Magistraat is een knelpuntberoep: ‘De politiek is maar beter voorzichtig met kritiek op de magistratuur’
Met Lucia Dreser kreeg de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) vorig jaar een ambitieuze voorzitter. Er valt dan ook heel wat te sleutelen aan de aantrekkelijkheid van de magistratuur en aan een betere werking van justitie tout court.
U bent twintig jaar jeugd- en familierechter. Hebt u de zaken zien evolueren?
Lucia Dreser: Ik zie meer feiten van zinloos geweld en zwaardere feiten. Ik heb ooit de zaak behandeld van een meisje dat bij de Zehbi’s hoorde, een Brugse meisjesbende die de stationsbuurt terroriseerde. Maar als je die meisjes apart sprak, zou je denken dat ze geen vlieg kwaad deden.
Wat was uw meest beklijvende zaak als jeugdrechter?
Dreser: Een groepsverkrachting van een meisje die helemaal gefilmd werd. De manier waarop dat weerloze en bewusteloze meisje misbruikt en ontmenselijkt werd, zal ik nooit vergeten. Ik sta vaak versteld van de agressie in sommige mensen en hoe gemakkelijk geweld wordt gepleegd. Wat me ook raakt zijn vechtscheidingen met ouderverstoting. Een kind van elf jaar in je kantoor dat zonder verpinken zegt: ‘Die vrouw is mijn moeder niet meer.’ Dat gaat dat door merg en been.
Deze week organiseert de HRJ, samen met de universiteiten, voor de eerste keer de ‘Week van de magistratuur’. Moet het beroep gepromoot worden?
Dreser: Ons beroep aantrekkelijker maken, is een van onze topprioriteiten. Sinds 2014 daalt de instroom van magistraten. In 2020 was er geen enkele kandidaat voor 168 van in totaal 371 vacatures. Dat personeelstekort leidt soms tot lange doorlooptijden en tragere procedures.
Wat gebeurt er tijdens die ‘Week van de magistratuur’?
Dreser: Rechtenstudenten uit de laatste drie jaar kunnen een dag meelopen in het spoor van een magistraat. We zijn verrast door de grote belangstelling: 2450 studenten hebben zich ingeschreven en er doen 829 magistraten mee, ruim een derde van het totale aantal. De nieuwe instroom is nodig, want er komt een pensioneringsgolf op ons af. 17 procent van de magistraten is 60 jaar en ouder en de gemiddelde leeftijd is ongeveer 50 jaar. Een verjonging is dus geboden. In België waren in 2019 maar 4 magistraten jonger dan 30 jaar.
Waarom is uw beroep niet meer zo aantrekkelijk?
Dreser: Advocaten hebben wel interesse voor de intellectuele aspecten en de maatschappelijke rol, maar dat volstaat blijkbaar niet om negatieve indrukken te compenseren, zo blijkt uit een rondvraag uit 2018 van de HRJ bij 500 advocaten. Ze klagen over de infrastructuur, want rechtbanken zitten vaak niet in de meest moderne gebouwen. Sommigen vinden de arbeidsvoorwaarden ondermaats. Magistraten hebben ook geen sociaal statuut. Een magistraat kan bijvoorbeeld geen ouderschapsverlof nemen. Ook de talrijke hervormingen bij justitie schrikken af.
De magistratuur heeft een oubollige reputatie.
Dreser: U bent te kritisch. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) is bezig met een inhaaloperatie en er wordt geïnvesteerd. De minister werkt, samen met de Adviesraad voor de Magistratuur, aan een sociaal statuut. Het computermateriaal is fel verbeterd. Er zijn ook enkele nieuwe gerechtshoven gebouwd. Iedereen krijgt een laptop en meerdere schermen. De digitalisering wordt aangepakt.
Maar daar wordt al 25 jaar over gepraat. Het aantal mislukte projecten is bijna niet te tellen, ondanks de beloftes van elke nieuwe justitieminister.
Dreser: (kortaf) Het is geen gemakkelijke oefening. De overheid heeft de voorbije jaren ook te veel bespaard op Justitie. Misschien is de werklast bij magistraten wel te hoog?
Een hoge magistraat zei in Knack: ‘We zijn in dit land zeker met genoeg magistraten, en wellicht zelfs met te veel. Alleen zit niet iedereen op de juiste plaats.’
Dreser: Daar geef ik geen commentaar op. Er zijn 2527 magistraten en ik denk dat die keihard werken. Ik ken genoeg collega’s die geen ziekteverlof durven te nemen omdat ze weten dat ze zo een collega opzadelen met extra werk.
Verjonging is nodig. Er komt een pensioengolf aan en in 2019 waren er maar 4 magistraten jonger dan 30.
In vergelijking met onze buurlanden zit België meer dan goed met zijn aantal magistraten en middelen en toch hebben we een trage justitie.
Dreser: Daarom is men nu bezig met een werklastmeting. Dan wordt duidelijk wie te veel werk heeft en wie een tandje kan bijsteken. Zo’n meting is in ieders belang omdat ook de middelen tussen rechtbanken zullen worden herverdeeld.
Nog zo’n probleem: het gebrek aan diversiteit in de magistratuur.
Dreser: De magistratuur is vandaag niet altijd een afspiegeling van de samenleving. Mensen van allochtone origine stromen bijvoorbeeld minder goed door.
Hoeveel allochtone rechters zijn er?
Dreser: Najat Arbib is rechter in Luik en zit in de HRJ. Ze was de eerste Belgische rechter van Marokkaanse origine.
Dat is er dus al één.
Dreser: (lacht) Er zijn er uiteraard nog meer, zeker in Brussel. Bij zowat alle rechtbanken heb je er wel een paar, maar dat is zeker onvoldoende.
Veel sectoren en beroepen gooien al jaren de deuren open. Hoe komt het dat de magistratuur dat pas in 2022 voor de eerste keer doet? Is er geen gebrek aan openheid?
Dreser: We zijn toch positief geëvolueerd? Er zijn bijvoorbeeld bij alle rechtbanken perswoordvoerders die de media informeren over uitspraken.
Maar hoe? Toen twee verkrachters een voorwaardelijke straf kregen, reageerden de publieke opinie én ook politici bijzonder verontwaardigd. En justitie zweeg. Uw voorganger bij de HRJ zei daarover: ‘De magistratuur zwijgt te vaak.’
Dreser: Een rechter kan nooit commentaar geven op zijn of haar vonnis. In bepaalde delicate zaken worden integrale vonnissen ook naar de media gemaild. Dat is toch open communicatie? Wanneer de databank van alle gerechtelijke beslissingen in werking treedt, zal alles openbaar zijn.
Hoeveel jaar moeten we daar nog op wachten?
Dreser: Die databank komt er zeker. Ik vind het vooral belangrijk dat ze beheerd wordt door de rechterlijke orde en dat ze voor iedereen gratis toegankelijk is. Dat hoort bij onze dienstverlening. Vandaag moet de magistratuur zelf betalen voor toegang tot bepaalde databanken zoals Jura (eigendom van uitgeverij Kluwer, nvdr). Dat is toch niet logisch, want die databanken worden gevoed met onze eigen uitspraken.
Wat vindt u van politici die kritiek hebben op activistische rechters? Rechters zouden in maatschappelijk belangrijke zaken in de plaats treden van de wetgever. Denk bijvoorbeeld aan de Klimaatzaak, waar rechters de politieke overheid zwaar hebben veroordeeld.
Dreser: Dat soort kritiek kan de scheiding der machten in het gedrang brengen en het vertrouwen van de burger in de rechtsstaat ondermijnen. Als wetten niet voldoende duidelijk zijn, móét de rechter ze interpreteren. De politiek is dus maar beter heel voorzichtig met kritiek op de magistratuur.
Vorige week verscheen het jaarlijkse verslag van de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, waarin hij wetgeving evalueert. Hij schrijft dat er de voorbije 12 jaar 155 concrete voorstellen voor verbeteringen waren. Daarvan werd maar 45 procent gevolgd. Negeert de politiek de magistratuur?
Dreser: Er zijn ook voorbeelden waar wel degelijk met adviezen van de HRJ rekening wordt gehouden. In het wetsontwerp over het seksueel strafrecht zitten bijvoorbeeld aanbevelingen van de HRJ. Hoe dan ook, rechters mogen vanuit de politiek geen enkele druk ervaren om in een bepaalde richting te oordelen.
Lucia Dreser
– 1971: geboren in Brugge
– 1995: rechten aan de KU Leuven
– 2011: jeugd- en familierechter in Brugge
– December 2021: voorzitter HRJ
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier