VRT-nieuwsanker Aurélie Boffé: ‘Op sociale media zie ik ofwel wat ik zelf denk, ofwel het tegenovergestelde. Nuance blijkt niet erg sexy’

Aurélie Boffé, Kristien De Frenne en Lien De Rieck. © DEBBY TERMONIA
Elisa Hulstaert
Elisa Hulstaert Redacteur

We zijn de kunst van het luisteren verleerd. Kersvers VRT-anker Aurélie Boffé en de educatieve organisatie Djapo gaan met elkaar in gesprek over hun pogingen om mensen dichter bij elkaar te brengen.

‘We slagen er niet meer in om naar elkaar te luisteren’, zegt VRT-journaliste Aurélie Boffé. Op haar werk ziet ze het elke dag: de politieke debatten gaan er vaak hard aan toe. Maar ook buiten de muren van de opnamestudio merkt ze dat er al een hele tijd iets veranderd is. ‘Zelfs naar vrienden luisteren we eerder om elkaar van antwoord te dienen en om ons gelijk te krijgen, dan om elkaar beter te begrijpen.’

Dat heeft gevolgen voor onze democratie, zeggen Lien De Rieck en Kristien De Frenne, respectievelijk inhoudelijk directeur en educatief medewerker bij Djapo, een organisatie die schoolteams ondersteunt om van hun school een oefenplaats te maken waar leerlingen leren omgaan met complexe maatschappelijke uitdagingen. Kennis inzetten, onderzoekend leren en dialogeren gaan er hand in hand. Gesprekken draaien er niet om het overtuigen van de ander, maar om inzichten te verwerven. Het werk van Djapo bleef niet onopgemerkt: in het voorjaar werden ze door de lezers van dit magazine bekroond tot winnaars van de Knack-Helden van de Democratie, een wedstrijd waarin we op zoek gingen naar initiatieven die de democratie versterken. Hun prijs: een dubbelinterview met iemand naar keuze.

Hun oog viel op Aurélie Boffé, die op 5 december haar – naar eigen zeggen – eerste schooldag beleefde als nieuwsanker voor VRT NWS Laat. ‘Voor de eerste uitzending trok ik speciaal een brede blazer aan om stoerder over te komen, maar zo stoer voelde ik me eigenlijk niet’, lacht ze. Tot september was ze drie jaar lang host van Snapt ge mij nu?, een podcast waarin jongeren die het leven niet door dezelfde bril bekijken met elkaar in gesprek gaan. ‘Ik noemde het bewust geen debatten, omdat het niet de bedoeling was om te botsen’, zegt Boffé. ‘Zulke programma’s waren er al genoeg.’

‘Een prachtig voorbeeld van wat onze visie in de praktijk kan betekenen’, vult De Rieck aan. ‘Met haar podcast toont Boffé hoe in een veilige context verschillende stemmen en perspectieven aan bod kunnen komen. Een context waarin ruimte is voor feiten én meningen, nuance, voortschrijdend inzicht en kwetsbaarheid.’

Wat heeft luisteren met democratie te maken?

Lien De Rieck: De maatschappelijke uitdagingen waarmee we vandaag geconfronteerd worden – denk aan sociale ongelijkheid of klimaatverandering – worden steeds complexer. Voor die problemen bestaan er geen pasklare oplossingen die je op een A4’tje kunt samenvatten. Bovendien benadert iedereen die uitdagingen vanuit zijn eigen perspectief, en gaan daar vaak heftige emoties mee gepaard.

Aurélie Boffé: ‘Met de podcast wilde ik bewijzen dat het er heel anders aan toegaat als je gesprekken offline voert.’ © DEBBY TERMONIA

Willen we de samenleving van morgen vormgeven, dan moeten we aan de slag met die complexe uitdagingen, en daarvoor is volgens ons multiperspectiviteit nodig: de vaardigheid om los te komen van het eigen perspectief, en om het probleem vanuit verschillende invalshoeken te bekijken. Daarvoor moeten we ons kunnen inleven in het perspectief van de ander.

Die multiperspectiviteit is daarom een voorwaarde om met elkaar in dialoog te gaan in de democratische ruimte. Helaas zien we dat er vandaag heel wat tendensen spelen die democratische gesprekken sterk onder druk zetten.

Zoals?

De Rieck: De afgelopen jaren zijn we geconfronteerd met verschillende crisissen, denk aan covid-19, de energiecrisis, de stijgende levensduurte, de oorlog in Oekraïne en het geweld in Gaza. Zulke crisissen maken mensen gespannen en angstig, waardoor men zo snel mogelijk dingen wil veranderen. Om aan snelheid te winnen, zou men de ruimte voor kritische reflectie en dialoog soms willen overslaan. Dat bevordert de democratische besluitvorming niet, en daar maken wij ons dan ook zorgen over. Via het werk met Djapo proberen we kinderen en jongeren onder andere te laten oefenen in democratische dialoog.

Bij Djapo zien we de maatschappelijke uitdagingen in de eerste plaats als een rijke leercontext, omdat ze kinderen en jongeren prikkelen om kennis én denkvaardigheden in te zetten. Tegelijk voelen we ook de behoefte om kinderen en jongeren meer grip te geven op de wereld. De complexiteit van hedendaagse uitdagingen sijpelt de klas binnen en kan overweldigend aanvoelen. Via onze lessen en begeleidingen ontdekken leerkrachten hoe ze hun leerlingen leren navigeren in het onbekende. Belangrijk daarbij is om de leerkracht niet te belasten met éxtra taken: onze methodieken kunnen geïntegreerd worden in lessen die sowieso al aan bod komen.

Mevrouw Boffé, waarom bent u met de podcast gestart?

Aurélie Boffé: Ik had een soortgelijke zorg, maar op een kleinere schaal. Hoewel veel van mijn vrienden ongeveer dezelfde achtergrond en opleiding hebben, merkte ik dat het toch geregeld botste als we op café met elkaar in discussie gingen. We hebben allemaal een ander wereldbeeld en zonder het zelf te beseffen, proberen we dat aan elkaar op te dringen.

Ook op sociale media zag ik hoe mensen elkaar blijkbaar met het grootste gemak in de haren vlogen. Zelfs toen Elon Musk nog niets met Twitter te maken had, was het al een platform waarop mensen elkaar gretig afmaakten. Het choqueerde me dat mensen zo met elkaar omgingen, zonder na te denken over hoe zoiets binnenkomt bij de ander.

Met de podcast wilde ik bewijzen dat het er heel anders aan toegaat als je die gesprekken offline voert. Als je tegenover een mens van vlees en bloed zit die door zijn eigen ervaringen een bepaald wereldbeeld heeft, dan begrijp je veel beter waarom die zo denkt, zelfs als het niet strookt met jouw ideeën.

Daarom creëerde ik een veilige ruimte waar mensen met elkaar in gesprek konden gaan. In de context van de podcast lukte het om echt naar elkaar te luisteren, maar zodra stukken uit die podcast gedeeld werden op sociale media, was het snel weer allemaal om zeep.

‘In de podcast lukte het om echt naar elkaar te luisteren, maar zodra stukken gedeeld werden op sociale media, was het snel om zeep.’

Aurélie Boffé, voormalige host van Snapt ge mij nu?

Hebben jullie gemerkt dat de sociale media de polarisatie versneld hebben?

Boffé: Ik maak deel uit van de generatie die op een cruciale leeftijd – ik was twaalf – in contact kwam met sociale media. Wij hebben online leren vechten en zijn ook wel in een soort tunnelvisie terechtgekomen. Dat verbaast niet, want op sociale media worden we gevoed door een algoritme dat vooral ons eigen gelijk bevestigt. Zo komen we steeds minder in contact met andere meningen. Als ik al eens een andere mening zie, dan staat die vaak lijnrecht tegenover de mijne. Op sociale media zie ik ofwel exact wat ik denk, ofwel exact het tegenovergestelde – alles wat daartussen ligt, lijkt onzichtbaar. Online blijkt nuance niet erg sexy.

Sijpelt die polarisatie door tot in de klas?

Kristien De Frenne: Helaas wel. Er zijn leerkrachten die ons vertellen dat er thema’s zijn, zoals gender en racisme, die ze in de klas nog moeilijk durven te bespreken. Laatst vertelde een leerkracht me dat hij een lessenreeks had gegeven over seksuele opvoeding. De leerlingen hadden veel interesse getoond, maar achteraf kreeg hij verschillende klachten van ouders.

De thema’s die in de maatschappij leven, sijpelen door tot op school. De klas is geen eiland. Het heeft dan ook geen zin om zulke thema’s uit de weg te gaan. Leerlingen zitten met vragen en emoties, en soms ook met uitgesproken meningen. Het is heel waardevol om daar als leerkracht mee aan de slag te gaan. Het is iets wat leerkrachten vaker doen dan vroeger, maar ze vinden dat zeker niet altijd even makkelijk.

‘Leerkrachten vertellen ons dat ze thema’s zoals gender en racisme nog moeilijk durven te bespreken in de klas.’

Kristien De Frenne, educatief medewerker bij Djapo.

Boffé: Ik begrijp dat zoiets niet aangenaam is, maar ergens lijkt het me wel een goed teken dat ouders klagen. Als leerlingen thuis gaan vertellen wat er in de klas besproken is, dan betekent het dat ze toch goed hebben opgelet. En al zijn de ouders het daar niet mee eens, ook zij zijn dan toch nog eens blootgesteld aan andere ideeën. Sommige ouders zouden beter ook een cursus ‘hoe naar elkaar luisteren’ krijgen.

Wat hebben we nodig om écht naar elkaar te luisteren?

Boffé: (roept) EQ!

De Frenne: De werkvormen die wij leerkrachten aanreiken, zijn erop gericht om in de klas niet alleen de luide roepers aan het woord te laten, maar ook het stille midden: de leerlingen die minder snel van zich laten horen, maar vaak wel een erg genuanceerde mening hebben.

Dat kan bijvoorbeeld door een ‘stil gesprek’ aan te gaan, waarbij de leerlingen op papier zetten hoe ze over een bepaald thema denken. Door elkaars standpunten te lezen, worden de meningen losgetrokken van de persoon, en kunnen de kinderen met elkaar in gesprek gaan zonder elkaar aan te vallen.

Boffé: Dat stille midden is zó belangrijk. Ik heb het gevoel dat er van ons allemaal, zelfs van kinderen, verwacht wordt om over alles een uitgesproken idee te hebben. Het moet ook oké zijn om geen mening te hebben, bijvoorbeeld omdat we ergens te weinig van af weten.

Gaandeweg liet u in uw podcast ook experts mee aan tafel schuiven. Vanwaar die beslissing?

Boffé: Oorspronkelijk wilde ik gewoon zo veel mogelijk meningen aan bod laten komen, maar omdat het ook de bedoeling was om bij te leren, heb ik op een bepaald moment besloten om ook iemand uit te nodigen die gewoon droge feiten kwam delen over het thema. Daar konden de meningen dan aan afgetoetst worden. Iedereen mag namelijk een mening hebben, maar wetenschap is wetenschap, en soms bouwen mensen een mening op zaken die niet kloppen. Daar moet dan ook op gewezen worden.

De Rieck: Ook in de klas is dat belangrijk. Als we zeggen dat we werken aan werkvormen om met elkaar in dialoog te gaan, betekent dat niet dat alles zomaar kan of dat alles eindeloos gerelativeerd moet worden. In zo’n proces is het belangrijk dat er via de juiste bronnen naar kennis gezocht wordt.

Kristien De Frenne: ‘De werkvormen die wij leerkrachten aanreiken, zijn erop gericht om in de klas niet alleen de luide roepers aan het woord te laten, maar ook het stille midden.’ © DEBBY TERMONIA

Het is goed om een standpunt in te nemen, en dat hoeft zelfs geen gedeeld standpunt te zijn, maar het moet wel onderbouwd zijn en verschillende perspectieven en kennisbronnen omvatten. In die zin is het ene standpunt niet even veel waard als het andere. Het is de taak van de leerkracht om op feitelijke onjuistheden te wijzen.

In dit post-truth-tijdperk is de waarheid voor een groep mensen van secundair belang. Ook wetenschappers worden door complotdenkers ter discussie gesteld.

Boffé: Ja, wat is waarheid? Bij sommige thema’s spreken experts elkaar zelfs tegen. Dat maakt het heel moeilijk, ook voor journalisten, die niets liever willen dan duidelijkheid.

De Rieck: Dat klimaat vergroot de behoefte aan democratische gesprekken. We krijgen steeds meer te maken met desinformatie die zich ent op de angsten die onder de bevolking leven. De algoritmes die schuilgaan achter de sociale media wakkeren dat aan, en daardoor neemt de polarisatie in de maatschappij toe. Tegelijk neemt het vertrouwen in de democratische instellingen af.

De Frenne: Het toont aan hoe complex de wereld geworden is en hoe belangrijk het is om kinderen handvatten te geven om daarin te navigeren. Ze moeten niet alleen kritisch leren denken, maar ook weten waar ze betrouwbare informatie kunnen vinden. Je krijgt pas goed onderwijs als al die factoren samenkomen.

‘Kinderen moeten niet alleen kritisch leren denken, maar ook weten waar ze betrouwbare informatie kunnen vinden.’

Kristien De Frenne, educatief medewerker bij Djapo.

Boffé: Wetenschap werkt natuurlijk op voortschrijdend inzicht. Wat vandaag waar is, is dat over een jaar misschien niet meer, omdat een studie dan iets anders aan het licht brengt. Daar moet je dan ook transparant over zijn.

De Frenne: Durven toegeven dat je fout was, is ook een sterkte.

Boffé: (lacht) Maar dat wordt niet vaak gedaan, hoor.

Behalve journaalanker bent u, mevrouw Boffé, ook TikTokjournalist bij VRT NWS. U maakt video’s voor het platform waar heel wat jongeren hun informatie vandaan halen. Is daar plek voor nuance?

Boffé: Als we video’s maken voor TikTok is de gouden regel dat we in de eerste twee seconden de aandacht moeten grijpen. Twéé seconden! Daarna heb ik 30 seconden om het nieuwsitem uit te leggen. Dat maakt het onmogelijk om in elke zin nuance te steken. De aandachtsspanne van jongeren is zo kort, dat ze weg zijn als het langer duurt.

Lien De Rieck: ‘De complexiteit van hedendaagse uitdagingen sijpelt de klas binnen en kan overweldigend aanvoelen.’ © DEBBY TERMONIA

Toch is het belangrijk om die video’s te maken, want het is inderdaad daar dat jongeren hun informatie vandaan halen. Onze video’s zijn misschien niet erg genuanceerd, maar ze zijn inhoudelijk wel juist.

Na drie jaar kwam er een einde aan de podcast. Is die vandaag niet meer dan ooit nodig?

Boffé: Ik vind het jammer voor het product, maar ik had ook wel zin in iets nieuws. Dat betekent niet dat ik het onderwerp afsluit, want ik vind het nog steeds een waardevolle missie en een waardevol publiek. Misschien komt er in de toekomst nog wel een vervolg, maar dan in een andere vorm.

De Frenne: Het is in elk geval mooi om te zien dat er op verschillende fronten initiatieven bestaan die weer op zoek gaan naar de verbinding die mensen missen.

Boffé: Op mijn beurt ben ik blij te zien dat het onderwijs een bijdrage levert, die niet bescheiden te noemen is. Via het onderwijs kun je de grootste impact hebben op de volgende generaties.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content