Vrijdaggroep

‘Word ik te arm om single te zijn in de stad?’

De groep alleenwonenden in de samenleving wordt steeds groter. Er is al veel inkt gevloeid over de fiscale discriminatie die deze groep ervaart. Maar met de lokale verkiezingen in aantocht, ligt er voor steden een unieke kans om werk te maken voor van oplossingen voor deze groep.

‘Ben ik te arm om single te zijn in Antwerpen?’ Dit was mijn licht ironische antwoord toen ik op café werd gevraagd hoe het alleen wonen me bevalt. Na een recente breuk met mijn partner, bevond ik mij na bijna tien jaar plots weer in een eenpersoonshuishouden. Dat is geen sinecure, er komt meer bij kijken dan gedacht.

In de Nederlandse krant Het Parool wordt de term ‘Super solo’ gebruikt om alleenwonenden in Amsterdam te omschrijven, vanwege de immense flexibiliteit en veerkracht die van hen wordt gevraagd. Ze moeten niet alleen in hun eentje zwaardere financiële lasten dragen, maar ook een breed sociaal netwerk en sociaal kapitaal onderhouden voor momenten van tegenslag, zoals ziekte of een ongeval.

Het aantal alleenwonenden in België blijft toenemen. In 2024 bestaat 46% van alle huishoudens uit alleenstaanden, waaronder zowel eenpersoonshuishoudens als eenoudergezinnen. Het Brussels Gewest voert de lijst aan met 58,7% alleenwonenden (inclusief eenoudergezinnen). Veel centrumsteden, zoals Antwerpen met 52,4%, zitten ruim boven het nationaal gemiddelde.

Super solo en ook super divers

Bij alleenwonenden denken mensen vaak aan jonge, ongebonden twintigers en dertigers, maar deze groep omvat ook mensen die bewust voor een leven zonder partner kiezen, evenals alleenstaande ouders. Door de vergrijzing en de wens van ouderen om langer zelfstandig te blijven wonen, bestaat een aanzienlijk deel van deze groep uit 65-plussers. Gender speelt ook een rol: de meerderheid van de eenoudergezinnen en alleenwonenden boven de 65 jaar zijn vrouwen. Kortom, het is een diverse groep met verschillende subgroepen, waaronder veel kwetsbare mensen. Bovendien is deze groep niet altijd single. Sommigen hebben een LAT-relatie of kiezen ervoor niet samen te wonen met hun partner.

Onze ‘Super Solo’s’ hebben echter één ding gemeen: ze vormen een huishouden met slechts één volwassene en dus ook maar één inkomen, wat specifieke uitdagingen met zich meebrengt.

Allereerst lopen alleenwonenden een verhoogd risico op armoede. Daarbovenop komen nog uitdagingen op het gebied van fiscaliteit, betaalbaar wonen en sociale uitsluiting. Tijdens de COVID-pandemie werd bijvoorbeeld het risico op sociale isolatie en eenzaamheid onder alleenwonenden bijzonder duidelijk. Bovendien ervaren zij fiscale discriminatie, zoals een hogere belastingdruk en het niet kunnen profiteren van het huwelijksquotiënt. Hoewel fiscale kwesties vooral op federaal en Vlaams niveau spelen, kunnen steden en gemeenten juist veel betekenen op het vlak van betaalbaar wonen, armoedebestrijding en sociale inclusie.

Wat kunnen lokale besturen doen?

Betaalbaar wonen is een prangende kwestie. Uit de Vlaamse Woonbalans van sectorfederatie Embuild blijkt dat alleenstaande huurders in alle gemeenten en steden een aanzienlijk risico op betaalbaarheidsproblemen lopen, aangezien ze gemiddeld 52% van hun inkomen aan huur besteden. Het is duidelijk dat er meer betaalbare en sociale woningen nodig zijn, maar het is ook belangrijk om te overwegen welk type woningen dit moeten zijn. Hebben alleen koppels recht op een tuin? Mogen alleenwonenden meer verwachten dan een piepklein appartement met een terras van één vierkante meter? Stedelijk woonbeleid moet zich daarnaast richten op het bevorderen van innovatieve en sociale woonvormen in een samenleving waar het traditionele koppel met twee kinderen niet langer de standaard is.

Daarnaast kunnen de OCMW’s extra aandacht besteden aan alleenwonenden die niet binnen de standaarddefinities van kwetsbare groepen vallen. Bij het plannen van evenementen en culturele activiteiten is het essentieel om ervoor te zorgen dat het aanbod inclusief is. Ook bij de provinciebelastingen kan meer rechtvaardigheid worden nagestreefd, vooral nu de verkiezingen eraan komen. Kortom, dit vraagt niet om één of twee beleidsmaatregelen, maar om een nieuwe manier van denken bij het ontwerpen van stedelijk beleid. 

Wachten op het charter voor ‘singlevriendelijk’ beleid?

De Vlaamse Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) werkt momenteel in opdracht van de Vlaamse overheid aan een charter voor singlevriendelijk beleid voor lokale besturen, evenals een ‘alleenstaandentoets’. Hoewel dit proces nog loopt, roep ik steden en gemeenten op om actief deel te nemen. Aangezien het een verkiezingsjaar is, zou ik steden aanraden om hier proactief mee aan de slag te gaan. Gemeenten zoals Sint-Pieters-Woluwe hebben dit jaar al een charter goedgekeurd om hun stedelijk beleid beter af te stemmen op alleenwonenden. Andere gemeenten kunnen zich hieraan spiegelen. Een alleenstaandentoets zal niet alleen je stad of gemeente leefbaarder maken voor de ‘Super solos’, maar ook de weg vrijmaken voor een meer inclusieve, veerkrachtige stad die openstaat voor meerdere samenlevingsvormen.

Ariane Giraneza is Climate Policy Manager bij Bellona Europa en lid van de Vrijdaggroep.

In de zomermaanden belicht de Vrijdaggroep elke week een belangrijk lokaal beleidsdomein dat ook resonantie vindt op nationaal of zelfs mondiaal niveau.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content