Margrethe Vestager: ‘Voorraden van mondmaskers aanleggen kan beter op Europees niveau’
Komt Europa sterker uit deze gezondheidscrisis, zoals dat gebeurde na de financiële en de bankencrisis? De Deense Eurocommissaris Margrethe Vestager weet het nog niet: ‘De komende weken zijn daarvoor cruciaal. En ja, we hebben Italië en Spanje in de steek gelaten.’
Margrethe Vestager werd vorige week 52, maar dat gebeurde zonder feestje. ‘Ach, dat komt nog wel.’ Ze gaat als een van de weinige Europese commissarissen elke dag naar haar kantoor in het Brusselse Berlaymontgebouw. Normaal werken daar twee- tot drieduizend ambtenaren, nu schat ze het aantal aanwezigen op enkele tientallen. ‘Bijna surreëel.’
De Deense Eurocommissaris is een van de machtigste vrouwen in Europa. Ze is bevoegd voor het concurrentiebeleid en de digitale agenda, en ze is vicevoorzitter van de Europese Commissie. Charmant, maar ook snoeihard in onderhandelingen. Bedrijfsleiders die ze belt, krijgen het Spaans benauwd. Vraag dat maar aan de ceo’s van Google, Apple of Facebook die van haar miljardenboetes opgelegd kregen.
Dit is het begin van een ander soort globalisering. We moeten de productieketens analyseren.
Hoe kijkt u terug op de eerste weken van deze crisis?
Margrethe Vestager: Omdat het de afgelopen weken zo hectisch was, heb ik daar eerlijk gezegd nog geen tijd voor gehad. We proberen de lidstaten zo veel mogelijk te helpen om de zware economische gevolgen van deze gezondheidscrisis te beheersen. In de Europese Unie vechten tienduizenden bedrijven voor hun voortbestaan. Deze weken zijn cruciaal om te verhinderen dat ons bedrijfsleven dodelijk getroffen wordt.
Ben u het ermee eens dat we deze pandemie alleen kunnen overwinnen als alle lidstaten solidair zijn?
Vestager: Ja, en ik voeg daar geen ‘maar’ aan toe. Geen enkel land kan dit alleen aan en dus zijn er geen excuses om soloslim te spelen. Geen enkele landgrens kan dit virus stoppen en dus moeten de EU-lidstaten gecoördineerd samenwerken. Maar gecoördineerd wil niet zeggen harmonieus.
Waarom niet harmonieus?
Vestager: Omdat elk land geraakt wordt in verschillende etappes. Italië werd het eerst getroffen. Dat land bevindt zich in een andere fase van de crisis dan andere lidstaten. Dat heeft ook een voordeel: we kunnen van elkaar leren. Vandaag las ik bijvoorbeeld over een medische test die van start is gegaan in Denemarken en waarbij bloed wordt genomen van patiënten die hersteld zijn van de covid-19 besmetting. Wetenschappers proberen in hun plasma te ontdekken hoe en in welke mate ze immuun zijn geworden voor covid-19. Ze doen dat volgens hetzelfde protocol als hun collega’s in de VS en Spanje.
Maar hebt u ook begrip voor de boosheid van Spanje en Italië, toen die enkele weken geleden botsten op de ieder-voor-zichmentaliteit van de andere lidstaten?
Vestager: Dat moet erg pijnlijk geweest zijn voor hen. De Unie is er namelijk niet alleen bij goed weer. Europa is meer dan een eengemaakte markt. We moeten ook goede buren zijn die elkaar helpen als het wat minder gaat.
Wat dacht u toen u de boze brieven las van de Spaanse premier of van de Italiaanse burgemeesters?
Vestager: Ik was gegeneerd. Ursula von der Leyen, onze voorzitter, heeft zich terecht verontschuldigd voor dat gebrek aan medeleven en solidariteit. En ik begrijp dat sommigen zullen zeggen dat het ’too little too late’ was. Weet je, het was toch niet zo moeilijk om ons in hun kwetsbare situatie te verplaatsen en te beseffen welke moeilijke strijd ze aan het voeren zijn om het hoofd boven water te houden? Bovendien hebben ze zelf geen enkele schuld aan de situatie waarin ze beland zijn. Gelukkig wordt er nu beter samengewerkt.
Sommigen spreken van een gebrek aan coördinatie door Brussel.
Vestager: De Europese Commissie heeft nauwelijks iets te zeggen over volksgezondheid, dat is het probleem. Volksgezondheid is grotendeels de bevoegdheid van de lidstaten. Dat heeft mijn collega Stella Kyriakides, de Eurocommissaris voor Volksgezondheid, aan den lijve ondervonden. Zij sloeg meer dan twee maanden geleden groot alarm over dit virus en wilde snel een crisisvergadering beleggen met de Europese ministers van Volksgezondheid. Het was haar plan om covid-19 gezamenlijk aan te pakken en te kijken of iedereen wel voldoende voorbereid was. Maar dat vonden de Europese ministers op dat ogenblik niet opportuun. Zo’n vaart zou het wel niet lopen, dachten ze. Toen is er een grote kans verloren gegaan.
U zegt dat de lidstaten nu beter samenwerken. Maar wist u bijvoorbeeld dat in België geen thermometers beschikbaar zijn, omdat de Duitse marktleider de productie voorbehoudt voor de Duitse thuismarkt?
Vestager: Echt? Dat kan niet. Mijn collega Thierry Breton vertelde me nochtans onlangs dat er ‘groene lijnen’ waren uitgezet om te verhinderen dat medisch materiaal zou worden tegengehouden aan de Europese binnengrenzen. Ik dacht dat we dat stadium voorbij waren, maar blijkbaar niet.
Kan de Europese Unie hier versterkt uitkomen, net zoals na de bankencrisis en de financiële crisis?
Vestager: Dat valt nog te bezien. De piek van besmettingen ligt hopelijk achter ons, maar de economische crisis bevindt zich nog maar in haar beginfase. Veel hangt af van wat de Europese regeringsleiders de komende dagen zullen beslissen. Er zitten nog lacunes in het economisch herstelplan. Die moeten we invullen, op een milieubewuste manier en met de beste digitale instrumenten. Als dat gebeurt, komen we er misschien sterker uit.
Bent u optimistisch of eerder pessimistisch?
Vestager: (aarzelend) Ik zit nog helemaal in een werk- en vergadermodus, want er moet de komende weken en maanden nog hard gewerkt worden aan dat herstelplan. Door iedereen. We gaan ons best doen, maar dit herstel is zeker nog niet verworven.
Het motto van de EU lijkt wel: ‘Never waste a good crisis.’
Vestager: Mensen die hun werk verliezen door deze crisis zullen zo’n opmerking niet graag horen. Voor hen komen het herstel en onze inspanningen wellicht te laat. We moeten nu vooral zorgen dat zij hun vertrouwen in onze instellingen en onze democratie behouden.
Heeft Europa nood aan een meer eengemaakt gezondheidssysteem?
Vestager: Ja en nee. Als het gaat over de individuele gezondheid van mensen staat het gezondheidssysteem het best zo dicht mogelijk bij de burger. Dat kan verschillen van land tot land. Maar als het gaat om een overkoepelend gezondheidssysteem, is er misschien wel meer Europese samenwerking nodig. Een voorbeeld? De strategische voorraden van medisch materiaal zoals mondmaskers en beademingstoestellen. Die kun je beter op Europees niveau aanleggen.
Is dit een goed moment om de strategische keuzes van de EU te herdenken?
Vestager: Gezondheidszorg is een van de grootste pijlers van onze welvaartsstaat. De eerste en belangrijkste opdracht nu is het redden van individuele levens. Maar we moeten ook het sociale contract in stand houden dat bepaalt dat het gezondheidssysteem voor iedereen toegankelijk is en blijft als je het nodig hebt. Daarom is het respecteren van de lockdown ook zo belangrijk. Alleen dat kan ons gezondheidssysteem overeind houden.
Welke lessen moeten we hieruit trekken?
Vestager: Dat we onze informatiestromen zo open mogelijk moeten maken. Alleen zo kunnen onze wetenschappers snel werken en ons tijdig voorbereiden. In het begin van deze crisis, toen we nog niet zo veel wisten over dit virus, is er te veel tijd verloren gegaan. Daarom is de European Open Science Cloud zo belangrijk. Dat is een waardevol programma van de Europese Commissie, waarin wetenschappelijk onderzoek voor zo veel mogelijk wetenschappers en instituten beschikbaar wordt gemaakt. Dat kan een groot verschil maken.
Burgers zullen de tracingapps wel gebruiken als ze de garantie krijgen dat hun privacy beschermd is én als ze zien dat die systemen hun nut bewijzen.
Is dit het begin van het einde van de globalisering, zoals sommige economen voorspellen?
Vestager: Het is zeker het begin van een ander soort globalisering. We willen nog altijd een wereldmarkt. Europese bedrijven zullen hun producten nog altijd overal ter wereld willen verkopen en vice versa. Maar misschien moeten we wel eens de productieketens analyseren. Hoe voorkomen we dat onderdelen eerst de halve wereld rondreizen vooraleer ze geassembleerd worden? De just-in-time-economie zal worden herdacht. Maar ook in de toekomst blijven we afhankelijk van elkaar. Zeker als we bijvoorbeeld de gevolgen van de klimaatwijziging willen aanpakken.
U zei in een interview met de Financial Times dat Europese bedrijven in deze coronacrisis kwetsbaar zijn geworden voor vijandige overnames. Hebt u daarvoor concrete aanwijzingen?
Vestager: We hebben bewijzen dat het wel eens die kant kan opgaan. Er was onlangs een eerste geval met een Duits bedrijf dat het doelwit was van Chinezen. Er kunnen nog andere bedrijven volgen, omdat de Chinese bedrijven en de Chinese economie zich in een latere fase van de crisis bevinden en nu dus sterker zijn dan hun Europese concurrenten. Daarom hebben we een soort ‘menu’ opgesteld waarmee bedrijven en overheden zich kunnen wapenen. Het signaal dat ik daarmee gaf, was bedoeld voor beide kampen. Voor mogelijke overnemers moet het duidelijk maken dat wij dit niet zullen tolereren. En hun doelwitten zijn nu voorbereid.
En dus mogen overheden zich inkopen in kwetsbare bedrijven?
Vestager: De Europese Unie staat neutraal tegenover eigendom van bedrijven. Ik heb voorgesteld aan de Commissie dat de overheid, de belastingbetaler dus, makkelijker kan toetreden tot het kapitaal van een bedrijf om zo’n vijandige overname te voorkomen. Dat kan door aandelen te kopen op de beurs. Maar als dat niet lukt, is een kapitaalverhoging ook mogelijk. Aan die soepele regels zijn wel voorwaarden gekoppeld. Die bedrijven mogen in dat geval bijvoorbeeld geen dividenden meer uitbetalen, want dat verzwakt hen.
Hoe staat u tegenover het nationaliseren van kwetsbare bedrijven?
Vestager: Ik kan me voorstellen dat het nodig kan zijn voor strategische bedrijven die dreigen om te vallen. Nationalisatie is mogelijk in een bepaald tijdsframe. De versoepeling voor het kopen van aandelen in een bedrijf is trouwens ook beperkt in tijd. De afbouw daarvan moet starten voor begin 2023. Het is niet de bedoeling dat overheden bedrijven voor een lange tijd gaan runnen. En zeker niet dat ze de normale marktwerking verstoren.
Aan welke strategische sectoren denkt u?
Vestager: Energie is dat ongetwijfeld. Luchtvaartmaatschappijen misschien ook. Net zoals de machinebouw of de farmaceutische sector.
Brussels Airlines zit in een zware financiële storm. Mag de Belgische overheid het nationaliseren, indien nodig?
Vestager: (lachend) Ik kan daar op dit moment echt geen commentaar over geven. Ik herhaal dat de Europese Commissie neutraal staat tegenover eigendom van bedrijven en ik zie ook dat heel wat overheden belangrijke participaties hebben in bijvoorbeeld transport- of telecombedrijven.
De Europese lidstaten begonnen verdeeld aan de strijd tegen covid-19. Zullen ze deze crisis ook verdeeld verlaten? Zal elk land zijn eigen exitstrategie volgen?
Vestager:De Wereldgezondheidsorganisatie heeft opgeroepen om samen te werken. Het is goed dat ze daarvoor duidelijke criteria heeft opgesteld. Maar je kunt een land als Oostenrijk of Denemarken niet verbieden om de lockdown sneller te versoepelen dan andere landen. De toestand is overal anders. Elk land bevindt zich in verschillende fases van de crisis. En dus moeten landen zoals België bijvoorbeeld leren van die andere landen. In Denemarken zijn de lagere scholen eerst geopend, maar de klassen zijn er wel gesplitst. Als dat lukt, kan België het misschien ook zo doen. Gebruik de beste voorbeelden. Leer van hun fouten of hun vergissingen. Onlangs hoorde ik een dokter vertellen hoe hij geprofiteerd had van de ervaringen van zijn Italiaanse collega’s over het beademen van patiënten. Hetzelfde moet nu gebeuren bij de afbouw van de lockdown en de revalidatie van patiënten.
Nationaliseren kan nodig zijn voor strategische bedrijven die dreigen om te vallen.
Wat vindt u als Europese verantwoordelijke voor de digitale agenda ervan dat Google en Apple gaan samenwerken voor tracking-en-tracingapps? Die twee onlinegiganten zijn niet uw beste vrienden.
Vestager: (lachend) Ik wil best vrienden blijven, maar dan moeten ze zich wel aan de Europese regels houden. We hebben richtlijnen opgesteld zodat we tracingtechnologie kunnen gebruiken in de nasleep van covid-19. Daarbij moet je wel de privacyregels naleven. Maar dat is doenbaar. Er is een Europees consortium in de maak met 130 bedrijven en organisaties uit minstens acht lidstaten, waaronder België. Dat consortium (Pepp-PT) verspreidt binnenkort software waarmee de leden aan de slag kunnen om op een gecoördineerde manier die apps te bouwen. Ik vind het op dit ogenblik geen probleem dat Apple en Google daarin op de achtergrond operationeel een ondersteunde rol spelen. Zij leveren de platforms waarop gebouwd kan worden.
Maakt dat ons Europeanen niet weer opnieuw afhankelijk van die Amerikaanse giganten?
Vestager: In dit geval niet. Het initiatief ligt duidelijk bij het Europese consortium en niet bij Google, Facebook of Apple. Het zijn Europese bedrijven die de apps bouwen. Dat betekent dus ook dat niet elk land los van de anderen zal werken. De initiatieven worden echt wel op elkaar afgestemd.
Bent u voorstander van tracing gebaseerd op bluetooth of eerder op basis van geolokalisatie?
Vestager: Bluetooth is beter voor onze privacy.
De Nederlandse overheid overweegt de apps te verplichten als onvoldoende burgers ze gebruiken.
Vestager: Zo’n app is pas succesvol als voldoende mensen er gebruik van maken, maar het moet wel vrijwillig gebeuren. Burgers zullen de tracingapps wel gebruiken als ze de garantie krijgen dat hun privacy beschermd is én als ze zien dat die systemen goed werken, hun nut bewijzen en er geen gevaar is voor cybercriminaliteit.
Sommigen vrezen dat zodra die apps geïntroduceerd zijn in onze samenleving, ze nooit meer zullen verdwijnen.
Vestager: Daarom is het beter dat die apps je precieze locatie niet kunnen traceren. Dit is geen keuze tussen privacy of volksgezondheid. De twee kunnen best samengaan.
Marketeer Fons Van Dyck zei onlangs in een interview met Knack dat we deze crisis beter zullen aankunnen dan die in 2008, omdat er nu meer vrouwen aan het roer staan. Hij verwees niet alleen naar u, maar ook naar Ursula von der Leyen, Christine Lagarde en Sophie Wilmès. Bent u het met hem eens?
Vestager:Dat weet ik niet. Daar heb ik ook nog niet over nagedacht. Eerlijk gezegd, ik denk dat de grootste reden waarom we – hopelijk – heelhuids uit deze crisis zullen raken is dat er deze keer geen schuldigen zijn, in tegenstelling tot in 2008. (lachend) Het zijn dus ook niet de Chinezen of de nonchalante Europeanen, zoals de Amerikaanse president Donald Trump zei. En ook niet de Wereldgezondheidsorganisatie.
Misschien is dat ook een vrouwelijk antwoord.
Vestager: (lachend) Dat zijn uw woorden, maar misschien hebt u wel gelijk.
Margrethe Vestager
– 52 jaar, dochter van twee Deense dominees
– studeerde economie aan de universiteit van Kopenhagen
– zat op haar 21e in het partijbestuur van Det Radikale Venstre, de Deense sociaalliberalen
– werd in 2011 vicepremier van Denemarken, bevoegd voor Economie en Binnenlandse Zaken
– is sinds 2014 Europees commissaris voor Mededinging
– is sinds 1 december 2019 vicevoorzitter van de Europese Commissie en commissaris voor Mededinging en Digitaal Beleid
Up-to-date overzicht: alles wat u moet weten over de coronacrisis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier