Edward De Vooght
‘We moeten feiten durven los te laten’
‘In een democratie komen feiten van pas, maar op zichzelf zijn ze betekenisloos. Hoewel ze een goed startpunt vormen voor een debat, ben je er ook snel over uitgepraat’, schrijven Edward De Vooght en Johanna Snoeck van Artevelde Hogeschool. ‘De collectieve waarheidskramp waarin onze samenleving geschoten is sinds 2016, heeft gemaakt dat we vergeten zijn om het buitenfeitelijke een plaats te geven in het debat.’
Geeft deze titel je een onbehaaglijk gevoel? Dan ben je niet de enige. Feiten loslaten lijkt precies te zijn wat we niet mogen doen in deze tumultueuze tijden: Musk monopoliseert het publieke debat, Zuckerberg stopt met factchecken en Trump heeft op zijn eerste schooldag al 20 foute ‘feiten’ de wereld ingestuurd. Onze vrije democratie lijkt op haar grondvesten te daveren en toch zijn miljoenen Amerikanen verblijd in het collectieve geloof dat ze nu eindelijk weer vrij zijn.
De enige conclusie die je hieruit kan trekken, is dat de feiten er eigenlijk niet meer toe doen. Dus dan zijn ze misschien ook niet de meest effectieve oplossing.
In een democratie komen feiten van pas, maar op zichzelf zijn ze betekenisloos. Hoewel ze een goed startpunt vormen voor een debat, ben je er ook snel over uitgepraat. 1 miljoen nieuwe vluchtelingen in Europa is dan wel een feit, maar wat wil dat eigenlijk zeggen? Een feit vertelt niets over de vluchtelingen of de vlucht. Het dicteert niet wat er moet gebeuren. Het sterkt geen emotie, onderstreept geen belang en creëert geen betekenis. Het feit ís, en daarmee is alles gezegd. En net daarom overtuigen ze niet.
Bovendien verkiest ons brein intuïtieve en instinctieve redeneringen boven rationele analyses. Confirmation bias maakt bijvoorbeeld dat we meer belang hechten aan gelijkgestemde opinies en dat we harde argumenten die tegen ons gevoel ingaan wegwuiven of over het hoofd zien.
De filosofe Hannah Arendt opperde dat de politieke wereld geen betrekking heeft op waarheid, maar op opinie. Met feiten alleen zullen we er niet komen. Hoe gaan we met die vluchtelingen om, wie zijn die vluchtelingen en hoe staan we tegenover hen? Dat zijn geen feitelijkheden. Het zijn interpretaties en emoties, normen en waarden. Het is op dat niveau dat de samenleving in discussie gaat. Overal in Europa zijn populisten in opmars door in te spelen op de malaise bij grote delen van de bevolking. Discussiëren over feiten zal hier geen zoden aan de dijk brengen. Het probleem ligt immers niet bij de feiten, maar bij het gevoel, de beleving en de interpretatie van wat er gaande is. Of het nu een miljoen of duizend vluchtelingen zijn, de malaise zet door.
We moeten feiten leren loslaten om voorbij die feiten te leren discussiëren. De collectieve waarheidskramp waarin onze samenleving geschoten is sinds 2016, heeft gemaakt dat we vergeten zijn om het buitenfeitelijke een plaats te geven in het debat. We moeten leren omgaan met opinies en emoties. Niet gewoon twijfelen aan alles, maar leren begrijpen en bevragen wat er leeft bij iemand met wie we het niet eens zijn. Ruimte laten voor interpretaties van een beleefde wereld, in plaats van elk gevoel met cijfers de kop in te drukken.
Hier zijn enkele manieren waarop dat volgens ons kan en misschien wel moet:
Sociale kring
We kunnen beginnen met feiten los te laten in gesprekken met vrienden en familie. Zij het op café of op familiefeesten, discussies durven al eens te ontaarden met een wrange nasmaak tot gevolg. Vaak leiden meningsverschillen hier tot een emotioneel onbegrip. Terwijl we met argumenten en feiten goochelen in discussies, zijn we vooral uiting aan het geven aan onze emoties, maar daarover wordt nauwelijks gesproken. Hierdoor wordt er nauwelijks naar elkaar geluisterd. Een gesprek wordt zo een opbod waarin begrip de duimen moet leggen voor overtuiging. Benoem daarom eerst hoe je je voelt bij gevoelige of controversiële thema’s en vraag aan je vrienden en familie om hetzelfde te doen. Het creëert een gezamenlijk begrip om op te bouwen.
Onderwijs
We moeten sleutelen aan de debatvorm. Het debat is een heilig huisje in ons onderwijs en geldt als de ideale vorm om kwalitatief in discussie te gaan. Toch heeft het debat enkele grote caveats. Het leidt tot de dominantie van extraverte sprekers, waardoor niet alle meningen even uitgebreid gehoord worden. De focus op argumentatie en feiten vervalt gauw in een welles-nietesspelletje waarbij niet geluisterd wordt om te begrijpen, maar om te weerleggen. Het debat veroorzaakt daardoor meer conflict dan consensus en verkiest oneliners boven lange genuanceerde analyses. In plaats van debatten in de klas zouden we leerlingen ook kunnen leren vergaderen en samenwerken met een focus op het zoeken van compromis en het vinden van gezamenlijke oplossingen voor meningsverschillen.
Politiek
Ook het publieke debat zou opgefrist kunnen worden met een nieuw format. Het succes van programma’s zoals Eerste keus, Het conclaaf en Hertoginnedal, is hier een teken aan de wand. In die programma’s zien we politici niet clashen met elkaar maar eerder gemoedelijk in gesprek gaan.
Onderzoek van Arteveldehogeschool toonde zelfs aan dat die programma’s bijzonder invloedrijk waren voor het stemgedrag van jongeren vorig jaar. Politieke duiding moet dus niet altijd in de vorm van conflict gebeuren. In plaats van politici te laten draaien in hun eigen gelijk met hun eigen geselecteerde feiten en rapporten, kan de focus liggen op overeenkomsten zoeken en een potentiële samenwerking blootleggen. In België zijn steeds meerdere partijen aan de macht. Waarom exploreren we dan niet hoe politici kunnen overeenkomen in plaats van steeds de schijnwerpers te plaatsen op hun individuele verschillen?
Journalistiek
Om voorbij de feiten te gaan, moeten we ook durven door te vragen. Politici maken vaak gebruik van cijfers en rapporten om hun visie te beargumenteren, maar zoals we al zeiden, zijn cijfers geen rechtvaardiging. Een politiek voorstel moet gerechtvaardigd worden door uiteen te zetten vanuit welke beweegredenen er iets moet veranderen. Daarom moeten we vaker de cijferbubbel doorprikken. Cijfers kunnen we factchecken, maar als we de redenering achter een voorstel niet kennen, kunnen we ook niet in discussie gaan. Echte politieke discussie over waarden en normen verschuilt zich zo achter een scherm met grafieken en tabellen. Om cijfers te checken hebben we factcheckers, maar waar bespreken en bevragen we de ideologie achter de schermen?
Onderzoek
In de academische wereld moeten we meer ruimte maken voor onwetendheid. Dat lijkt paradoxaal, maar toch is de manier waarop wetenschap met de wereld communiceert vaak een stoerdere versie dan wat wetenschap eigenlijk is. Wetenschappers zoeken in hun werk naar nuance met een enorme terughoudendheid, maar in perscommuniqués gaat het in duidelijke woorden over zekere inzichten met grote gevolgen. Dat ligt niet alleen aan de wetenschappers zelf, maar ook aan politici, journalisten en burgers die naar wetenschappers kijken voor kant-en-klare antwoorden, die er vaak niet zijn.
Ook op conferenties hebben wetenschappers vaak het gevoel dat ze op alle vragen van collega’s een antwoord moeten klaar hebben. Dat sterkt het gevoel dat de wereld alleen bestaat uit harde wetenschappelijke feiten, maar vaak zijn de interpretaties van die feiten bijzonder complex en gelaagd. Daarom zouden wetenschappers meer ruimte moeten nemen én krijgen om het antwoord schuldig te blijven en in de plaats de onzekerheid te duiden.
Die verandering is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar het voornaamste is hier dat we onszelf trainen om te discussiëren met behulp van de feiten in plaats van over de feiten. Onze wereld is geen rekensommetje. Het is belangrijk om figuren als Musk, Zuckerberg en Trump geen vrijgeleide te geven en dat doen we door niet mee te gaan in polarisatie, maar door in het maatschappelijke debat consensus te laten winnen van conflict. Democratie steunt op constructieve gesprekken en die beginnen bij ons. Dat is geen feit, dat is onze mening.
Edward De Vooght is onderzoeker Communicatie, Media en Design. Johanna Snoeck is onderzoeker Onderwijs. Beide zijn ze verbonden aan de Artevelde Hogeschool.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier