Ann Peuteman
‘Waarom doen veel ouders de moeite niet meer om hun kind te leren fietsen?’
Vooral in de steden valt het leerkrachten op: steeds meer leerlingen kunnen niet goed meer fietsen. ‘Dat heeft met kansarmoede te maken, maar ook met angst’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar column De Zoetzure Dinsdag.
Ik moet vijf of zes jaar oud geweest zijn. Apetrots reed ik rond op mijn wijnrode fiets met wit zadel. Altijd dezelfde route: de garage uit, de oprit af en dan over de stoep tot het eind van onze doodlopende straat en weer terug. Maar na een paar maanden besloot mijn vader dat het tijd was geworden om écht te leren fietsen. Hij schroefde de zijwieltjes van mijn fiets af en maakte een afgezaagde borstelsteel aan de bagagedrager vast. Van dan af oefenden we elk weekend. Terwijl ik mijn uiterste best deed om mijn evenwicht te bewaren, holde mijn vader, die de stok stevig vasthield, tot het eind van de straat met me mee. Maar op een mooie zondag liet hij los. Pas toen ik hem voor ons huis zag staan, besefte ik dat ik helemaal alleen aan het fietsen was. Ik denk niet dat ik me later ooit nog zo onoverwinnelijk heb gevoeld.
Ik keek er dan ook heel erg naar uit om mijn eigen zoon te leren fietsen. Ik haalde de zijwielen van zijn blauwe fietsje, hielp hem op het zadel en voor ik er erg in had, fietste hij aarzelend en enigszins slalommend over het plein. Een borstelsteel heb ik – een beetje tot mijn teleurstelling – nooit nodig gehad. Dat kwam door zijn kleuterschool. Daar mochten de kinderen tijdens de avondopvang over de speelplaats fietsen en leerden ze elkaar de regels van de kunst. Wanneer ik mijn zoon nu op zijn blauwe racefiets om de hoek zie verdwijnen, op weg naar zijn lief, een fuif of een college aan de universiteit, denk ik nog vaak terug aan dat kleine jongetje dat stoer beweerde dat hij helemaal geen zijwieltjes meer nodig had (en nog gelijk had ook).
Wellicht hebt u ook zulke herinneringen aan uw ouders of kroost. Fietsen is nu eenmaal een van die logische stappen in de opvoeding van een kind. Leren stappen, praten, op het potje gaan, fopspeen aan Sinterklaas geven, een hele dag naar school gaan en uiteindelijk ook zonder zijwielen fietsen. Al is dat laatste vandaag blijkbaar een pak minder evident dan vroeger. Van leerkrachten uit het basisonderwijs hoor ik vaak dat steeds meer leerlingen geen fiets hebben of niet (goed) meer kunnen fietsen. Sommige scholen organiseren daarom zelfs geen klasfietstochten meer of schrappen het fietsexamen in het zesde leerjaar.
Sommige scholen organiseren daarom geen klasfietstochten meer of schrappen het fietsexamen in het zesde leerjaar.
In Nederland – toch het fietsland bij uitstek – zien ze die bui al langer hangen. Leerkrachten stellen er ook al een paar jaar vast dat kinderen minder vaak met de fiets naar school komen. Volgens de ANWB, de Nederlandse organisatie voor verkeer en toerisme, hangt veel van de woonplaats af. Zo zijn leerlingen die in een kansarme wijk wonen minder geneigd om te fietsen. Niet zo vreemd natuurlijk: in veel gevallen hebben ze simpelweg geen fiets doordat hun ouders zich die niet kunnen veroorloven. In kwetsbare buurten leven doorgaans ook heel wat mensen met een migratieachtergrond die hun jeugd in een land zonder fietscultuur hebben doorgebracht en zelf niet kunnen fietsen.
Opvallender is dat ook kinderen die opgroeien in de veel welstellendere buitenwijken van grote steden doorgaans minder fietsen dan veel van hun leeftijdgenoten. Dat zou dan weer komen doordat ze te ver wonen om naar school te fietsen, maar ook doordat hun ouders dat veel te gevaarlijk vinden. In veel gevallen worden ze elke dag met de auto naar school gebracht. En door al die auto’s voor en rond de schoolpoort, wordt de omgeving nog onveiliger voor leerlingen die wel naar school fietsen. Gevolg: nóg meer ouders besluiten dat fietsen te gevaarlijk is.
In Nederland wordt nu al gewaarschuwd voor een hele generatie die niet meer goed zal kunnen fietsen. Dat vinden veel Vlaamse leerkrachten niet eens zo vergezocht. Zoals meester M., leraar in een basisschool in het hart van een centrumstad. Om de factuur te drukken, gingen de oudste leerlingen daar de voorbije jaren altijd met de fiets op klasuitstap. Tot nu. In september bleek dat de helft van de kinderen uit het vijfde en zesde leerjaar niet behoorlijk kan fietsen. Sommigen hébben niet eens een fiets. ‘Ik snap het echt niet’, zegt hij. ‘In een tijd dat we met z’n allen worden opgeroepen om de auto zoveel mogelijk te laten staan, zijn er meer en meer ouders die de moeite niet meer doen om hun kind echt goed te leren fietsen.’ Daarom heeft de directie nu besloten om op woensdagnamiddag op de speelplaats fietslessen te organiseren. Vrijwilliger van dienst is meester M. Die holt dan twee uur lang achter kinderfietsen aan. Met de afgezaagde borstelsteel stevig in zijn hand.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier