Matthias Diependaele (N-VA), minister van Dakloosheid: ‘Hij is een saboteur die geen sociale woningen wil bijbouwen’
Voor het grote publiek mag de Vlaamse minister van Wonen dan wel een onbekende zijn, binnen de N-VA klimt Matthias Diependaele ongemerkt hogerop.
‘Ik vind hem echt een lieve jongen, met een warme persoonlijkheid’, zegt Frieda Brepoels wanneer we haar aan het einde van ons gesprek over Matthias Diependaele vragen of ze nog iets gezegd wil hebben over de N-VA-minister. Brepoels, ondertussen zo’n beetje de peetmoeder van het Vlaams-nationalisme, is duidelijk fan.
Partijvoorzitter Bart De Wever ging onlangs in De Tijd nog een stap verder. Terwijl Vlaanderen zich vergaapt aan de opgang van Zuhal Demir, zag De Wever Diependaele in poleposition om – blijkbaar is er al een vacature – Jan Jambon op te volgen. Minister van Omgeving Demir vond hij een ‘solozangeres’, terwijl een minister-president volgens De Wever een orkestleider moet zijn. ‘Dat zie ik meer in minister van Financiën Matthias Diependaele.’ Onderwijsminister Ben Weyts werd, overigens, helemaal niet genoemd.
Hoewel De Wever de Oost-Vlaming al bijna tot nieuwe Vlaamse regeringsleider bombardeert, is de kans groot dat weinig Vlamingen een gezicht kunnen plakken op de naam Matthias Diependaele. Toch behoort hij al jaren tot de partijtop en mag hij een stamboom-Vlaams-nationalist worden genoemd. Diependaeles grootvader was senator voor de Volksunie, de voorganger van de N-VA. Zijn vader Baudewijn was provincieraadslid voor de N-VA. Ook in de streek rond Zottegem, de Vlaamse Ardennen, is de naam een begrip. Baudewijn was jarenlang actief als aannemer, een traditie die broer Wouter voortzet in het bedrijf Diependaele Bouw. Critici van Matthias Diependaeles woonbeleid verwijzen weleens naar die familiale activiteiten.
Wanneer Matthias een dossier voorbereidde, zei ik weleens: dit kan echt nog wel beter.
Frieda Brepoels (N-VA)
Onder de toren
Diependaele zette zijn eerste stappen richting de politiek in zijn studententijd. Net zoals De Wever zich omringt met mensen die hij in de jaren negentig in het studentenleven leerde kennen – onder meer politiek directeur Piet De Zaeger en Antwerps schepen Koen Kennis – behoort ook Diependaele tot een generatie van N-VA’ers die elkaar in dezelfde levensjaren ontmoetten in Leuven.
Zijn studie rechten bracht hem begin deze eeuw in contact met Theo Francken, Sander Loones, Sarah Smeyers en Zuhal Demir. En met Joachim Pohlmann, de voormalige rechterhand van De Wever en nu kabinetschef van Jan Jambon, die tijdens die jaren een hele goede vriend werd. Pohlmann koestert nog levendige herinneringen aan de Leuvense periode. ‘Matthias tapte bier in café Onder de toren. Ik zat dan op de hoek van de toog abstracte theorieën over de wereld te verkondigen, terwijl Theo zich moest inhouden om niet meteen heel Leuven vol te plakken met affiches. Hij was de man van de daadkracht en Matthias hield ons met de voeten op de grond, als de pragmaticus die hij is.’
Het is in die jaren – in 2002 om precies te zijn – dat na het uiteenvallen van de Volksunie de N-VA wordt opgericht, ook in Leuven. Diependaele wordt lid, terwijl hij van de VU nooit een lidkaart heeft gekocht. ‘Matthias vond de Volksunie te slap’, herinnert Pohlmann zich. ‘Hij vond dat die partij niet genoeg smoel had, en geen echte visie over waar het heen moest met Vlaanderen.’
Meteen na zijn studie begint Diependaele voor de partij te werken als medewerker van Brepoels, in die tijd Europees Parlementslid. Ze herinnert zich dat het zijn vader was die haar vroeg of zij werk had voor zijn zoon, op een moment dat ze inderdaad op zoek was naar een nieuwe kracht. ‘Matthias zegt altijd dat ik hem heb leren werken’, vertelt Brepoels. ‘Onlangs weer op de N-VA-nieuwjaarsreceptie. Ik ben daar wel fier op. Ik legde er de zweep op voor mijn medewerkers, net als voor mezelf. Wanneer Matthias een dossier voorbereidde, kon het weleens gebeuren dat ik zei: dit kan echt nog wel beter.’
Zag Brepoels toen al een toekomstige sterkhouder van de partij in hem? ‘Nee, absoluut niet. Matthias was een heel degelijke jongen, maar hij blonk niet uit. In 2009 nam hij ontslag om campagne te voeren voor het Vlaams Parlement. Hij stond op de vijfde plaats op de lijst. Ik dacht dat hij geen schijn van kans had en begreep niet waarom hij daarvoor zijn job bij mij opgaf. Maar hij raakte verkozen. Matthias heeft me daarna verbaasd door de snelheid waarmee hij is gegroeid als parlementslid en later fractieleider.’
Geen schoothond
Als fractieleider van de grootste oppositiepartij Vooruit (toen nog SP.A) clashte Joris Vandenbroucke tussen 2015 en 2019 haast wekelijks met Diependaele. De socialist is niet de enige die zijn respect voor het parlement roemt. ‘Toen we in het bureau van het parlement, zeg maar het dagelijks bestuur, ministers wilden sommeren voor parlementaire debatten, deed Diependaele daar haast nooit moeilijk over. Als fractieleider van de meerderheid liet hij zich nooit gebruiken als schoothond van de regering.’
Dat respect voor het parlementaire debat heeft hij ook als minister behouden. Vandenbroucke: ‘Tijdens een nieuwjaarsreceptie kwam hij onlangs een praatje slaan en gooide hij een bloemetje naar mijn partijgenoot Maxim Veys, die hem in de commissie Wonen geregeld het vuur aan de schenen legt. Dat typeert Diependaele.’
Door de bank genomen is het fractieleiderschap in het Vlaams Parlement zelden een springplank naar grote bekendheid – vaak is het hoogst haalbare regelmatig mogen debatteren in De Zevende Dag. Toch schopt Diependaele het in 2019 tot minister van Financiën, Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed. Voor het grote publiek is hij een van de minst bekende gezichten in de regering-Jambon.
Waarom viel de keuze op hem? Wegens zijn zin voor compromis en zijn degelijkheid. Maar wellicht ook vanwege zijn grote loyauteit. ‘De partij kan hem alles vragen. Hij staat er altijd’, zegt studievriend Loones. ‘Of dat altijd menselijk verantwoord is, is nog maar de vraag. Maar het is wel fenomenaal.’
Thatcheriaan
Diependaele is een kleurrijkere figuur dan zijn wat grijze imago laat vermoeden. In Zottegem staat hij bekend als een groot liefhebber van de lokale frietcultuur, in Brussel is hij niet vies van een practical joke. Maar bovenal is hij een politiek beest. ‘Ideologisch’ is een van de meest gebruikte woorden waarmee zowel zijn vrienden als zijn tegenstanders hem typeren. Die ideologie is heel duidelijk terug te vinden in zijn begrotingsbeleid. Ter linkerzijde wordt hij geportretteerd als een adept van Margaret Thatcher. ‘Hij hangt het zuiverste soort neoliberalisme aan dat je in Vlaanderen kunt vinden’, zegt Vandenbroucke.
Terwijl de Vlaamse regering in het nieuws komt met wachtlijsten in de zorg en de kinderopvang, lerarentekorten en onderinvesteringen in ouderenzorg, houdt Diependaele de vinger op de knip. Toen de energieprijzen door het dak gingen, overwoog de Vlaamse regering geen seconde om geld uit te delen zoals de federale overheid dat deed. Diependaele en de N-VA zetten de Vlaamse begrotingsdiscipline dan ook graag af tegenover de ‘spilzucht’ van Vivaldi.
Loones ziet in de begrotingsdiscipline het bewijs van ideologische moed. ‘Dat is de kern van ons conservatieve gemeenschapsverhaal zoals het vroeger door Bart is uitgewerkt. Wij letten op de centen van mensen die daar hard voor gewerkt hebben en die het verdienen dat er zorgvuldig mee wordt omgesprongen.’
Minister Diependaele is een saboteur die gewoon geen sociale woningen wil bijbouwen.
Maxim Veys (Vooruit)
Zien de N-VA’ers de noden dan niet die er in Vlaanderen zijn? Loones: ‘De generaties die na ons komen, zullen óók nog voor problemen komen te staan waar ze een overheid voor nodig hebben. Wij staan als gemeenschap op de schouders van reuzen en moeten ervoor zorgen dat de Vlamingen na ons ook op onze schouders kunnen staan. Matthias is daar diep van overtuigd. Laten we wel wezen: ons onderwijs is nog altijd top, onze zorg is top, qua ongelijkheid doen we het heel goed en we hoeven ons absoluut niet te schamen voor de Vlaamse armoedecijfers. We leven niet op een maatschappelijk kerkhof, zoals links graag beweert.’
Foefelaar
Het woonbeleid van Diependaele wordt al evenzeer gekleurd door zijn ideologie. Hij maakt er een gewoonte van om de bewoners van sociale huurwoningen almaar strengere regels en controles op te leggen. Verplicht inschrijven bij de VDAB, beter Nederlands kennen en erop toezien dat huurders geen kamer op overschot hebben: Diependaele pakt graag met zulke regeltjes uit in kranteninterviews. Om uit te pluizen of sociale huurders buitenlandse eigendommen hebben, neemt Vlaanderen nu zelfs privédetectives in de arm.
‘Diependaele creëert het beeld van de sociale huurder als foefelaar’, zegt socioloog en woonexpert Pascal De Decker (KU Leuven/UGent). ‘Op het totaal van sociale huurders gaat het aandeel fraudeurs altijd over cijfers ver achter de komma. Het belangrijkste gevolg van Diependaeles beleid is dat mensen heviger zullen protesteren als er sociale woningen in hun buurt komen, of dat gemeenten het nog minder zullen aandurven om te beginnen bouwen.’
Die strengheid tegenover sociale huurders contrasteert fel met de resultaten die de minister zelf kan voorleggen. Het aantal gezinnen dat op de wachtlijst staat en – toch een belangrijk woord – recht heeft op een sociale woning neemt alleen maar toe. Ondertussen zijn het er meer dan 180.000. Toch blijft het aantal nieuwe woningen beperkt. In 2021 kwamen er netto iets meer dan 600 bij, en de kans is aanzienlijk dat het er in 2022 minder zijn. De sociale woonsector was het voorbije anderhalf jaar druk met een fusieoperatie die door Diependaele werd geïnitieerd en waarvan waarnemers zich afvragen of ze wel zo noodzakelijk was. Daardoor werd de sector gedeeltelijk verlamd. ‘Ik dacht in het begin van deze regeerperiode dat Diependaele een amateur was’, zegt Veys over het traject van de minister. ‘Ik vergiste me: hij is een saboteur, die gewoon geen sociale woningen wil bijbouwen.’
Zo streng Diependaele is voor huurders, zo coulant is hij voor gemeenten die zich niet houden aan het zogenoemde ‘bindend sociaal objectief’. Dat bepaalt het aantal sociale woningen dat ze tegen 2025 gebouwd moeten hebben. Ze krijgen geen sanctie opgelegd van de minister als ze die streefcijfers niet halen. Het gevolg is dat Vlaanderen de budgetten voor sociale woningen niet eens opgemaakt krijgt, en ze vervolgens kan uitlenen aan privéontwikkelaars die daarmee een veel bredere groep helpen dan enkel de sociale huurders op de wachtlijst.
Diependaele zal de wooncrisis in Vlaanderen hoegenaamd niet oplossen, maar dat ligt niet aan hem alleen, stelt De Decker. ‘Vlaanderen wil gewoon geen sociale woningen. Andere politici deden het in het verleden niet veel beter. Ooit is het aantal sociale woningen op vijf à zes procent van het totale aantal private woningen geraakt. Dat is sindsdien niet meer veranderd, en Vlaanderen doet het daarmee heel slecht in vergelijking met andere Noord- en West-Europese landen. Zowel in Antwerpen als in Gent – twee steden met politiek heel andere samenstellingen – wonen vandaag véél minder mensen in een sociale woning dan tien jaar geleden.’
Troonpretendent
Een thema als sociale woningen – of dakloosheid – is niet iets waar een N-VA’er snel op zal worden afgerekend door zijn achterban. Sterker nog: volgens een partijtopper legt Diependaele het ‘perfecte traject’ af: parlementair medewerker, parlementslid, fractieleider, minister. Maar is het Vlaamse minister-presidentschap – voor heel wat N-VA’ers de hoogste eer – dan een geloofwaardig volgend station? Met een rijzende ster als Zuhal Demir in eigen rangen is het moeilijk een campagne voor te stellen waarin de N-VA Diependaele naar voren schuift als kandidaat-minister-president.
Bovendien heeft partijvoorzitter De Wever al vaker partijgenoten opgehemeld die vervolgens toch niet op het schild werden gehesen. Een partijtopper: ‘Ben Weyts én Sander Loones zijn ooit door De Wever aangewezen als troonpretendent om hem op te volgen als voorzitter, zonder veel gevolg. Ook de naam van de opvolger van Jambon wisselt weleens.’
Voor de buitenwereld klinkt ‘minister-president Diependaele’ wellicht een beetje ongerijmd, maar binnen de partij spreken de degelijkheid en het fatsoen die aan Bourgeois herinneren nog heel wat N-VA’ers aan. ‘Matthias zou in ieder geval beter geschikt zijn als minister-president dan Zuhal’, zegt een N-VA-topper. ‘Hij zou tenminste iets gedaan krijgen.’
Matthias Diependaele
1979 geboren in Sint-Niklaas
2006 licentiaat in de rechten (KU Leuven)
2006-2009 medewerker N-VA-Europees Parlementslid Frieda Brepoels
2009-2019 Vlaams Parlementslid, vanaf 2013 fractieleider
Sinds 2019 Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed
Sinds 2022 titulair burgemeester Zottegem