‘Wat wil je dat ik voor je doe?’: kinderen maken vaker hun eigen misbruikbeelden
Beelden van seksueel misbruik van kinderen: ze nemen online exponentieel toe, en ze worden steeds vaker door de almaar jongere slachtoffers zelf gemaakt.
Dit stuk is bedoeld voor volwassen lezers en begint met beschrijvingen van seksueel kindermisbruik. Volgens de Britse waakhond Internet Watch Foundation (IWF), die de online wanpraktijken wereldwijd monitort, mogen we daar niet voor terugdeinzen. ‘Als we zelf niet moedig genoeg zijn om de juiste woorden te gebruiken die de gruwel beschrijven die die kinderen doormaken, hoe kunnen we dan van hen verwachten dat ze moedig genoeg zijn om erover te praten?’
Wie de beschrijving van het seksueel kindermisbruik liever overslaat, kan inhaken vanaf de tussentitel ‘Zelfgemaakt’.
Vanuit haar slaapkamer spreekt een jong meisje haar kijkers toe. Via de livestream op haar telefoon moedigt ze hen aan om vragen te stellen. ‘Hoe oud ben je?’ verschijnt meermaals op het scherm. ‘Veertien’, antwoordt ze. Eigenlijk ziet ze er eerder twaalf of dertien uit. Of ze haar voeten wil laten zien, vraagt iemand, en of ze daarna witte sokken wil aantrekken. ‘Heb je een voetfetisj?’ giechelt ze. Dat ze mooi is, en heet, laat iemand anders horen.
Het duurt niet lang voor iemand haar vraagt om haar geslachtsdeel te tonen. Zonder aarzelen loopt ze naar het raam, sluit ze de gordijnen van haar kamer en trekt ze haar slip uit. ‘Wat wil je dat ik nog voor je doe?’ vraagt ze. Ze trekt de camera dichterbij, penetreert zichzelf vaginaal en anaal met haar vingers – ook dat wordt haar gevraagd. Nog wat later trekt ze haar T-shirt uit en danst ze naakt door de kamer terwijl ze zich aanraakt. Ze zegt dat ze minstens 5000 kijkers wil. Na een tijdje kleedt ze zich weer aan en excuseert ze zich bij haar publiek omdat ze moet gaan.
‘Ik ben veertien’, zegt ze nog eens. ‘Vergeet me geen berichtjes te sturen, bedankt voor het kijken.’
Zelfgemaakt
Wat hierboven beschreven staat, is een voorbeeld van wat analisten sinds de pandemie steeds vaker onderscheppen op het internet. De Internet Watch Foundation (IWF), die wereldwijd proactief beelden van seksueel kindermisbruik opspoort, vond vorig jaar maar liefst 199.363 websites met zelfgemaakte beelden van kinderen, goed voor 78 procent van alle websites met materiaal van seksueel kindermisbruik. Ter vergelijking: in 2019, voor corona, waren dat er ‘slechts’ 38.424.
Zelfgemaakte beelden van seksueel kindermisbruik zijn foto’s of video’s die met een smartphone of webcam gemaakt worden. Meestal vindt de opname plaats in de bad- of slaapkamer van het kind of de jongere, in een vertrouwde omgeving die veilig zou moeten zijn. Vaak zijn er persoonlijke spullen te zien op de achtergrond, soms hoor je in de verte stemmen, bijvoorbeeld van ouders.
Beelden van seksueel misbruik kunnen op verschillende manieren tot stand gekomen zijn, zegt professor digitale media en privacy Michel Walrave (Universiteit Antwerpen). ‘Het kunnen beelden zijn die ooit met toestemming gemaakt zijn, maar na het afspringen van de relatie verspreid worden. Soms uit wraak op het slachtoffer, en soms zonder dat die daar weet van heeft.’ Daarnaast kan iemand online aangemoedigd worden om intieme beelden te delen. ‘Daarna komt het dreigement dat de beelden zullen worden gedeeld met het netwerk van de afgebeelde persoon, tenzij die ingaat op seksuele of financiële eisen – dat heet sextortion. En soms wordt seksueel misbruik gefilmd of gefotografeerd, waarna de beelden ervan verspreid worden.’
199.363 websites met zelfgemaakte beelden van kinderen
Als het slachtoffer weet heeft van de verspreiding, heeft dat vaak een blijvende impact. ‘De verspreiding is een voortzetting van het misbruik, met een ongekend publiek als getuige’, zegt Walrave. ‘Het slachtoffer weet niet wie de beelden gezien heeft en wanneer die opnieuw kunnen opduiken. Dat kan bij sommige slachtoffers leiden tot sociale angst, onzekerheid en depressieve gevoelens.’
Hoewel sexting (met wederzijdse toestemming seksueel getinte berichten en beelden uitwisselen) perfect past binnen een normale seksuele ontwikkeling, moet het duidelijk zijn dat beelden van seksueel misbruik níét gemaakt worden uit vrije wil of met wederzijdse toestemming. De term ‘zelfgemaakt’ kan misleidend zijn. Volgens onderzoekers van de IWF kreeg het meisje uit de bovenstaande omschrijving duidelijk instructies over hoe ze zich moest gedragen.
‘Kinderen en jongeren worden soms misleid en klaargestoomd, of zelfs afgeperst en bedreigd om seksueel getinte beelden van zichzelf te delen. Ook als jongeren gedwongen worden tot zelfmasturbatie is dat een vorm van misbruik’, zegt Tijana Popovic, beleidsadviseur bij Child Focus. ‘Bovendien hoeven daders zich tegenwoordig niet in dezelfde fysieke ruimte te bevinden als slachtoffers: door het internet kunnen ze zich zelfs in verschillende werelddelen bevinden. Maar het komt ook voor dat de misbruiker wél in dezelfde ruimte is en buiten beeld blijft. Dat maakt het soms heel moeilijk om te weten welke beelden effectief op eigen initiatief gemaakt zijn, en welke door aansturing van een derde. Nochtans is dat een belangrijk onderscheid om te maken.’
Ook Yves Goethals, diensthoofd van de sectie Child Abuse van de federale politie, wijst op het belang van dat onderscheid. ‘Vaak zijn kinderen nog te jong om de seksuele connotatie van hun handelingen te begrijpen. Op sociale media vinden we video’s waarin kinderen elkaar filmen terwijl ze seksuele bewegingen maken, zonder ook maar te beseffen waar ze mee bezig zijn. Voor hen is dat een spelletje. Gelukkig sporen de socialemediaplatformen zulke beelden snel op en worden ze verwijderd, maar als iemand met slechte bedoelingen ze daarvoor nog onderschept, gaat de bal aan het rollen. En dat een kind in de camera kijkt, betekent nog niet dat er niemand anders in de kamer is. Via weerspiegelingen of via de audio proberen we dat te achterhalen.’
Kinderen nemen nog meer risico dan jongeren. Ze staan vaker helemaal naakt of herkenbaar op de foto’s, en sturen ze vaker door.
Exponentiële toename
Online seksueel kindermisbruik is een globaal probleem. Uit een wereldwijde bevraging in 2021 blijkt dat meer dan een op de drie respondenten tijdens de kinderjaren gevraagd werd om online een expliciet seksuele handeling te stellen. Meer dan de helft kreeg te maken met een vorm van online seksueel kindermisbruik.
Kinderen en jongeren brachten tijdens de coronacrisis meer tijd door op het internet, en virtueel sociaal contact werd de norm. ‘Niet fysiek kunnen afspreken, heeft sommigen er misschien toe aangezet vaker intieme beelden uit te wisselen’, zegt Walrave. ‘Sommige gebruikers voelen zich minder geremd omdat er in online communicatie een zekere afstand bestaat tussen de gesprekspartners.’
Op die beelden die de Internet Watch Foundation vond, waren in 2022 in 64 procent van de gevallen meisjes van 11 à 13 jaar oud te zien. De IWF noteerde daarnaast een onrustwekkende toename van nóg jongere kinderen. Tegenover 2021 steeg de hoeveelheid beeldmateriaal van kinderen tussen de 7 en 10 jaar oud met 129 procent, tegenover 2019 zelfs met 1058 procent.
Die evolutie tekent zich ook in België af. ‘Elk jaar krijgen we duizenden meldingen van beelden van seksueel misbruik, gerapporteerd door sociale media’, zegt Yves Goethals. ‘Het aandeel van zelfgemaakte beelden daarin stijgt enorm.’
Amerikaanse socialemediabedrijven – denk aan Facebook, Instagram, Snapchat en Discord – worden verplicht om illegale content te rapporteren aan het National Center for Missing & Exploited Children (NCMEC). Vorig jaar ontving het NCMEC maar liefst 32 miljoen meldingen die vermoedelijk betrekking hadden op seksueel misbruik van kinderen. Die meldingen worden op hun beurt doorgespeeld aan de betreffende landen, zodat ze verder onderzocht kunnen worden. Belangrijke kanttekening bij dat cijfer: niet elke melding gaat over strafbare feiten of over zelfgemaakte beelden, en aangezien dergelijk materiaal zich vaak als een lopend vuurtje verspreidt, kan één beeld verschillende keren gemeld worden.
Ook de cijfers voor België zijn ongezien sterk gestegen. Vorig jaar verzamelde het NCMEC meer dan 50.000 rapporten over beelden van seksueel kindermisbruik die gelinkt werden aan België, een stijging van 319 procent tegenover 2021. Daarvan werden er een kleine 20.000 via Europol doorgespeeld aan de sectie Child Abuse van de federale politie. Vanwaar dat verschil van 30.000 cases? ‘Wij ontvangen alleen de zogenaamde actionable rapporten’, legt Goethals uit. ‘Dat zijn de rapporten die voldoende informatie bevatten om eventueel tot een identificatie te komen en dus onderzocht kunnen worden.’
‘Van de 19.919 meldingen die we in 2022 ontvingen over seksueelmisbruikbeelden van minderjarigen zijn er 3081 waarvan we veronderstellen dat minderjarigen ze zelf gemaakt hebben, al dan niet geleid door een volwassene’, zegt Goethals. ‘Dit jaar kregen we al 7347 meldingen binnen.’
Daarnaast verzamelt Child Focus in België meldingen via zijn burgerlijk meldpunt misbruikbeelden.be. Ook daar zien ze het aantal meldingen over online misbruikbeelden van minderjarigen in ons land pieken. In 2021 ontving de organisatie een recordaantal van 2147 meldingen. Tegenover 2019, het jaar voor de pandemie, was dat een stijging van meer dan 50 procent. Vorig jaar maakten burgers 1832 meldingen, waarvan na onderzoek 40 procent illegaal bleek. ‘Via onze hulplijn ‘116000’ ontvingen we vorig jaar 109 meldingen van sextortion. Opvallend: vroeger zagen we dat vooral meisjes het slachtoffer werden van seksuele uitbuiting, maar vandaag zien we dat steeds meer jongens het slachtoffer worden van financiële seksuele afpersing. Daarnaast waren er ook nog 36 meldingen van grooming.’
‘Sowieso zijn de beschikbare cijfers maar het topje van de ijsberg’, zegt Tijana Popovic van Child Focus. ‘Veel jongeren die zoiets meemaken melden het niet, omdat ze zich ervoor schamen of bang zijn voor repercussies. Ik vrees dat het fenomeen zich hallucinant vaak voordoet.’
Sexting
Onderzoek van Apestaartjaren, een initiatief van Mediaraven en Mediawijs, toont aan dat kinderen steeds jonger zijn wanneer ze hun eerste smartphone krijgen. In 2022 lag de gemiddelde leeftijd daarvoor op 8,4 jaar. Rond de leeftijd van 10 à 12 jaar komen kinderen in wat ze bij Apenstaartjaren de ‘digitale pubertijd’ noemen. De leeftijdsgrens voor het aanmaken van een account op socialemediaplatformen ligt doorgaans op 13 jaar, maar in de praktijk zijn kinderen er al sneller actief.
Veel jongeren die zoiets meemaken melden het niet, omdat ze zich ervoor schamen of bang zijn voor repercussies.
Tijana Popovic, Child Focus
‘Voor sommige jongeren is sexting een manier om hun seksualiteit te verkennen’, zegt Walrave. ‘Net zoals ze de smartphone in andere domeinen van hun leven gebruiken, speelt hij een belangrijke rol in romantische relaties en seksualiteit. Als beide partners het willen en de intieme beelden vertrouwelijk behandeld worden, kan het een manier zijn om drempels te overwinnen.’
Vanaf welke leeftijd sexting begint, is voorlopig niet duidelijk. Het meeste onderzoek legt zich toe op jongeren vanaf twaalf jaar. ‘Van hen weten we dat er in de voorbije jaren een toename is van het sextinggedrag’, zegt Walrave. ‘Eerder bleek 8 procent van de Vlaamse adolescenten aan sexting te doen, maar dat is intussen gestegen tot 12 procent.’ Volgens het Apestaartjarenonderzoek, dat ook kinderen uit de derde graad van het lager onderwijs bevroeg, maken kinderen iets vaker seksueel getinte foto’s dan jongeren.
Datzelfde onderzoek bracht ook aan het licht dat kinderen op het vlak van sexting opvallend meer risico nemen. ‘Ze staan vaker helemaal naakt of herkenbaar op de foto, en sturen foto’s vaker door naar een groep mensen’, zegt het rapport. ‘Ook voelen ze meer druk om een sext door te sturen, doen ze dat vaker in ruil voor iets anders, en maken ze zich sneller zorgen dat hun foto’s in verkeerde handen zullen vallen. Daarbij komt nog dat een grote meerderheid geen idee heeft waar ze terechtkunnen met vragen over sexting.’
Vrij spel
De technische mogelijkheden om seksueelmisbruikmateriaal te produceren en te verspreiden, lopen haast gelijk met de exponentiële toename van seksueelmisbruikbeelden van kinderen.
Op het prille internet ontstonden chatruimtes en verschillende fora. Later kwamen de sociale netwerken en games erbij. Vrijwel al die platformen bieden vandaag versleutelde communicatie, en dus ook de mogelijkheid om intieme beelden uit te wisselen zonder dat ze getraceerd kunnen worden.
En dan is er nog de komst van het darkweb, waar alle activiteit anoniem is. Dat geeft criminelen vrij spel, en bezorgt speurders slapeloze nachten. Walrave: ‘Daar worden beelden uitgewisseld in netwerken waartoe nieuwe leden alleen toegang krijgen nadat ze zelf beelden hebben aangeleverd.’
Popovic maakt zich nu al zorgen over wat de technologie van morgen mogelijk zal maken. ‘We verwachten dat er binnenkort een nieuwe fase komt waarin artificiële intelligentie een belangrijke rol zal spelen. Vandaag kunnen daders via ChatGPT perfect jongerentaal nabootsen om makkelijk met kinderen in contact te komen en hen te misleiden. Deepfakes zullen ongetwijfeld steeds vaker opduiken, en ook in het metaverse is misbruik mogelijk. Kinderen en jongeren kunnen daar virtueel gecreëerd worden om tegemoet te komen aan de fantasieën van de dader.’
‘Met AI beelden van seksueel misbruik van minderjarigen aanmaken en verspreiden is ook strafbaar’, waarschuwt Goethals. ‘Dat materiaal kan gebruikt worden om echte kinderen te groomen. De enige troost die je bij die virtueel gecreëerde kinderen hebt, is dat ze niet bestaan.’
Mediawijsheid
Valt de massale verspreiding van seksueelmisbruikbeelden te stoppen? Om te beginnen moet worden geïnvesteerd in mediawijsheid: hoe ga je om met (nieuwe) media en technologie? Gezien de prille leeftijd waarop kinderen hun eerste smartphone krijgen, kan dat maar beter al vanaf de lagere school worden aangeleerd. ‘Een digitale coördinator, die op de hoogte is van de laatste technologische ontwikkelingen, kan veel betekenen’, zegt Popovic. ‘Kinderen hoeven niet wantrouwig te staan tegenover sociale media, maar ze moeten wel weten wat verdacht gedrag is en de reflex hebben om een volwassene in te lichten als ze zoiets opmerken. Een meldpunt op school kan de drempel daarvoor verlagen.’ Ook ouders kunnen bijdragen aan die mediawijsheid. ‘Als ze hun kinderen een smartphone of tablet geven, gaat daar het best een soort educatie mee gepaard.’
11 à 13 jaar zijn de meeste meisjes op de beelden.
Daarnaast moeten ook de onlineplatformen hun verantwoordelijkheid blijven opnemen. Zo zet Meta, het moederbedrijf van onder andere Instagram en Facebook, artificiële intelligentie in om misbruikbeelden op zijn platformen snel te herkennen en te melden bij het NCMEC. ‘Meta maakt zich sterk dat het gros van de beelden door die technologie automatisch verwijderd wordt nog voor iemand anders ze kon zien. De rest van de beelden wordt gerapporteerd door gebruikers’, zegt professor Catherine Van de Heyning (UAntwerpen), die gespecialiseerd is in cybercriminaliteit. ‘Een onderschept misbruikbeeld krijgt een hash, een code die ervoor zorgt dat het beeld van alle socialemediaplatformen verdwijnt. Dat werkt bijzonder goed. Maar socialemediaplatformen zouden veel meer kunnen investeren in het herkennen van gedragspatronen van gebruikers, en risicotaxaties uitvoeren om hun platform veiliger maken.’
Ten slotte kan wetgeving natuurlijk ook helpen. Vorig jaar publiceerde de Europese Commissie een verordening om de productie en de verspreiding van online seksueelmisbruikbeelden te voorkomen. Dat wetsvoorstel veroorzaakte al heel wat commotie. Om te beginnen omdat de end-to-endencryptie van de communicatie op het spel staat. Die versleuteling zorgt ervoor dat alleen de zender en de ontvanger de berichten kunnen lezen die ze naar elkaar versturen: een zegen voor wie privacy hoog in het vaandel draagt, maar een vloek voor wie strijdt tegen beelden van seksueel misbruik. ‘Een handvol landen, waaronder België en Spanje, stribbelt nog tegen’, zegt Van de Heyning, ‘maar omdat het belang van encryptie voor de cyberveiligheid zo groot is, lijkt dat debat toch al beslecht.’
Als alternatief ligt nu client-side scanning (CSS) op tafel: software die gegevens op het toestel van de gebruiker scant op het moment dat die materiaal uploadt om te versturen. Ook daarop zijn de reacties niet mals. Meer dan 150 wetenschappers ondertekenden een open brief waarin ze – opnieuw – wijzen op de negatieve impact op de cyberveiligheid.
Op korte termijn zijn de oplossingen minder duidelijk. ‘Door de encryptie verdwijnt een groot deel van het kindermisbruikmateriaal vandaag achter gesloten deuren’, zegt Van de Heyning. ‘Maar als de cyberveiligheid verzwakt wordt, maak je kinderen ook kwetsbaarder voor mensen met slechte bedoelingen. We zoeken een golden bullet, maar die is er helaas niet.’
Hebt u online een vermoedelijk seksueel misbruikbeeld van een minderjarige gezien? Meld het anoniem via misbruikbeelden.be.
Wat is wat?
Seksuele misbruikbeelden van minderjarigen is de term die gehanteerd wordt in plaats van kinderpornografie. Porno hoeft immers niet problematisch te zijn, terwijl seksuele beelden van minderjarigen per definitie misbruik inhouden.
Sexting is het met wederzijdse toestemming uitwisselen van seksueel getinte berichten en beelden. Sexting is geen vorm van seksueel geweld. Wat wél problematisch is, is het verspreiden van de beelden of berichten zonder toestemming van het slachtoffer. Wie seksueel getinte beelden van zichzelf verspreidt met als doel likes, volgers of geld te verzamelen, doet aan ‘transactional sexting’.
Grooming staat voor het proces waarin een volwassene doelbewust minderjarigen benadert met een seksueel doel. Dat kan gaan over een afspraak om effectief tot seksueel misbruik over te gaan, maar soms blijft het bij seksueel getinte gesprekken of de uitwisseling van beeldmateriaal.
Sextortion staat voor ‘sexual extortion’ of seksuele afpersing. Bij sextortion worden jongeren eerst verleid om naaktfoto’s of -filmpjes van zichzelf door te sturen, waarna de jongere in kwestie met die pas uitgewisselde beelden afgeperst wordt. Maakt die geen geld over of stuurt die geen nieuwe beelden, dan dreigen de plegers de beelden door te sturen naar vrienden of familie van het slachtoffer.