Martha Balthazar
‘Waarom je ook gematigde politici al eens “vol is vol” hoort zeggen’
Martha Balthazar is theatermaakster. Haar column verschijnt tweewekelijks.
‘I must confess that over the last few years I have been gravely disappointed with the white moderate’, schreef Martin Luther King zestig jaar geleden. Hij stelde tot de spijtige conclusie te zijn gekomen dat het grootste struikelblok in de strijd voor vrijheid van zwarte Amerikanen niet de Ku Klux Klan of de White Citizens’ Councils waren, maar de witte gematigden. ‘More devoted to “order” than to justice.’
Het klinkt herkenbaar. Ook nu spelen de gematigden en de stemmen van redelijkheid en pragmatisme een dubieuze rol. Zij zeggen ‘niet rechts, niet links, maar ná te denken’ en ons zo voor extremisme te behoeden. Maar waar het midden precies ligt en hoe precies wordt nagedacht, is niet zo duidelijk. Want als het spectrum van geaccepteerde politieke ideeën opschuift, schuiven de gematigden gewoon mee. Vandaag betekent dat een stevige ruk naar rechts, waardoor je ook gematigde politici al eens ‘vol is vol’ hoort zeggen.
Gematigdheid lijkt heel vaak op gemakzucht, en gemakzucht is in de politiek absoluut gevaarlijk.
Je zou dus kunnen stellen dat het centrum ons niet behoedt voor de extreemrechtse haatzaaierij, maar het door zijn ideologische kneedbaarheid normaliseert. Wie een compromispolitiek voert in het huidige migratiedebat, ‘in the middle’ tussen totale xenofobie en een vorm van solidariteit, klinkt in ieder geval niet meer zo gematigd. Wie hoopt dat met gezond verstand en pragmatisch denken iets van een degelijk opvangbeleid kan worden georganiseerd, wordt teleurgesteld: dat blijkt toch een te complexe kwestie.
Ook vandaag kan ik tot de spijtige conclusie komen dat de gematigden, meer dan de extremen, sociale en maatschappelijke verandering tegenhouden. Ze zeggen wel steeds akkoord te gaan met de doelstellingen van bijvoorbeeld klimaatactivisten, maar veroordelen traditiegetrouw de acties waarmee je die kunt behalen. ‘I agree with you in the goal you seek, but I can’t agree with your methods of direct action’, zegt de gematigde naar wie Martin Luther King verwijst.
Wie in democratie gelooft, hoeft toch helemaal niet op straat te komen of zichzelf aan kunst vast te lijmen om iets te veranderen? Die kan toch gewoon aan tafel zitten en nadenken? Ja, aan die tafels hebben ze inderdaad ook de mond vol van ‘energietransities’ en ‘klimaatdoelstellingen’. Maar uiteindelijk worden de noodzakelijke vormen van transitie toch als te extreem gezien en worden de doelen niet behaald. Want wie orde wil bewaren, moet ‘de huidige orde’ ook in stand houden. Wie neutraal wil zijn, is conformerend. Gematigdheid lijkt heel vaak op gemakzucht, en gemakzucht is in de politiek absoluut gevaarlijk.