Ann Peuteman
‘Wat onze politici kunnen leren van Bockie De Repper’
‘Door écht naar de bewoners van een woonzorgcentrum te luisteren, leerde Bockie De Repper meer in een maand dan sommige politici in een paar jaar’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar column De Zoetzure Dinsdag.
Toen Play4 het programma Bompa Bockie aankondigde, waarin vlogger en tv-presentator Bockie De Repper een maandlang zijn intrek neemt in een woonzorgcentrum, hield ik mijn hart vast. Zeker toen bleek dat de man was uitgedost alsof hij elk moment op de bühne van een amateurtheatergezelschap kon stappen. Maar wat had ik het mis. Elke aflevering was niet minder dan een verademing en dat kwam vooral doordat Bockie De Repper al zijn vooroordelen had thuisgelaten. Iets wat zo goed als niemand bij het binnenstappen van een woonzorgcentrum doet. Ook politici niet.
Een van de grootste valkuilen voor wie met zorgbehoevende ouderen werkt, voor hen zorgt, over hen beslist of beleid voor hen uittekent, is dat je ervan overtuigd bent dat je precies weet wat zij denken, voelen en verlangen. Terwijl dat – voor alle duidelijkheid – in veel gevallen niet zo is. Bockie De Repper had dat van bij het begin goed begrepen. Hij stelde zijn medebewoners de hele tijd ogenschijnlijk evidente vragen en liet zich vervolgens door hun antwoord verrassen. Dat is al een stijlbreuk op zich. Zowel kinderen van ouderen als hun zorgwerkers stellen hun vaak geen vragen meer over de dingen die er echt tot doen omdat ze denken dat ze het antwoord toch al kennen, of dat er zelfs geen antwoord meer is.
De enige fout die Bockie maakte, was dat hij zichzelf – zoals hij vandaag is – op den duur in de bewoners begon te verplaatsen. Daarbij leek hij soms te vergeten dat de wereld van een mobiele, gezonde en relatief jonge man een pak groter is dan die van een tachtiger of negentiger die veel zorg nodig heeft. Voor veel bewoners is routine meer een houvast dan een sleur geworden. Maar de kijker wil natuurlijk ook wat, en dus trommelden ze Erik Van Looy op om een rusthuisversie van De Slimste Mens te presenteren, werd Maurice in ware Spoorloos-stijl met zijn kleindochter en achterkleinkinderen uit Sri Lanka verenigd en zette sterrenchef Nick Bril een select clubje bewoners een gastronomisch menu voor. Nogal overbodig allemaal, maar aan de andere kant schemerde net in die fragmenten soms de ware aard van de bewoners door. Toen Stan aangaf dat de ongetwijfeld prijzige witte wijn die bij de exquisiete gerechten werd geschonken zijn ding niet was, stelde ik me vanzelf voor hoe een jongeren versie van hem op restaurant in discussie ging met de sommelier. En laat dat nu net zo belangrijk zijn. Alleen wanneer je de moeite neemt om inzicht te krijgen in het leven dat een zorgbehoevende tachtiger of negentiger al achter de rug heeft, kun je een verschil maken in het bestaan dat hij vandaag leidt.
Pas als je écht weet wie de mensen zijn die in een wzc wonen – en niet alleen hun zorgprofiel kent – kun je een plek creëren waar ze zich thuis voelen.
Eigenlijk was Bompa Bockie helemaal geen programma over woonzorgcentra, maar wel over hun bewoners en hoe ze ondanks alles proberen te blijven wie ze altijd zijn geweest. Dat is meteen ook waar een degelijk ouderenbeleid zou moeten beginnen: pas als je écht weet wie de mensen zijn die in een woonzorgcentrum terechtkomen – en niet alleen hun zorgprofiel kent – kun je goede zorg organiseren én plekken creëren waar ze zich thuis voelen.
Wat mij betreft, mag de Vlaamse overheid de methode-Bockie meteen overnemen. Tijdens de uitzending bedacht ik zelfs heel even dat het weleens een goed idee zou kunnen zijn om Bockie De Repper als minister van Welzijn aan te stellen. Maar dan wel op voorwaarde dat hij ook een paar weken intrekt bij het gezin van een volwassen man met een handicap die wel recht heeft op persoonsvolgende financiering maar die toch niet krijgt. Daarop volgt dan een verblijf bij de radeloze ouders van een tienermeisje met zware psychische problemen dat maar blijft wachten op een plek in de psychiatrie. Daarna moet hij natuurlijk ook nog meedraaien in een crèche, in de thuiszorg en in een jeugdinstelling.
En dat allemaal met diezelfde onbevangen blik. Dan zou het beleid misschien eindelijk wat meer uitgaan van de mogelijkheden van de mensen en niet van die van het systeem.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier