Ann Peuteman

‘Zorgen voor mama? Dat doet de Vlaamse regering alvast niet’

Ann Peuteman Redactrice bij Knack

Van onhandige busverbindingen tot te weinig kinderopvang: vooral moeders zijn er de dupe van. ‘Al te vaak wordt het beleid afgestemd op mensen die alleen betaalde arbeid verrichten’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar column De Zoetzure Dinsdag. ‘En dat zijn meestal mannen.’

Elke ochtend vertrekt Daan al vroeg met de auto naar kantoor. Zijn vrouw Evelyne kleedt ondertussen hun twee zoontjes aan en geeft ze ontbijt. Om halfacht neemt ze – de ene zoon aan de hand, de andere in de buggy – om de hoek de tram. Drie haltes verderop stappen ze af om de oudste in de kleuterschool af te leveren. Daarna moet Evelyne nog tien minuten lopen om haar jongste zoon naar de crèche te brengen. Vervolgens neemt ze de bus naar de bank waar ze werkt. Als alles goed gaat, arriveert ze daar net op tijd: om halfnegen. Of beter: als alles goed ging. Sinds het nieuwe netplan van De Lijn op 6 januari werd ingevoerd, is niet alleen haar vaste tramlijn afgeschaft, ook de bushalte vlak bij de crèche wordt niet meer frequent bediend. Om op tijd op haar werk te zijn, moet Evelyne nu ten laatste om tien voor zeven thuis vertrekken.

Evelyne is geen uitzondering. Overal in Europa verplaatsen vrouwen zich vaker met het openbaar vervoer én te voet dan mannen. Doordat ze nog altijd veel meer zorgtaken en huishoudelijk werk op zich nemen, leggen ze doorgaans ook ingewikkeldere trajecten af. Niet alleen staan veel vrouwen, zoals Evelyne, in voor het brengen en ophalen van de kinderen, vaak stoppen ze op de terugweg ook nog om boodschappen in te slaan of gaan ze snel bij een zorgbehoevend familielid langs. Maar het openbaar vervoer is daar helemaal niet op afgestemd. De best bediende lijnen zijn bedoeld om forenzen ’s ochtends van de rand van de stad naar het centrum te vervoeren en ’s avond terug te brengen.

Zelfs de werking van strooidiensten blijkt vrouwen te benadelen.

Dat geldt niet alleen voor het openbaar vervoer. Veel overheidsdiensten zijn in de eerste plaats op werknemers gericht. Mensen die (ook) veel onbetaalde arbeid verrichten blijven vaak in de kou staan. En dat zijn dus nog altijd vooral vrouwen. Zelfs de werking van strooidiensten blijkt hen te benadelen. In haar must-read Invisible Women beschrijft Caroline Criado Perez wat er aan de oppervlakte kwam toen het bestuur van de Zweedse stad Karlskolga besloot om alle nieuwe maatregelen aan een gendertoets te onderwerpen. ‘Sneeuwruimen is tenminste nog een bevoegdheid waar genderactvisten géén kritiek op kunnen hebben’, grapte iemand. Maar dat bleek een grove misrekening te zijn. Bij het strooien en sneeuwruimen wordt zo goed als overal voorrang gegeven aan de belangrijkste autowegen, dan komen de kleinere straten aan de beurt en daarna pas de trottoirs. Aangezien vrouwen zich vaker te voet en met het openbaar vervoer verplaatsen, zijn vooral zij daar de dupe van.

En zo worden vrouwen door nog heel wat andere beleidsmaatregelen benadeeld. Soms lijkt het haast alsof de (Vlaamse) overheid hen wil ontmoedigen om uit werken te gaan. Niet alleen door tramlijnen en bushaltes af te schaffen, maar bijvoorbeeld ook door de wachtlijsten in het buitengewoon onderwijs te laten aangroeien en te weinig budget uit te trekken voor persoonsvolgende financiering voor kinderen met een handicap. Allemaal tekorten die vaker door moeders dan door vaders worden opgevangen.

Wie daaraan twijfelt, moet maar eens naar een paar afleveringen van het al even serene als ontluisterende Zorgen voor mama (VRT 1) kijken. Al drie seizoenen lang leggen de programmamakers de patronen bloot waardoor moeders niet alleen sneller in armoede terechtkomen, maar er ook heel moeilijk weer uitraken. Je ziet onder meer hoe alleenstaande moeder Natasja een paar dagen per week om vier uur ’s nachts opstaat, met haar jongste zoon naar het huis van haar zus rijdt, hem daar weer te slapen legt en vervolgens in de auto stapt om op tijd te arriveren in de supermarkt waar ze werkt. Stel je voor dat die vrouw het zonder auto en dus met de nieuwe netplannen van De Lijn zou moeten stellen.

En Evelyne? Zij en haar man hebben er even over nagedacht om een tweede auto te kopen, maar dat idee is al snel weer afgevoerd. Niet alleen druist dat tegen hun principes in, ze kunnen het zich ook niet veroorloven. Nu zijn ze op zoek naar een crèche dichterbij huis. De lange wachtlijsten zijn niet erg hoopgevend. Ze hebben besloten om af te wachten tot de krokusvakantie. Is er tegen die tijd niets veranderd, dan zal Evelyne haar werkgever vragen of ze halftijds mag werken.

Partner Content