Stijn Baert
‘Met hun RSZ-voorstel lachen de profclubs Maggie De Block in het gezicht uit’
De voetbalprofclubs tonen zich bereid licht hogere RSZ-bijdragen op de lonen van hun voetballers te betalen. Professor arbeidseconomie Stijn Baert noemt hun voorstel evenwel ‘an indecent proposal’. Vooral de minst verdienende voetballers zullen deze hervorming voelen, de hoogste lonen blijven buiten schot.
In de nasleep van het recente voetbalschandaal in ons land, stak een breed protest op toen bleek dat op de lonen van profvoetballers weliswaar grote commissies – en horloges – kunnen verdiend worden door Mogi en alleman, maar amper sociale zekerheidsbijdragen (RSZ) worden betaald.
De RSZ-belasting voor werknemers bedraagt 38% op het brutoloon in ons land. Ook voor voetballers. Zij betalen dat percentage evenwel niet op hun volledige maandloon maar, net als andere profsporters, op een fictief bedrag van 2300 euro. Aangezien profvoetballers gemiddeld zo’n 28.000 euro per maand verdienen, betekent dit een RSZ-korting van meer dan 70 miljoen voor onze profvoetbalclubs.
Met hun RSZ-voorstel lachen de profclubs Maggie De Block in het gezicht uit.
Minister Maggie De Block, bevoegd voor Sociale Zaken en dus voor RSZ, gaf reeds in oktober aan dat deze regeling wat haar betreft op de schop kon. Haar collega’s van de federale regering reageerden iets ‘sportiever’, zodat uiteindelijk een voorstel van de Pro League zelf werd afgewacht.
Geste
De voetbalprofclubs hebben nu hun ei gelegd. Zij willen, naar eigen zeggen, een geste doen. In hun voorstel, dat Het Nieuwsblad kon inkijken, verdubbelen zij het fictief bedrag waarop RSZ-bijdragen worden geëind, specifiek voor voetballers, naar ongeveer 4600 euro. Nog steeds slechts een zesde van het gemiddelde maandloon van profvoetballers. Daarmee zou – hou u vast aan de dichtstbijzijnde deklat – de RSZ-korting van 70 miljoen euro dalen naar 64 miljoen euro. Als dit een geste naar Minister De Block is, dan vraag ik me af wat een oorlogsverklaring zou zijn…
Dit RSZ-voorstel is ‘an indecent proposal’ om twee redenen. Ten eerste is er geen enkele reden waarom de RSZ-korting voor het voetbal zo hoog zou moeten blijven. Jazeker, het voetbal is een waardevolle sector voor ons land. Ook voor mij zijn de tweewekelijkse thuiswedstrijden van Anderlecht, voorafgegaan of gevolgd door croquettes de volaille bij Friture René, een belangrijke uitlaatklep. Het klassieke argument, dat ons voetbal zonder het huidige RSZ-gunstregime niet zou kunnen concurreren met het buitenland, houdt echter geen steek. De andere sectoren van ons land staan immers voor precies dezelfde uitdaging.
Bovendien lijkt het met die financieel nijpende toestand voor ons voetbal nog wel mee te vallen. Hoe verklaart men anders dat de Belgische profclubs ook in de huidige transferperiode opnieuw hoge makelaarsvergoedingen kunnen uitbetalen? Sporting Anderlecht liet zelfs opnieuw de in opspraak gekomen makelaar Mogi Bayat tussenkomen bij de transfer van – godbetert – een centrale verdediger.
Indien de huidige fiscale voordelen – naast de RSZ-korting ook voordelen in de bedrijfsvoorheffing – wegvallen, draait de Belgische voetbalsector 93 miljoen euro verlies, zo sprak Pro Leaguevoorzitter Marc Coucke in november. Als men dan dezelfde belachelijke makelaarsvergoedingen (en netto-spelerslonen) wil blijven betalen wel, ja…
Sterkste schouders
Ten tweede doen de profclubs een volstrekt asociaal voorstel aan de Minister van… Sociale Zaken. Voor voetballers die relatief weinig verdienen, zal dit vrij ingrijpend zijn. Wie bruto 4.600 euro per maand verdient, ziet daarvan 38% afgehouden aan sociale zekerheidsbijdragen in plaats van 19% nu. 875 euro per maand aan RSZ-bijdragen wordt 1.750 euro. Wie 100.000 euro per maand verdient of meer – en dat zijn vermoedelijk niet enkel godenkinderen zoals Leandro Trossard, maar ook ploeteraars als Ruud Vormer – ziet precies hetzelfde bedrag richting de sociale zekerheid gaan. Voor hen is het amper 2% van hun loon.
Op die manier houdt men binnen het voetbal een systeem overeind waar de sterkste schouders de lichtste lasten dragen qua RSZ-bijdragen. Precies het omgekeerde van wat we op de arbeidsmarkt, met vooral progressieve belastingstelsels, logisch vinden. Ook op het niveau van de clubs geldt deze vreemde logica: topclubs, waar de hoogste lonen worden uitbetaald, zullen procentueel veel minder extra lasten moeten dragen dan kleinere clubs.
Tegenbod
Ik doe dan ook graag een tegenvoorstel. Stel de eerste honderden euro die sporters verdienen vrij van RSZ-lasten. Voor alles wat boven die eerste euro’s wordt verdiend, wordt de volle pot van 38% geïnd. Niet alleen in het voetbal, maar in alle sporten. Zo zal een weinig verdienende sporter duidelijk minder dan 38% afdragen, terwijl een topverdiener dicht tegen die 38% zal zitten. Op die manier realiseren we wat de originele RSZ-korting beoogde: wie weinig verdient met haar/zijn sport toch iets meer van een korte carrière laten overhouden. En op die manier wordt de RSZ-korting herverdeeld van rijke sporttakken naar arme sporttakken en van rijke clubs naar arme clubs.
Een dergelijke regeling, dàt was een eerbaar voorstel aan Minister De Block geweest. Met het huidige voorstel ligt de bal duidelijk opnieuw in haar kamp. En mijns inziens kan die bal slechts één richting uitrollen. De richting waarin het topvoetbal minder gaat afdragen aan makelaars en meer aan de sociale zekerheid.
Stijn Baert is professor arbeidseconomie aan de Universiteit Gent en Universiteit Antwerpen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier