Marie Christine Laleman
‘Wie besliste om dienst stadsarcheologie te schrappen, heeft geen hart voor Gent’
‘Dit is de manier van hoe er in Gent met waardevol onroerend erfgoed wordt omgegaan’, schrijft voormalig stadsarcheoloog Marie Christine Laleman. ‘De stad degradeert zichzelf zo naar het dorpse amateurisme van voor 1973.’
Eiken zijn bijzonder waardevolle bomen in ons ecologisch landschap. Deze streekeigen bomen kunnen zeer oud worden. Ze niet alleen nuttig voor elke vorm van aangenaam leven, ze zijn ook essentieel voor elke leefbare omgeving. Het voedsel dat ze in de bodem vinden benutten ze om elk jaar terug nieuwe bladeren, takken en eikels te vormen, die op hun beurt ook weer leven brengen. Zelfs al verliest de eik soms een tak, zolang men hem niet omhakt, heeft hij kansen en zet hij zijn levensloop verder.
Die eik in Gent heet Stadsarcheologie. Hij moet na bijna 50 jaar prachtige dienst en ondanks zijn vaste plaats in het stedelijke landschap verdwijnen voor een platte asfaltbaan die de omgeving genadeloos verwoest. Dit is de manier van hoe er in Gent met waardevol onroerend erfgoed wordt omgegaan. De stad degradeert zichzelf zo naar het dorpse amateurisme van voor 1973.
Sinds 1973 speelt de Stad Gent een pioniersrol op het vlak van Stadsarcheologie. Wat begon met opgravingen in de oostelijke buitentuin van de Sint-Pietersabdij onder leiding van archeoloog Joan Vandenhoute, groeide uit tot een kwaliteitsvol beheer van het Gentse archeologisch erfgoed. Al bijna 50 jaar zet Stadsarcheologie Gent zich op een progressieve manier in voor het onderzoeken en waarderen van de archeologische rijkdom van deze stad. De coördinatie van alle projecten heeft daarbij een hoofdrol: coördinatie tussen alle projecten en diverse sectoren die samenwerken om de geschiedenis van Gent verder uit te bouwen. Dit wordt geregeld uitgebreid gecommuniceerd zodat elke Gentenaar op de hoogte blijft en men buiten Gent kan zien wat deze stad groot en attractief maakt. Recent nog scoorde Stadsarcheologie Gent hoge toppen met onder meer het onderzoek in De Kleine Sikkel, het opvolgen van de wegenwerken in het Sint-Pieterskwartier, de vernieuwende studiedag over de vroege middeleeuwen in Gent en het Gentse, de tentoonstelling over de opgravingen op The Loop, de integratie van het archeologische verleden op de natuurbegraafplaats in Drongen.
Dat de beslissing besparingen zou opleveren is een broodjeaapverhaal. De wettelijke verplichtingen rondom archeologisch onderzoek moeten worden uitgevoerd en dit zal voortaan door de private sector gebeuren. Voor de Stad Gent en haar bouwprojecten betekent dit telkens een belangrijke termijnverlenging, een niet onaardige meerkost, onvoldoende kwaliteitsgarantie, overbodige ingrepen, onvoldoende archeologische integratie, en zo meer, want vanaf begin 2023 vertrekt men telkens vanuit een non-kennis-standpunt. Daarenboven wordt elke bouwwerf met archeologisch onderzoek voortaan een losse snipper, zonder return on investment.
De Gentse belastingbetaler draagt wel bij, maar krijgt geen informatie meer over wat, hoe en waar, en al zeker niet over de resultaten en de betekenis ervan voor de kennis van en over Gent. Het gebrek aan een dergelijke coördinatie, een lacune binnen de huidige wet- en regelgeving, was en is één van de hoofdopdrachten van elke waardevolle Europese stadsarcheologie en dit sinds midden 20ste eeuw. Door het wegvallen van de archeologische werking blijft ook de inhoud van alle cultuurhistorische informatie steken op eind 2022. En dit geldt natuurlijk eveneens voor het voortgezet wetenschappelijk onderzoek waaraan Stadsarcheologie Gent sinds 1973 in talrijke samenwerkingsverbanden meewerkte.
Maar er is ook het menselijke aspect. Archeologen zijn het gewoon van in zeer verscheiden samenwerkingsverbanden, zowel op terrein als bij de uitwerking van het veldwerk, te functioneren en ook in tal van sectoren buiten de archeologie werken er archeologen. Maar archeologen die omwille van hun kennis en expertise aangesteld werden om in Stadsarcheologie Gent te werken, evenals de andere personeelsleden die binnen dat team een onovertroffen expertise opbouwden ‘heroriënteren’ naar andere werkplaatsen binnen de stad, dit getuigt pas echt van ‘morsig’ omgaan met medewerkers en hun capaciteiten, terwijl we al een eind in de 21ste eeuw zijn met de mond vol over inspraak, betrokkenheid en het welzijn van de medewerkers.
Personeelsleden die perfect hun werk doen, Gent internationaal op de kaart hebben gezet en daar nog dagelijks toe bijdragen, worden respectloos ‘gedegradeerd’ en ‘gestraft’. Zij horen echter thuis in Stadsarcheologie Gent waar zij verder performant en efficiënt het best ten dienste van de stad kunnen functioneren. Oplossingen voor het financiële aspect liggen duidelijk bij wie die werking verhindert. Maar meer dan het financiële aspect zijn wellicht kennis en expertise het probleem, en wettigen die het bruut omhakken van de eik.
Het is duidelijk dat wie tot die beslissing heeft bijgedragen, geen hart heeft voor Gent, niet van Gent houdt, Gent niet kent en ook niet respectvol omgaat met het onroerend erfgoed dat de eigenheid van Gent bepaalt. De politieke oppositie krijgt alvast een uniek nieuwjaarsgeschenk met een grote groene strik errond cadeau.
Marie Christine Laleman is voormalig Stadsarcheoloog en directeur Stadsarcheologie Gent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier