Jonathan Holslag
‘Zowel in een orkest als in de samenleving geldt: begeesteren is belangrijker dan bevelen’
Wat heb je nodig om een samenleving aan te zetten tot samenspel?
Vorige week was ik te gast op een concert van de Koninklijke Harmonie Sint-Genoveva van Oplinter. Ik werd omvergeblazen. Niet alleen door de muziek, maar vooral door de wijze waarop tientallen muzikanten door enkele uurtjes per week vrijwillig te repeteren zo’n golvend en zinderend samenspel tot stand kunnen brengen.
Wat zou het mooi zijn, dacht ik tijdens dat concert, als we allemaal een beetje meer waren als de Koninklijke Harmonie Sint-Genoveva. Als onze samenleving, jong en oud, getalenteerd en minder getalenteerd, te midden van alle rampspoed in de wereld meer in staat zou zijn om in al haar diversiteit te streven naar… harmonie.
Muziek kan daar zeker bij helpen, zo wisten de oude wijsgeren al. ‘Niets vindt zijn weg dieper tot de ziel dan ritme en samenspel’, zou Plato hebben geopperd. Het is moeilijk, beweerde hij en met hem vele andere denkers, om te verwachten dat mensen kunnen samenleven en de schoonheid van de gedeelde kracht kunnen erkennen, als zij niet leren genieten van de harmonie in muziek. Friedrich Schiller benadrukte dat een samenleving niet zonder esthetische opvoeding kan.
Toegegeven: zelf ben ik afgehaakt na de blokfluit in het eerste middelbaar. Maar net nú lijkt samen muziek maken me van onschatbaar belang.
En terwijl mijn gedachten meedeinden op de melodieën van Rossano Galante vroeg ik me af wat je nodig hebt om een samenleving aan te zetten tot samenspel. Dat zou beginnen met de aanvaarding dat we eigenlijk een orkest zijn, als staat of als stad, en dat we op het podium zitten terwijl de rest van de wereld toekijkt. Dat we de keuze hebben om er voor elkaar iets van te maken of als een bende individualisten allemaal solo te spelen en te ontaarden in een kakofonie. Een kakofonie waar we zelf knettergek van worden en waar het internationale publiek zich van zal afkeren.
We hebben een programma nodig dat we allen willen spelen, een handvest van waarden en idealen. Dat mag een bundel van partituren zijn, maar de cohesie moet er zijn. En dan is er de dirigent. Componist en dirigent Hector Berlioz omschreef diens kwaliteiten als volgt: passie, sensitiviteit en beheerstheid. Een goede dirigent waant zich niet onvervangbaar en verheven boven het orkest, maar haalt het beste van dat orkest naar boven.
Dat geldt ook voor leiderschap in een samenleving: begeesteren is belangrijker dan bevelen. En wat is er mooier dan een samenleving die vanaf een bepaald moment begeesterd raakt door haar eigen samenspel?
Jonathan Holslag is politoloog en publicist.