Bieke Verlinden
‘Willen we dat zorg een recht blijft in plaats van een privilege? Dan moeten we opnieuw investeren in de publieke sector’
De zorgsector kraakt. En onze woonzorgcentra delen in de klappen: ze kampen met personeelstekorten, torenhoge prijzen en kwaliteitsproblemen. Woelige tijden waarin commerciële spelers steeds meer terrein winnen. En dat is allesbehalve goed nieuws, want de cijfers liegen niet: zij leveren minder kwaliteit tegen hogere kosten. Daar zijn de Vlaamse ouderen én hun families de dupe van. En de grote winnaars? Een paar Franse multinationals die het grootste deel van die commerciële woonzorcentra in handen hebben.
Recent onderzoek van Okra legt de pijnpunten van deze crisis bloot: de gemiddelde kostprijs voor een woonzorgcentrum in Vlaanderen bedraagt €2246 per maand, terwijl een gemiddeld pensioen slechts €1706 bedraagt. Dat gat – €540 per maand – is voor veel ouderen en hun families onoverbrugbaar. En dat gat wordt steeds groter in de commerciële woonzorgcentra. Want zij rekenen veruit de hoogste prijzen aan.
De vestrengeling van zorg- en winstdenken
Maar er is meer. Commerciële woonzorgcentra scoren niet alleen slecht op prijs, ook op kwaliteit. Zo zetten ze gemiddeld 6,5 voltijdse medewerkers minder in dan publieke woonzorgcentra. Bovendien nemen ze vaak lichtere zorgprofielen op en benutten ze hun capaciteit niet volledig: er is opvallend veel leegstand.
Het is dan ook geen toeval dat het vooral commerciële spelers zijn die op de zwarte lijsten belanden. Van de 17 Vlaamse woonzorgcentra die onder verhoogd toezicht staan, zijn er 14 commercieel. De andere 3 zijn non-profit. Wat dus opvalt: er is geen enkel publiek woonzorgcentrum bij.
Hoe dat komt? Dat er commerciële zorgcentra zijn het niet zo nauw nemen met kwaliteit, is het resultaat van een politiek die blind geloofde in marktwerking. De redenering was simpel: meer aanbod zou leiden tot betere zorg en lagere prijzen. Maar de realiteit is helaas anders. De markt heeft zorg tot een product gemaakt, en wie het beste wil, moet diep in de buidel tasten. Zorg wordt op die manier duurder, niet meer voor iedereen toegankelijk en de kwaliteit daalt.
Wanneer zorg en winstdenken met elkaar verstrengeld raken, zijn er dus vooral verliezers.
Zorg is een basisrecht, geen handelswaar
Publieke woonzorgcentra bewijzen gelukkig dat het anders kan. Ze zijn goedkoper, toegankelijker en leveren betere zorg. Niet omdat ze geen uitdagingen kennen, maar omdat ze vertrekken vanuit een andere visie: zorg als basisrecht, niet als handelswaar. Die publieke spelers zijn essentieel om de sector in balans te houden. Omdat ze de toon zetten voor betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit, dwingen ze de commerciële om scherp te blijven, en bieden ze de non-profitsector ruimte om vast te houden aan hun visie.
Toch wordt het publieke aanbod al jaren uitgehold. De architectuur van onze sociale zekerheid – zoals de betalingsverbintenis waarbij het OCMW bijspringt voor ouderen die hun factuur niet kunnen betalen – staat onder druk.
Het gevolg? Ouderen en hun families worden steeds meer naar het goedkoopste zorgaanbod gestuurd, in plaats van naar de beste en nabije zorg. Daarnaast leidt het tekort aan publieke investeringen ertoe dat families verder moeten reizen voor een woonzorgcentrum. Dat maakt zorg niet alleen duurder, maar ook emotioneel zwaarder, want netwerken en familiebezoeken vallen stil.
Investeren in de toekomst van de zorg
Gelukkig zetten we met de Vlaamse regering in op een andere koers. Met Vooruit als aanjager investeren we komende legislatuur 140 miljoen euro extra in ouderenzorg, met een focus op zowel thuiszorg als op het uitbreiden van het aantal plaatsen in woonzorgcentra. Ook de verbetering van de verloning en werkomstandigheden van het zorgpersoneel staan hoog op de agenda. Want we begrijpen maar al te goed dat zonder de zorgverleners er geen zorg kan zijn.
Daarvoor moeten we afstappen van de toenemende commercialisering van de zorg. De laatste jaren hebben we pijnlijke verhalen gezien en gelezen van buitensporige facturen voor veel minder kwaliteit. Het is onaanvaardbaar dat grote multinationals grote winsten boeken ten koste van onze ouderen in Vlaanderen. Iedere oudere heeft recht op de best mogelijke zorg aan de best mogelijke prijs. Commerciële spelers mogen niet profiteren van zorg als product. Eventuele kleine winsten moeten herinvesteerd worden in de zorgverlening, innovatie en lagere facturen.
Een evenwichtig speelveld
Goede zorg begint bij samenwerking. Publieke, non-profit en commerciële spelers kunnen elkaar aanvullen, maar alleen als het speelveld in evenwicht is. Een sterke publieke speler is de hefboom die zorgt dat kwaliteit en toegankelijkheid voorop blijven staan. Want zorg mag geen luxe worden. Zorg is een collectief recht, iets waar iedereen aanspraak op heeft.
Lokale besturen moeten beseffen dat investeren in publieke woonzorg geen kostenpost is, maar een investering in een samenleving waarin iedereen recht heeft op een waardige oude dag. Omdat onze publieke zorg zowel prijs als kwaliteit bewaakt, fungeert ze al een verzekering die ervoor zorgt dat onze zorg niet ontspoort. En dat is niet alleen een uitstekende zaak voor alle gebruikers van die zorg, maar ook voor iedereen die in de sector werkt.
Bieke Verlinden is schepen van zorg en welzijn in Leuven. Ze zetelt voor Vooruit in het Vlaams parlement.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier