuiving westwaarts richting Spanje en Portugal – landen die de voorbije jaren relatief weinig in beeld kwamen. De nieuwe Spaanse regering heeft vooral een geste willen doen. De vraag is hoe duurzaam de bereidheid tot solidariteit zal blijken. Dat zal afhangen van de omvang van de migratiestroom, en van intern politieke factoren, met name de reactie van de media en de publieke opinie wanneer er ineens veel meer migranten arriveren.
Bestaat er zoiets als een kantelpunt, een niveau van migratiedruk dat de bereidheid tot solidariteit doet omslaan in een roep om gesloten grenzen?
Betts: Er is geen wiskundige relatie tussen het aantal migranten en de politieke reactie, maar in de hele migratiecrisis hebben we pieken van solidariteit zien afwisselen met periodes van terugslag. Angela Merkels uitspraak ‘Wir schaffen das’ is een bekend maar geen uniek voorbeeld. Tien jaar geleden hadden alle Scandinavische landen sociaaldemocratische regeringen die voor een genereus migratiebeleid stonden. Intussen voeren in Denemarken en Noorwegen rechtse regeringen een restrictief migratiebeleid, terwijl Zweden zich opmaakt voor verkiezingen die volledig in het teken van migratie staan. Precies wat in Italië is gebeurd, een land dat zich lang tolerant had opgesteld. Dus ja, er is een kantelpunt, maar het valt niet precies te voorspellen wanneer het wordt bereikt.
De huidige EU heeft gewoonweg geen gemeenschappelijke visie en slagkracht om boven de belangenconflicten uit te stijgen
De Italiaanse vicepremier Matteo Salvini greep het recente Aquarius-drama aan om andermaal de afschaffing van het Dublin-akkoord te eisen, het systeem dat migranten verplicht asiel aan te vragen in het land waar ze de Europese Unie betreden. Goede timing, want Dublin staat volgende week centraal op de bijzondere migratietop van Europese leiders. Heeft Salvini gelijk?
Betts: Dublin is altijd een vorm van georganiseerde hypocrisie geweest. Het systeem, ontworpen om asielshoppen tegen te gaan, kan werken voor kleine aantallen migranten. En dan nog alleen in een ideale wereld, waar alle actoren hun rol solidair spelen, wat zelden of nooit het geval was. Voor grote aantallen is het systeem volstrekt ongeschikt. Het legt veel te veel druk op buitengrenslanden zoals Italië en Griekenland, terwijl landen die zich achter kustlijnen of landmassa’s kunnen verschuilen, geen solidariteit tonen. Kijk maar naar het spreidingsplan waarmee de Europese Commissie de druk op Griekenland en Italië hoopte te verminderen. Na twee jaar is het nog altijd dode letter.
Het Dublin-akkoord werd al meermaals bijgestuurd. Kan ze na een grondige hervorming toch nog van nut zijn?
Betts: Om Dublin te doen werken, is voluntarisme van alle lidstaten nodig, met financiële solidariteit en hervestigingsprogramma’s. Allemaal vereisten die in het huidige Europa onhaalbaar blijken, al was het maar door de tegenstellingen tussen grenslanden en landen die zich door hun ligging immuun wanen voor migratie. De huidige EU heeft gewoonweg geen gemeenschappelijke visie en slagkracht om boven die belangenconflicten uit te stijgen.
Tijdens de recente migratietop in Luxemburg gonsde het van de alternatieve ideeën. Europa moet in Noord-Afrika selectiecentra bouwen om de migratiestroom naar het noorden in te dammen. Tunesië werd als mogelijke vestigingsplaats genoemd, al gaat de voorkeur van de Oostenrijkse kanselier Sebastian Kurtz uit naar Albanië. De centra moeten volgens hem zo onaantrekkelijk mogelijk zijn, om kandidaat-migranten te ontmoedigen. Ziet u daar heil in?
Betts: Laat me vooraf stellen dat ik de noodzaak van selecteren aanvaard. Een duurzaam asiel- en migratiebeleid moet een onderscheid maken tussen vluchtelingen die bescherming nodig hebben en economische migranten. Het plan om die triage naar derde landen te verplaatsen bestaat al twintig jaar, maar het blijft op dezelfde problemen botsen. De humanitaire kostprijs is onaanvaardbaar hoog. Triage in externe centra sleept eindeloos aan, en het veronderstelt samenwerking met transitlanden die niet in staat zijn de rechten van de migranten te beschermen.
Alexander Betts (38)
– Hoogleraar gedwongen migratie in Oxford, Verenigd Koninkrijk
– Directeur van het Refugee Studies Center Oxford
– Auteur van gezaghebbende boeken en artikels over migratie
– Geeft TED-lezingen en is een veelgevraagd opiniemaker rond de Syrische vluchtelingencrisis
– Treedt op als expert voor o.a. de Europese Raad, het VN-Ontwikkelingsprogramma, Unicef en de Internationale Organisatie voor Migratie
Geldt dat bezwaar ook voor het Australische asielbeleid, dat door de Belgische staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) als lichtend voorbeeld wordt bepleit?
Betts: Absoluut, Australië is een bijzonder schrijnend voorbeeld. De leefomstandigheden in Nauru, een van de eilandrepublieken waarmee Australië een akkoord heeft gesloten om er migranten te stockeren, zijn afschuwelijk. Migranten, ook families met kinderen, zitten er jarenlang in gesloten centra te vegeteren. Het aantal zelfmoorden is er schrikbarend. Dat is een aanfluiting voor de rechten van de mens, en een blamage voor een democratisch land dat heus wel middelen heeft om een humaan en duurzaam asiel- en migratiebeleid te voeren. Net zoals de landen van de EU.
Hoe moet dat beleid eruitzien?
Betts: Wat vluchtelingen betreft: geen muren op de Europese buitengrenzen of vooruitgeschoven selectiecentra bouwen. Laten we investeren in ankerplaatsen in veilige landen of regio’s rond het conflictgebied waar de vluchtelingen vandaan komen. Ik denk aan kampen of andere onthaalfaciliteiten die vluchtelingen een perspectief bieden. Geef ze kans op werk, toegang tot onderwijs, dan zullen ze niet langer de nood voelen om verder naar Europa te trekken. 85 procent van alle vluchtelingen verblijft nog altijd in de herkomstregio, in buurlanden van conflicthaarden zoals Syrië, Afghanistan en Somalië. We hebben er alle belang bij om die te helpen zodat ze ginder kunnen blijven.
Wat met economische migratie?
Betts: Bied legale alternatieven aan voor circulaire migratie. Dat doe je niet door in Tunesië of Libië selectiecentra te bouwen, want daar worden alleen de mensensmokkelaars beter van. Er hoeft niets te worden gebouwd, want de infrastructuur voor die selectie bestaat al. Ambassades en consulaten in herkomstlanden zijn het best geplaatst om een selectief visabeleid te voeren. Studentenvisa, gezinshereniging, humanitaire visa, arbeidsvisa, het hele instrumentarium ligt klaar. Bij zo’n beleid hoort ook preference matching: migranten krijgen niet noodzakelijk hun eerste keuze, maar mogen naar het land dat het best aan hun profiel en vaardigheden beantwoordt. Maar dat vereist een gecoördineerde Europese aanpak.
De krachtlijnen
- Aanvaard selectie; maak een onderscheid tussen vluchtelingen en economische migranten
- Voor vluchtelingen: investeer in ankerplaatsen in veilige regio’s rond conflictgebieden
- Voor economische migranten: voer een visabeleid via ambassades en consulaten in de herkomstlanden
- Het Australische model waar Theo Francken (N-VA) naar verwijst, is ‘een aanfluiting van de mensenrechten’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier