Mensenrechtenhof tikt België op de vingers over opvang Guineese asielzoeker
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens tikt België op de vingers over de gebrekkige opvang van een asielzoeker uit Guinee. Het Hof roept België op te voorzien in onderdak en materiële basisbijstand, zoals eerder ook gevraagd is door de Brusselse arbeidsrechtbank.
De zaak gaat over een asielzoeker uit Guinee die na zijn aankomst in België op 12 juli 2022 en na zijn asielaanvraag op 15 juli 2022 geen plaats heeft gekregen in een opvangvoorziening. Op 22 juli veroordeelde de Franstalige arbeidsrechtbank van Brussel Fedasil en vroeg om de man onder te brengen in een opvangcentrum, in een hotel of in een andere voorziening om op die manier te voorzien in onderdak en materiële basisbijstand.
Omdat er geen gevolg werd gegeven aan die uitspraak, stapte de man ook naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Hij vroeg aan het Hof om bij de Belgische regering aan te dringen op de uitvoering van de uitspraak van de arbeidsrechtbank.
In zijn aanvraag verwees de man onder meer naar de toenemende koude en vochtigheid en naar het feit dat hij kampte met honger en gezondheidsproblemen. Hij verwees ook naar de schurft onder de dakloze asielzoekers, een situatie die nog verergerde door de slechte sanitaire voorzieningen. De man vindt dat verschillende van zijn fundamantele mensenrechten zijn geschonden, zoals het verbod op onmenselijke of vernederende behandelingen (art. 3) en het recht op de eerbiediging van zijn privé-, familie- en gezinsleven (art. 8).
Op 31 oktober heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens beslist om in een voorlopige maatregel bij België aan te dringen op de uitvoering van de uitspraak van de arbeidsrechtbank van 22 juli en dus te voorzien in onderdak en materiële bijstand aan de betrokken asielzoeker. Het Hof voegt er aan toe dat het slechts in uitzonderlijke gevallen ingaat op dergelijke verzoeken, alleen wanneer de verzoeker anders een reëel risico heeft op onomkeerbare schade.