Waarover twijfelt schrijfster Ann De Craemer? ‘Vroeger vond ik gelovigen idioten’
Elke week vraagt Knack in de rubriek Durf twijfelen naar de twijfels van bekende mensen.
‘Als kind was ik heel religieus’, vertelt Ann De Craemer. ‘Ik was geboeid door de mooie verhalen van de Bijbel. Maar het kwam ook door mijn vader, die toen nog heel gelovig was. Hij nam mijn zus en mij elke zondag mee naar de kerk. Mijn moeder was antireligieus, maar ze liet mijn vader begaan.
‘Ik verloor mijn geloof toen mijn grootmoeder heel ziek werd. Ik bad veel voor haar, maar toch stierf ze. Eerst was ik nog kwaad op God, maar later ben ik een radicale atheïst geworden. Gelovigen zijn grote idioten, riep ik overal. Daarover gaat mijn prozadebuut Vurige tong uit 2011: het was een roman over de impact van het katholieke geloof op drie generaties in mijn familie, maar vooral een vurig pamflet tegen godsdienst.’
Hoe werd dat boek ontvangen?
Ann De Craemer: De deken van mijn woonplaats Tielt was razend. Ook andere gelovigen zeiden dat ik dan maar moest vertrekken uit Tielt als het hier zo erg was.
Toch kreeg ik meer goede dan slechte reacties. In een boekhandel zei een vrouw van negentig me dat ze zo blij was dat ik dat boek geschreven had: ook zij had erg geleden onder het juk van het katholieke Tielt.
Ik ben minder radicaal over geloof gaan denken toen ik over dat boek lezingen begon te geven. Ik kreeg veel vragen van gelovigen en zag hoeveel kracht het geloof hen gaf. Dat vond ik prachtig.
Vroeger vond ik gelovigen idioten, nu ben ik een rustige atheïst geworden.
Soms was ik zelfs jaloers op hen. Een paar jaar geleden had ik een depressie. Toen dacht ik vaak: hoe mooi moet het zijn als ik nu zou kunnen bidden en daar moed uit putten. De radicale atheïst is dus een rustige atheïst geworden. En waar ik ook op reis ga, overal bezoek ik kerken of moskeeën, waar ik me vergaap aan de schoonheid waartoe het geloof in een opperwezen leidde. Of ik luister naar de muziek die voor God werd gecomponeerd. Het geloof heeft prachtige kunst doen ontstaan, dat kan niemand ontkennen. Zolang godsdienst maar niet vermengd wordt met politiek, want dat leidt altijd tot ellende.
Twijfelt u vaak?
De Craemer: Zonder twijfel zou ik geen schrijver zijn. Een schrijver die niet twijfelt, is geen schrijver. Schrijven is twijfelen over elk woord, over het ritme van de zinnen, over wat je met een column wilt zeggen. Ik twijfel ook elke keer als er een boek verschijnt: is het wel goed genoeg? Had ik het niet anders moeten aanpakken? Die twijfel doet me groeien als auteur. Ik twijfel ook vaak over mezelf als mens: ben ik een goeie dochter, laat ik mijn ouders genoeg voelen hoe graag ik hen zie? Op zo’n twijfelmoment neem ik gewoon mijn telefoon en spreek ik het uit. Twijfel werkt bij mij niet verlammend maar net motiverend. Mensen die niet twijfelen aan zichzelf en aan de keuzes die ze maken, vind ik arrogant.