Ann Peuteman

‘Ziet u het écht zitten om uw buurman in bad te helpen?’

Ann Peuteman Redactrice bij Knack

Heel wat Vlamingen doen wat ze kunnen om een zorgbehoevende buur te helpen. Zeker als er geen professionele hulp voorhanden is. ‘Heel mooi, maar we moeten wel onder ogen zien dat daar grenzen aan zijn’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar column De Zoetzure Dinsdag.

Miet en Karel, die net met pensioen zijn, hebben hun oude dag al helemaal voorbereid. Samen met twee bevriende koppels willen ze een oude hoeve verbouwen waar ze dan over een paar jaar allemaal kunnen intrekken. Elk stel zal zijn eigen woonkamer en slaapkamer hebben, maar de keuken, de wasruimte en de tuin worden gedeeld. De schuur laten ze ombouwen tot een gemeenschappelijke eet- en zitkamer. Vanzelfsprekend moet elke ruimte age proof zijn. Alle kamers bevinden zich op de begane grond, er zitten handvaten aan de muren, de badkamers hebben een inloopdouche en een verhoogd toilet en de deuren zijn breed genoeg om een rollator of rolstoel door te laten.

‘Maar het mooiste is dat we voor elkaar zullen kunnen zorgen wanneer sommigen van ons minder mobiel of zorgbehoevend worden’, zegt Miet.

Een mooie gedachte natuurlijk. Tot op zekere hoogte zal dat ook wel lukken, maar in de praktijk zitten daar meestal grenzen aan. Vraag maar aan Tom en Els, die al zo’n zes jaar naast een weduwe van een eind in de tachtig wonen. Van bij het begin hadden ze een heel fijn contact met haar. Af en toe paste ze zelfs op hun kinderen.

In covidtijden vonden ze het dan ook de normaalste zaak van de wereld om boodschappen voor haar mee te nemen. Aangezien ze almaar slechter kon stappen, bleven ze dat ook na de pandemie doen. Toen de buurvrouw zich een halfjaar later een noodknop aanschafte, vonden ze het meteen goed dat ze hen als contactpersonen registreerde. Twee keer moest Tom haar helpen na een oproep van de alarmcentrale, maar ook dat deed hij zonder morren. In ruil nam zij met plezier hun postpakketten aan en als ze lange tijd van huis waren, mochten ze hun mopshond bij haar achterlaten.

Alles leek gesmeerd te lopen. Tot Els op een zaterdagochtend een telefoontje van de buurvrouw kreeg. Ze zat in bad en kon er niet meer uit. Els liet alles vallen en haastte zich naar haar toe. Toen ze de rillende vrouw, die ze met veel moeite uit bad had weten te hijsen, met een grote handdoek droogwreef, bedacht ze dat het zo niet verder kon. De verantwoordelijkheid werd haar te groot.

Wordt burenzorg echt te zwaar, dan moet vaak halsoverkop naar een andere oplossing worden gezocht.

Dat gebeurt wel vaker. Daarom heeft het Nederlandse kennisplatform ZorgSaamWonen de online reeks Waar eindigt burenzorg en begint mantelzorg? gelanceerd. Het uitgangspunt is dat de grens voor de zorg die we als buren, kennissen of vrienden leveren gaandeweg opschuift. Zeker als er niet genoeg professionele zorg voorhanden is. Soms gaat dat op den duur te ver, kunnen of willen buren de zorg niet meer op zich nemen en moet er halsoverkop naar een andere oplossing worden gezocht.

Is het voor buren vaak al moeilijk om hun grenzen af te bakenen, dan valt dat de huisgenoten in – al dan niet intergenerationele – cohousingprojecten nog zwaarder. Een student die bij een tachtiger op kot zit, zal misschien wel willen afwassen, boodschappen doen, strijken en de vuilniszak buitenzetten. Maar de heer des huizes uit bed tillen of in bad helpen? Wellicht gaat dat toch te ver.

Of stel dat je op je oude dag besluit om een huis te delen met vrienden die je al je leven lang kent. Ben je dan ook bereid om een van hen op het toilet te helpen als die dat zelf niet meer kan? Daar maak je vooraf best heel duidelijke afspraken over.

Ook Miet, Karel en hun vrienden zijn ondertussen tot de conclusie gekomen dat er toch wel grenzen zijn aan de hulp die ze elkaar willen bieden. Dus krijgt de schuur nu een nieuwe bestemming. Het wordt een logeerkamer annex verpleegpost. Mantelzorgers kunnen er op adem komen of overnachten en thuisverpleegkundigen of thuiszorgers kunnen er hun uitvalsbasis van maken. ‘We zaten met onze toekomstige huisgenoten op restaurant toen ik me plots voorstelde dat ik hen op een dag eten zou moeten oplepelen’, zegt Miet. ‘Hoe nobel dat ook kan zijn, het lijkt me toch niet zo bevorderlijk voor onze vriendschap.’   

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content