Anaïs Larue
‘Waarom ik geen rijbewijs moet hebben’
Aan de vooravond van autoloze zondag staat studente Anaïs Delrue stil bij de royale plaats van de auto in onze samenleving. ‘Wie weet behoren de baby’s die vandaag geboren worden tot een eerste trotse autoloze generatie.’
“Hoe?! Hebt ge uw rijbewijs nog altijd niet?! Allez, hoe kan dat nu?”
Ik overweeg even de vraag beleefd te ontwijken. Dat is de veiligste optie, weet ik uit ervaring.
Uiteindelijk kies ik toch voor het oprechte antwoord: “Ik moet zo’n rijbewijs echt niet hebben hoor. Ik bedoel, je weet dat auto’s super vervuilend zijn. Straks horen toch ze bij het verleden.”
“Ja ja, dat zeg je nu. Wacht maar dat er een ongeval gebeurt, of dat je later met je ouders naar de dokter moet, of met je kinderen op vakantie! En wat met uw carrière? En de boodschappen? En …”
Hier geef ik het zowat op. Ik zou kunnen antwoorden dat ambulances, taxi’s en huisbezoeken er voor een reden zijn, dat ik toch liever met de trein reis, dat mijn talenkennis een betere garantie is op goede jobs, dat ik nu al boodschappen doe zonder auto, en nog veel meer. Maar ik weet al te goed dat het hier om iets fundamentelers gaat, iets dat mij helemaal overstijgt. Met name: de (royale) plaats van de auto in onze samenleving.
Letterlijk dan, als het gaat om ruimtegebruik. Cijfers durven weleens verschillen, maar een kijkje naar buiten is meestal genoeg om het probleem met eigen ogen te zien. Van snelwegen tot parkings en standplaatsen langs elke straat: dit zijn evenveel bossen, akkers en woningen minder. Niet onbelangrijk, want naast de veelbesproken klimaatcrisis zitten we ook midden in de zesde massa-uitstervingsgolf sinds het leven op aarde verschenen is.
Dit komt omdat wij, mensen (maar dan sommige mensen meer dan anderen), steeds meer ruimte van de natuur afnemen waardoor hele ecosystemen bedreigd worden. Dat geldt voor het Amazonewoud waar soja geteeld wordt om ons vee mee te voeden, maar ook voor onze steden en platteland waar beton en intensieve landbouw bijna elke levensvorm hebben weggejaagd. Onze soort kan echter niet lang overleven zonder die biodiversiteit. Daarom telt elke vierkante meter en elke seconde om die massa-extinctie te stoppen. In dat opzicht is de privéauto – of die nu op (bio)diesel, waterstof of elektriciteit rijdt – een luxe die we ons niet meer kunnen veroorloven.
Toch is het niet eenvoudig zomaar van de wagen af te stappen, dat erken ik ook. Decennialang zorgeloos woon- en mobiliteitsbeleid op maat van de auto hebben ertoe geleid dat veel mensen in geïsoleerde en dunbevolkte verkavelingen wonen en dat winkels en andere faciliteiten steeds verder van de stadscentra zijn gaan liggen. Tezelfdertijd bleven investeringen in duurzame mobiliteit achter, zodat er nog lang niet overal veilige voet- en fietspaden te bespeuren zijn – zonder nog te spreken van kwaliteitsvol openbaar vervoer. Beide trends zijn gelukkig al gekeerd, maar er is nog veel werk aan de winkel voordat actieve en gedeelde mobiliteit overal voordelig zou worden. Gelukkig woon ik in Brussel, waar de afstanden klein zijn en de MIVB goedkoop en betrouwbaar (mijn jaarabonnement kost slechts 12 euro, zoals bij de TEC in Wallonië … versus 215 euro bij De Lijn!).
Naast die kwestie van investeringen en ruimtelijke ordening is ook een cultuurverandering nodig. Te oordelen naar muziekclips, autosporten en advertentie, is de auto verworden tot een statussymbool. Toon mij je wagen, ik vertel je wie je bent. Sinds de jaren 50 heeft de auto ons denken over vrijheid, comfort en succes in het leven helemaal veroverd. Het lijkt wel hét ideale vervoermiddel in onze individualistische maatschappij met typisch Belgisch weer. Je geraakt overal zonder van iemand af te hangen en zit verwend achter het stuur in je eigen bubbel. Toch merk ik dat mijn generatie hier al meer vraagtekens bij plaatst. Willen we wel zoveel tijd en geld investeren in rijlessen en een eigen auto? Ben je zo onafhankelijk wanneer je in de file vastzit of een BOB nodig hebt? Is de trein niet comfortabeler? En zijn we dan geen sociale wezens meer? Het lijkt ook gewoon dat elke dag weer op het laatste moment van kot vertrekken en haastig fietsen met muziek in de oren, de wind door het haar en een druppel zweet op het voorhoofd simpelweg hoort bij het studentenleven. Alleszins in Gent, ondanks de vele bergen. Misschien hebben we die adrenaline wel nodig om ons pas echt levendig en vrij te voelen.
Ik had de vraag dus kunnen ontwijken, maar het heeft lang genoeg geduurd. Het is hoogtijd dat we de schadelijke gevolgen van die miljoenen auto’s voor onze samenleving op een rijtje zetten en beginnen creatief nadenken. Of het nu gaat om CO2, ruimtegebruik, fijn stof, afhankelijkheid van grondstoffen, ongelukken, kosten voor de weginfrastructuur, files, overlast, … technologie is niet de enige vorm van vooruitgang. En het is ook geen mirakeloplossing voor alle problemen waar we al decennia niet uit geraken.
Jong zijn maakt je idealistisch en onnodig wanhopig, zullen sommigen vinden. Maar het betekent ook dat je nog flexibel bent en de beste keuzes probeert te maken voor de toekomst. Onze toekomst. Mijn rijbewijs halen hoort daar dan ook niet bij; en wie weet, misschien behoren de baby’s die vandaag geboren worden tot de eerste trotse autoloze generatie.
Willen we dat resultaat bereiken, dan moeten we wel meteen aan de slag met meer en goedkoper openbaar vervoer, een betere ondersteuning van actieve mobiliteit en een hogere woondensiteit met directe toegang tot alle nodige diensten. Beste kiezers en politici: de bal ligt nu bij jullie.
Anaïs Larue (20) is Brusselaar en studente Arabistiek en Islamkunde aan de UGent. Ze nam deel aan verschillende klimaatbetogingen. Ze is lid van het Honoursprogramma “Quetelet colleges” van de UGent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier