Matchfixingexpert Declan Hill: ‘Geef Jean-Marie Dedecker een miljoen en hij lost dit op’
De Canadees Declan Hill, ’s werelds bekendste matchfixingexpert, is niet verrast door de onverkwikkelijke verhalen die opduiken in het Belgische voetbal. ‘Het probleem ligt niet bij de makelaars,’ zegt hij, ‘maar in een fundamenteel foute manier van zakendoen die sterk uitnodigt tot fraude.’
Declan Hill is van geen kleintje vervaard. Voor hij ’s werelds meest vooraanstaande expert in matchfixing en sportcorruptie werd, onderzocht de Canadese journalist bloedvetes in Kosovo, etnische zuiveringen in Irak, eremoorden in Turkije en de liquidatie van het hoofd van de Canadese maffia. En hij infiltreerde een Aziatisch misdaadsyndicaat en reisde ermee de wereld rond om wedstrijden te vervalsen. Dat werd de rode draad in The Fix: Soccer and Organized Crime, een gevulgariseerde versie van zijn proefschrift aan de Universiteit van Oxford. The Fix groeide uit tot hét standaardwerk over voetbalzwendel.
Volgens mijn bronnen wisten veel mensen binnen het Belgische voetbal wat er aan de gang was. En hebben ze het laten betijen.
Hill heeft bronnen dicht bij het onderzoek naar het fraudeschandaal dat het Belgische voetbal al een paar weken op zijn kop zet. Hij noemt het ‘een case die zo in de handboeken kan’ – sinds deze zomer is hij aan de slag als Professor of Investigations aan de Universiteit van New Haven, Connecticut. Hij kan en wil niet suggereren dat de gearresteerde mensen in het dossier schuldig zijn: ‘De kenners die ik spreek, zijn niet verbaasd door de recente onthullingen, maar dat bewijst niets. “Onschuldig tot het tegendeel bewezen is” blijft een heilig principe.’ Over de vermoedelijke werkwijze is hij duidelijk: ‘Het abc van de voetbalfraude is hier van begin tot einde gevolgd.’
Hoe ziet dat abc eruit?
Declan Hill: Knoeien met transferwaardes: daarmee begint het. Dat is de eenvoudigste manier om geld te verduisteren, een methode die 100 procent eigen is aan het voetbal. Club A koopt een speler van club B. Club A beweert 5 miljoen te betalen en schrijft dat bedrag uit de boekhouding. Club B krijgt in werkelijkheid 3 miljoen, wat niet erg is, want die som werd ook afgesproken. De overgebleven 2 miljoen verstoppen ze op buitenlandse rekeningen, bij voorkeur offshore. In het Belgische dossier is er een slush fund opgezet, een zwarte kas die in eerste instantie dient om tussenpersonen te verrijken, al gaat een wezenlijk deel uiteraard naar medeplichtigen binnen de clubs. Transfers met betalingen onder tafel zijn courant in het voetbal. Wie dat niet erkent, wil het eenvoudigweg niet zien. Er is ook amper controle op.
Zo’n zwarte kas leent zich uitstekend om zaken te doen die het daglicht niet verdragen. Bijvoorbeeld om club A kampioen te maken of club B voor degradatie te behoeden. Het begint met verduistering en eindigt met matchfixing: dat patroon duikt wereldwijd op.
Er lijkt in het Belgische dossier geen link te zijn met de gokwereld. Toch horen we al jaren: dáár zit het grote gevaar.
Hill: Correctie: zo’n link is nog niet gevonden. Het zou me sterk verbazen als dat in de loop van het onderzoek niet zou gebeuren. Als er sprake is van matchfixing, zullen een heel aantal mensen dat geweten hebben. En iemand zal op het idee zijn gekomen om via de gokmarkt geld te rapen, dat is haast onvermijdelijk.
Ter vergelijking: in de week voor de aanslagen van 11 september 2001 waren er vreemde bewegingen op de beurs. Alsof men wist dat ze eraan zaten te komen. Daar bestaat maar één verklaring voor: iemand uit de entourage van Al Qaeda had de verleiding niet kunnen weerstaan. We weten niet of ze het echt gedaan hebben, en het lijkt ook verstandig om dat geheim te houden, maar blijkbaar bestond er bij de CIA een plan om een lokaasfonds op te zetten: onverklaarbare beursschommelingen zouden een terroristische aanval kunnen voorspellen. De mens is van nature hebberig, zo blijkt.
U hebt bronnen dicht bij het Belgische onderzoek. Wat vertellen zij u?
Hill: Dat ook binnen het Belgische voetbal veel mensen wisten wat er aan de gang was. En dat ze het hebben laten betijen. En dat deze affaire groter is dan de Belgische competitie. Een grondig onderzoek zal uitlopers vinden door heel Europa.
In onze pers zijn de spelersmakelaars de kop van Jut: ‘Zij hebben clubs in hun macht. Daarom zijn zij het grote gevaar’, heet het.
Hill: Laat me niet lachen. Spelersmakelaars zijn buitenstaanders. Ze bereiken niets zonder medeplichtigen binnen de clubs. Zelf heeft een makelaar er geen belang bij om een match te fixen, maar hij is wel de geknipte man om voetbalfraude op te zetten. Wanneer je de boel wilt belazeren, maakt het niet uit of je een multinational bent, een Belgische voetbalclub of een onderzoeksjournalist uit Canada: je gebruikt een tussenpersoon, want zelf wil je er je handen niet aan vuilmaken. Toen Anderlecht in 1984 de scheidsrechter omkocht voor de halve finale van de UEFA Cup, werden daar geen clubmedewerkers voor ingezet. Nee, dat mochten Jean Elst en René Van Aeken opknappen, mensen die je niet rechtstreeks aan Anderlecht kon linken. Een van hen was trouwens ook spelersmakelaar.
Deze affaire is groter dan de Belgische competitie. Een grondig onderzoek zal uitlopers vinden door heel Europa.
Het probleem ligt dus niet bij de makelaars, maar in een fundamenteel foute manier van zakendoen die sterk uitnodigt tot fraude. Niet heel het Belgische voetbal is er schuldig aan, maar dat die manier van zakendoen wijdverspreid is, valt niet te ontkennen.
Een van de gearresteerden is Mogi Bayat, met voorsprong de belangrijkste spelersmakelaar in België. ‘Ik beslis wie degradeert’, zo bedreigde hij bestuursleden van Westerlo die niet meer met hem wilden werken. En warempel: Westerlo degradeerde.
Hill: Voor mij klinkt dat als bluf. Of nee, als een verknipt verkooppraatje: ‘Werk met mij, en ik hou je in eerste klasse.’ Op zich bewijst die uitspraak niets, maar het is veelzeggend dat die anekdote al jaren bekend is binnen het Belgische voetbal. Waarom heeft niemand ingegrepen? Pietro Allatta, de spelersmakelaar die gokchinees Zheyun Ye overal introduceerde, deed soortgelijke uitspraken. De namen zijn veranderd, maar verder is dit toch heus niets nieuws?
Het moet beter. Hoeveel schandalen heeft het Belgische voetbal nog nodig? Wanneer wordt er schoon schip gemaakt? Ik kan in uw land soortgelijke affaires aanwijzen van vijfendertig jaar geleden. Waarom bestaat er nog altijd geen Cel Integriteit? Waarom is er geen geloofwaardige kliklijn voor klokkenluiders? Je kunt niet om de vaststelling heen dat dit een puur politieonderzoek is en dat binnen het voetbal niemand actie heeft ondernomen om de fraude te stoppen. De Belgische Voetbalbond staat erbij en kijkt ernaar.
De politie noemt de wedstrijden Antwerp – Eupen en KV Mechelen – Waasland-Beveren, op het einde van het seizoen 2017-2018, verdacht. Als je ze opnieuw bekijkt, ligt de omkoperij er niet vingerdik op. Er werd één onterechte penalty gefloten, maar fouten horen nu eenmaal bij voetbal. Hoe zie je of een match is verkocht?
Hill: Een paar jaar geleden was er in het Verenigd Koninkrijk een case van een matchfixer die had bekend. De politie wist wie er had valsgespeeld en hoe. Om te testen of je dat op het zicht kon uitmaken, haalden ze er voetbalanalisten bij. Er waren er die zeiden dat er in die matchen ongetwijfeld iets aan de hand was, maar je had net zo goed analisten die meenden dat er van matchfixing geen sprake kon zijn: zij hadden alleen typische spelsituaties gezien.
Voetbal is een aaneenschakeling van kleine, vermijdbare foutjes. Een bal slecht controleren of een metertje te laat komen beslist over winst of verlies. Michel Platini (de Franse oud-international en ex-voorzitter van de UEFA, nvdr) noemt dat ‘de glorieuze onzekerheid van het spelletje.’ Matchfixing valt met het blote oog niet te detecteren: daarin schuilt juist het gevaar. Deze affaire zal twijfel zaaien in de hoofden van iedereen die bij jullie het voetbal volgt. Bij betwistbare fases zal elke fan zich uiteindelijk afvragen: zijn ze me weer aan het belazeren? Het Belgische voetbal heeft een klap gekregen waarvan jullie de omvang nu nog niet kunnen zien.
Ik wil benadrukken dat 95 procent het spel volkomen eerlijk speelt, maar die mensen zijn nu evengoed besmet. En het kan nog een graad erger. Als de twijfel algemeen wordt en supporters zich bij wijze van spreken bij elke goal vragen stellen, mag je de competitie opdoeken. In Singapore, Indonesië, Thailand, Maleisië, Cambodja, Vietnam, China en Zuid-Korea is het zover: die competities liggen op apegapen. De supporters geloven het gewoon niet meer.
Van de meer dan twintig arrestanten stond er maar één op het veld bij de verdachte wedstrijden: scheidsrechter Bart Vertenten. Kun je alleen via een arbiter een match fixen?
Hill: Dat is niet onmogelijk. Ik was getuige van een historische ontmoeting tussen Aziatische en Oost-Europese matchfixers in een hotelkamer in Wenen. Zij spraken over een systeem om matchfixing te quoteren: van zeker naar onzeker, en van veel naar weinig moeite. Een absoluut zekere fix krijgt vijf sterren: dan zijn beide ploegen betrokken, de trainers inbegrepen. In Italië blijken wedstrijden op het einde van het seizoen nogal eens vijfsterrenduels. Bij een fix van één ster is alleen de scheidsrechter betrokken; de spelers weten nergens van.
Het hoeft geen betoog dat een arbiter met strafschoppen of rode kaarten een match in een bepaalde richting kan sturen. Anderlecht tegen Nottingham Forest in 1984 was bijvoorbeeld een match van één ster: dat bleek te volstaan om het gewenste resultaat te verkrijgen. Maar opnieuw: het proces in het nieuwe dossier moet nog beginnen. De ref die u noemt, is niet veroordeeld, en ik beweer hier niet dat hij schuldig is.
Tegelijk vertoont het huidige Belgische dossier veel gelijkenissen met wat ik ‘seizoenseindecorruptie’ noem. In Italië is dat zo courant dat velen amper nog beseffen dat het illegaal is: clubs die niets meer hebben om voor te spelen, verkopen punten aan ploegen die kampioen kunnen worden of nog kunnen degraderen. In dat geval begint de matchfixing vaak bij de clubleiding: ‘Dit resultaat hebben we nodig. Zorg er maar voor, spelers.’
Wellicht geeft deze affaire het Belgische voetbal zelfs een boost: de supporters willen laten zien dat ze van hun club houden. Maar de terugslag komt er.
U stelt voor om de matchen op het einde van een seizoen volgens een play-offsysteem te laten verlopen, opdat elke ploeg een reden heeft om voluit te gaan. De Belgische eerste klasse telt al twee play-offs, maar om te beslissen over degradatie is er – gek genoeg – geen.
Hill: Play-offs zijn een manier om systemische corruptie tegen te gaan. Laat bijvoorbeeld de vier laagst gerangschikte ploegen een play-off spelen met rechtstreekse uitschakeling. Het is winnen of degraderen. Als de belangen zo groot zijn, verkleint de kans op matchfixing gevoelig.
Er wás vorig seizoen controverse in de degradatiestrijd, maar die draaide niet rond Mechelen of Waasland-Beveren. Moeskroen ontsnapt al een paar jaar op een vreemde manier aan degradatie, met bizarre overwinningen in de laatste matchen. Vorig seizoen was de club zelf al safe, maar verloor ze op de laatste speeldag op een knullige manier tegen Eupen, waardoor KV Mechelen degradeerde. Ieder die de goals in Eupen – Moeskroen zag, had er een ongemakkelijk gevoel bij.
Hill: Daar kan ik geen commentaar op geven. Misschien waren die gekke goals werkelijk gewoon gekke goals? Uw ongemakkelijke gevoel snap ik, zeker in het licht van de recente onthullingen, maar het bewijst niets.
Ook journalisten zijn gearresteerd. Zij zouden zijn benaderd om hogere punten te geven op het wedstrijdrapport in de maandagkrant. Dat klinkt zo dwaas dat het haast niet te geloven valt: die punten hebben geen enkele waarde.
Hill: Matchfixers gaan ervan uit dat je in het voetbal alles kunt kopen, ook de media. Opnieuw: ik weet niet of de journalisten naar wie u verwijst zich daaraan schuldig hebben gemaakt. Maar er zijn wel meerdere cases bekend van omgekochte journalisten. Luciano Moggi was manager van Juventus en in 2006 de spil van het omkoopschandaal waardoor die club moest degraderen. Hij had het zo geregeld dat hij in feite de regisseur was van een van de grootste Italiaanse voetbaltalkshows: corrupte scheidsrechters liet hij daarin bewieroken. De journalist die dat deed, kreeg in ruil een Lamborghini. Gunstige berichtgeving blijkt heus wel wat waard.
Hebt u aanwijzingen dat de Belgische competitie smeriger is dan de Nederlandse, de Franse of de Engelse?
Hill: Zulke vergelijkingen maak ik niet. Je weet niet of landen waarin affaires uitbreken er slechter aan toe zijn – elders blijven zulke zaken misschien toegedekt. Voetbal is nergens helemaal rot, maar wellicht in elk land wel een beetje verdorven. Het Belgische gerecht verdient sowieso lof: naar mijn indruk is het huidige onderzoek grondig en gedegen.
Declan Hill
– 1972: Geboren in Canada
– 1994: wordt onderzoeksjournalist en nieuwsanker bij de Canadian Broadcast Corporation (CBC)
– 2008: schrijft The Fix: Soccer and Organized Crime, een gevulgariseerde versie van zijn proefschrift aan de Universiteit van Oxford
– 2011: ontwikkelt een lessenpakket rond matchfixing, dat wordt onderwezen bij Interpol
– 2013: publiceert The Insider’s Guide to Matchfixing
– 2018: wordt Professor of Investigations aan de Universiteit van New Haven, Verenigde Staten
Hoe dit allemaal zal aflopen, en of er nu veroordelingen van komen of niet: dat is niet de hoofdzaak. Laten we ervoor zorgen dat het niet opnieuw gebeurt. De Belgische politiek moet de problematiek in handen nemen. Ik pleit voor een onafhankelijke instelling die de integriteit in de hele sport bewaakt. Dan heb ik het niet alleen over matchfixing, maar ook over witwassen of mensenhandel. De Belgische antidopingagentschappen, die internationaal een uitstekende reputatie genieten, horen ook thuis onder die koepel, en er moet aandacht in zijn voor seksueel grensoverschrijdend gedrag. In de Verenigde Staten is enkele jaren geleden een groot schandaal uitgebroken in het turnen: tientallen gymnasten, onder wie gehuldigde olympiërs, werden misbruikt door een teamarts, een man die blijkbaar al decennia aan de gang was. Velen wisten het, niemand ondernam actie. Nu pas hebben we daar aandacht voor, en het valt te vrezen dat de onderste steen nog niet boven is.
Toevallig heeft België de ideale man om zo’n integriteitscel te leiden: Jean-Marie Dedecker. Ik sprak hem toen hij in 2001 een rapport uitbracht over de wantoestanden binnen het Belgische voetbal, zaken die trouwens allemaal terugkomen in het huidige fraudeonderzoek. Zijn rapport werd genegeerd, en niemand nam de doodsbedreigingen ernstig die hij toen echt wel gekregen heeft. Hij is een voormalig judocoach en kent de topsport, hij gáát ervoor en is voor niemand bang. Ik weet dat Dedecker een ongelikte beer is, een man die iedereen tegen zich in het harnas jaagt. Maar zelfs zijn tegenstanders zeggen dat zijn integriteit boven alle twijfel verheven is. Geef hem een miljoen euro, twee voltijdse medewerkers en je zet een ernstige stap naar een zuiverdere sport.
Ondertussen raast de Belgische competitie voort: de stadions zitten vol, de fans applaudisseren, de analisten maken zich druk over looplijnen en dekkingsfouten. Alsof er niets aan de hand is.
Hill: Dat verbaast me niet. Wellicht geeft deze affaire het Belgische voetbal zelfs een boost: de supporters laten zien dat ze van hun club houden. Het voetbal staat in de aandacht en slechte reclame rendeert evenzeer, zou je cynisch kunnen opmerken. Maar de terugslag komt er. Niet volgend weekend, wellicht nog niet volgende maand, maar ooit krijg je een betwistbare fase in een cruciale match. Een rare penalty of een domme own goal waarbij de fans zeggen: ‘Dit is toch al te gek. Moet ik dit geloven?!’ Die twijfel wurgt de sport. Tegen het einde van het seizoen verwacht ik een lelijke sfeer in jullie stadions.
Kunt ú nog van een match genieten, met wat u weet over de schimmenwereld achter het voetbal? Of wint de achterdocht?
Hill: Achterdocht hoort bij mijn job. Of positiever verwoord: ik stel alles ter discussie, opdat de fan kan genieten.
België heeft nu een voorbeeldfunctie in het internationale voetbal. Jullie fantastische nationale ploeg laat zien dat een klein land groot kan zijn, als je het maar slim aanpakt en hard werkt. Ik vraag jullie nu diezelfde inspanning te doen in naam van de zuivere sport. Heb de ambitie om van de Jupiler Pro League de meest transparante, verantwoordelijke competitie ter wereld te maken. Corruptie is geen natuurwet. Ze valt te stoppen. Op voorwaarde dat je ze ernstig neemt en er volop tegenin gaat.
Dit artikel verschijnt woensdag 31 oktober in Knack. p>
Beluister Knack
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier