Ewald Pironet
‘Met de verhoging van het minimumpensioen heeft de PS haar trofee al binnen’
Wij kunnen ermee leven als er geen verdere pensioenhervorming komt’, verklaarde PS-voorzitter Paul Magnette het afgelopen weekend in de krant Het Nieuwsblad. Het interview kreeg nauwelijks weerklank, maar de uitspraak van Magnette is stuitend cynisch: voor hem hoeft er geen echte pensioenhervorming te komen want, zo voegde hij eraan toe, ‘het belangrijkste’ is dat het minimumpensioen is verhoogd naar 1500 euro. En als een verdere pensioenhervorming niet lukt, ‘dan is de rest voor de volgende regeerperiode’. De PS levert met Karine Lalieux de minister van Pensioenen, die dus verantwoordelijk is voor het slagen van de pensioenhervorming.
‘De vergrijzing zal ons miljarden meer kosten in de komende jaren’, verklaarde staatssecretaris Eva De Bleeker (Open VLD) eerder deze maand. Al jaren stijgen de pensioenuitgaven, ruwweg met 2 miljard euro per jaar. Dat zal nog oplopen, niet alleen door de inflatie, maar ook omdat de regering-De Croo de minimumpensioenen optrekt tot 1500 euro netto tegen het einde van de regeerperiode. Hoe dat allemaal moet worden betaald, is zoals voor de meeste plannen van deze regering onduidelijk.
Met de verhoging van het minimumpensioen heeft de PS haar trofee al binnen.
Al decennia weten we dat de vergrijzingskosten er vandaag hard zouden inhakken. We hadden daarvoor een spaarpotje kunnen opbouwen. De regering-Verhofstadt deed in 2001 alsof ze met het Zilverfonds zo’n buffer aanlegde. Het Zilverfonds zou worden gespijsd met overschotten op de begroting. Maar het tegenovergestelde gebeurde: de paars-groene regering-Verhofstadt deelde het geld kwistig uit, er waren geen overschotten. Specialisten wisten al vlug dat het Zilverfonds een lege doos was. Michel Jadot, topambtenaar met PS-stempel die de Nationale Pensioenconferentie moest coördineren, noemde in Knack dat Zilverfonds ‘pure hypocrisie’. Na 15 jaar politieke huichelarij en tijdverlies werd het Zilverfonds in 2016 begraven.
Ondertussen wezen experten er voortdurend op dat de vergrijzingskosten er in sneltempo aankwamen. Net tien jaar geleden bijvoorbeeld publiceerden de Gentse economen Gert Peersman en Koen Schoors hun boek De perfecte storm, waarin ze schrijven dat de ‘vergrijzingscrisis wel eens het meest bedreigend zou kunnen zijn voor onze welvaart’. In 2013 werd de Commissie Pensioenhervorming opgericht, met experten van alle universiteiten. Zij reikten scenario’s aan voor de hervorming van onze pensioenen, zodat de uitkeringen hoog genoeg en betaalbaar zouden blijven. Hun rapporten verzamelen nu stof in de lades van de ministers van Pensioenen.
Ook de regering-De Croo heeft niets gedaan om de pensioenen te hervormen en de vergrijzingskosten onder controle te brengen. Integendeel, minister Lalieux presenteerde in september vorig jaar haar hervormingsvoorstellen eerst in de pers, alsof ze een onderdeel vormden van een verkiezingscampagne waarbij de PS zich wilde profileren tegenover het oprukkende radicaal-linkse PTB: hogere pensioenen, vervroegd pensioen na een loopbaan van 42 jaar, recht op een minimumpensioen na 10 gewerkte jaren en een pensioenbonus voor wie langer werkt dan 42 jaar. Allemaal zaken die tot extra uitgaven leiden. De voorzitter van de Vergrijzingscommissie, Johan Van Gompel, toonde zich ‘heel bezorgd over de betaalbaarheid van dit plan. Er is onvoldoende over nagedacht, als dat al gebeurd is.’
We zijn nu bijna een jaar later. De pensioenhervorming is een van de werven van het Zomerakkoord die premier Alexander De Croo (Open VLD) tot stand wil brengen, maar voor PS-voorzitter Magnette hoeft het niet echt meer. Zijn partij heeft met de verhoging van het minimumpensioen haar trofee binnen en de Franstalige socialisten ‘kunnen ermee leven als er geen verdere pensioenhervorming komt’. Of de volgende generaties ermee kunnen leven, zal hem een zorg wezen.