Kevin Defieuw (CD&V)
‘Wie had ooit gedacht dat lokale besturen zouden moeten ijveren voor het behoud van de laatste bankautomaat?’
‘We stevenen we af op een nabijheidscrisis waarbij burgers het gevoel hebben nergens nog terecht te kunnen’, schrijft Kevin Defieuw (CD&V). De opeenvolgende crisissen van de laatste jaren hebben ervoor gezorgd dat een ‘vanzelfsprekende’ nabijheid steeds meer verdwijnt huit het dagelijks leven.
Advies krijgen in het plaatselijk ziekenfondskantoor, brood kopen bij de ‘warme’ bakker of een ongedwongen ontmoeting. Spontaan denken we dat deze nabijheid thuishoort in het dagelijks leven van iedere Vlaming. Vandaag is echter het omgekeerde waar. Deze ‘vanzelfsprekende’ nabijheid behoort steeds minder tot de standaard. Een sluimerende tendens die zich al geruime tijd manifesteert. Al kwamen we afgelopen jaren in een gevaarlijke stroomversnelling terecht.
In navolging van de kredietcrisis versnelden banken en financiële instellingen hun processen om te centraliseren en digitaliseren. Dat laat zich duidelijk voelen op het terrein. Ruim 4 op 10 lokale bankkantoren werden afgelopen jaren gesloten. De afgelopen weken nog luidden Test-Aankoop en Okra de alarmbel over de afschaffing van geldautomaten. Ze roepen de regering op om de banken duidelijke verplichtingen op te leggen om aanwezig te blijven in het straatbeeld.
Het is een trend die zich doorzet in de volledige dienstverleningssector. Ook de energiecrisis heeft een zichtbare impact. Door de oplopende energieprijzen is voor de traditionele handelszaken het vet van de soep. Voor velen zit er niets anders op dan de activiteiten (minstens tijdelijk) te staken. Naast de uitgedunde centra vormen ook verenigingen het kloppend hart van onze samenleving. Daar slaat de coronacrisis dan weer diepe wonden. Maar liefst 1 op 3 zag het aantal vrijwilligers met de helft terugvallen. Dit komt dan weer bovenop de digitale boost waarbij fysiek overleg vervangen werd door Zoom-vergaderingen. En ook fysiek daten krijgt steeds vaker een digitale dimensie.
Na iedere crisis smolt de nabijheid-gletsjer sneller. Hierdoor stevenen we af op een nabijheidscrisis waarbij burgers het gevoel hebben nergens nog terecht te kunnen. Niet voor rechtstreeks professioneel advies. Niet voor de snelle aankoop van voedsel. Niet voor een losse babbel.
Vooral in landelijk gebied is dit vandaag reeds de harde realiteit. Het zal dus niet verbazen dat de ‘eenzame’ burger vertrouwen verliest en dat overheid en politiek het moeten bekopen. Meteen de belangrijkste reden waarom Vlaams Belang in 2019 ook hier doorbrak. De politieke elite heeft er bijgevolg alle belang bij om deze nabijheid bovenaan de politieke agenda te plaatsen.
Onze steden en gemeenten staan synoniem voor goed nabuurschap. Als dichtste bestuursniveau zijn zij ‘het’ aanspreekpunt voor kleine en grote zorgen. Steeds vaker zorgt het wegvallen van die nabijheid voor onrust. Zeker de kleine(re) gemeenten worden hier, buiten hun kerntaak om, gedwongen actie te ondernemen. Wie had gedacht dat deze lokale besturen vandaag energieadvies zouden geven? Of zouden moeten ijveren voor het behoud van een laatste bankautomaat?
(Lees verder onder het artikel.)
Terwijl vooral die kleinere besturen de nabijheidscrisis bezweren, ontvangen de centrumsteden nog steeds 57,11% van de middelen uit het gemeentefonds. Uiteraard hebben de centrumsteden specifieke problematieken, maar de aanpak van deze nabijheidscrisis verdient minstens evenveel ondersteuning. In afwachting van de noodzakelijke actualisatie zie ik geen vertrouwenwekkende signalen van Bart Somers als Minister van Binnenlands Bestuur, integendeel. De situatie aanwenden om ballonnetjes op te laten over verplichte gemeentefusies of lanceren van subsidieoproepen met als klinkende naam ‘gemeenten zonder gemeentehuis’ prikkelen deze nabijheidscrisis en zij die ze moeten ondergaan.
Los van de aandacht voor de lokale besturen dienen hogere overheden kritischer te zijn over de nabijheidsimpact van hun beleid. Zo wordt de draagwijdte van het afschaffen van het regionaal ochtendblok op Radio 2 ernstig onderschat. Veel Vlamingen houden via dit medium voeling met de lokale en regionale actualiteit. De gesuggereerde digitale alternatieven vormen voor een grote groep geen afdoend alternatief.
Sceptici zullen me naïef vinden. Nabijheid heeft een prijskaartje en gezonde overheidsfinanciën vormen een uitdaging. Maar wat ben je met gezonde overheidsfinanciën als het draagvlak afkalft? Voor anderen is de keuze voor nabijheid een keuze voor het verleden. Net het omgekeerde is waar. Het is een toekomstgerichte optie. Vanuit nabijheid ontstaat verbondenheid en vanuit verbondenheid kunnen we toekomstige uitdagingen aanpakken. Zoals we het coronamonster als groep temden, zo zal gemeenschapsgevoel een sleutelfactor worden om ook nieuwe crisissen het hoofd te bieden.
Kevin Defieuw (CD&V) is schepen van Economie in Wevelgem.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier