‘Werken moet meer lonen’: hoe wil Open VLD dat realiseren?

Egbert Lachaert (Open VLD).
Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

Alle politieke partijen zijn het er over eens: het verschil tussen werken en niet-werken moet groter worden. Maar hoe kan dat concreet? Knack vroeg het aan de Vlaamse partijen en geeft vandaag het antwoord van Open VLD, aangevuld met bedenkingen van professoren Stijn Baert (UGent) en Wim Van Lancker (KU Leuven): ‘De Open VLD vertrekt vanuit clichés’.

Elke politieke partij hamert er tegenwoordig op: werken moet meer opleveren in de portemonnee, het verschil tussen mensen die werken en mensen die niet werken moet financieel groter worden. Dat klinkt velen aantrekkelijk in de oren, alleen vertellen de politici er haast nooit bij hoe dat concreet moet gebeuren. Knack vroeg het aan de woordvoerders van de zeven Vlaamse politieke partijen: welke financiële prikkels moeten het verschil tussen werken en niet werken groter maken?

De Vlaamse partijen bezorgden Knack na enige bedenktijd hun antwoorden, die we hierbij onverkort geven. We legden alle antwoorden ook voor aan arbeidsmarktexpert Stijn Baert (UGent) en socioloog Wim Van Lancker (KU Leuven). Hieronder het antwoord van de Open VLD, straks volgt het antwoord van Groen.

Het antwoord van Open VLD

‘We kunnen er niet omheen dat steeds meer mensen kiezen niet te werken, ook al kunnen ze wel aan de slag. De oorzaak ervan: de doorgeslagen groei van uitkeringen en sociale voordelen in ons land.

In de eerste plaats liggen uitkeringen voor niet-werkenden in ons land ontzettend hoog. Bovendien zijn we de enige plek waar die werkloosheidsuitkeringen onbeperkt in de tijd kunnen doorlopen. Ook het leefloon ligt hoog in vergelijking met andere landen.

Deze bedragen worden nog eens aangevuld met heel wat sociale voordelen op Vlaams, federaal en lokaal niveau. Een korte bloemlezing: sociale toeslag op het groeipakket, sociale huisvesting, studietoelagen, tarieven in de kinderopvang, waterfactuur, het omnio-tarief in de gezondheidszorg, zorgpremie, huursubsidie, kortingen van De Lijn, sociaal energietarief, sociaal telefoontarief et cetera.

Eerst moeten de uitkeringen bevroren en beperkt worden in de tijd. Alle sociale toelagen moeten hervormd worden tot één sociaal bedrag, waarmee mensen tijdelijk een aantal selectieve basisnoden kunnen dekken. Dat mag nooit tot de eeuwigheid blijven doorlopen, zoals nu. Ook pleiten we voor het einde van het sociaal tarief voor gas en elektriciteit en het bevriezen van de welvaartsenveloppe.

Verder pleiten we voor extra nettoloon voor werkenden. Zo willen we de jobbonus verdrievoudigen. Ook binnen de komende onderhandelingen rond de fiscale hervorming moeten we op dat vlak al een aantal stappen zetten.

Zo willen we op termijn bereiken dat wie werkt altijd minstens 500 euro netto per maand beter af is dan wie niet werkt.’

Bedenkingen van Wim Van Lancker (KU Leuven) en Stijn Baert (UGent):

Wim Van Lancker: ‘De Open VLD vertrekt vanuit clichés, bijvoorbeeld als ze het heeft over “de doorgeslagen groei van uitkeringen” in ons land. Het aantal mensen met een werkloosheidsuitkering is net gedaald. Ze zegt ook dat “uitkeringen voor niet-werkenden in ons land ontzettend hoog liggen”, wat wordt tegengesproken door cijfers van de OESO.’

‘Ze geeft een bloemlezing van sociale voordelen,’ vervolgt Van Lancker, ‘maar het omnio-tarief bestaat al lang niet meer, en met de huursubsidies bedoelt ze waarschijnlijk de huurpremie en die is zo streng dat er bijna niemand voor in aanmerking komt. Dat is intellectueel oneerlijk. Je vraagt je af hoe serieus de liberalen het dan opnemen om een standpunt te bepalen over zoiets belangrijks als “arbeid moet meer opleveren.”’

Stijn Baert: ‘In de voorstellen van de Open VLD zie ik zaken terugkomen die de Vlaamse liberalen ook al in 2019 beloofden, die zelfs in het regeerakkoord werden opgenomen, maar die nog steeds niet gerealiseerd zijn. Bijvoorbeeld dat de uitkeringen bevroren en beperkt moeten worden in de tijd. Hoe vaak kun je daar nog mee afkomen?’

Van Lancker: ‘De partij zegt dat ze “op termijn willen bereiken dat wie werkt altijd minstens 500 euro netto per maand beter af is dan wie niet werkt”. Waar komt die 500 euro vandaan? Omdat het een mooi rond getal is? En weet je wat nog het ergste is: in de meeste gevallen hééft iemand die voltijds werkt bij ons al 500 euro meer dan iemand die niet werkt. En als iemand ervoor kiest om thuis te blijven om bijvoorbeeld voor een kind met een beperking te zorgen, moet dan het verschil ook 500 euro bedragen? Voor iedereen en altijd?’

Lees ook:

Van PVDA tot Vlaams Belang: ‘Werken moet meer lonen’ blijkt holle verkiezingsslogan

Vanavond en morgen: hoe willen Groen en N-VA dat realiseren?

Partner Content