Sofi Van Ussel
‘Voor de grote vragen die tot zelfontplooiing leiden, vinden jongeren nauwelijks ruimte’
‘Jongeren worstelen niet alleen met schooldruk of sociale media. Het probleem is fundamenteler’, schrijft Sofi Van Ussel (Kamino). ‘ Jongeren worden overladen met tools om zichzelf te ‘optimaliseren’, maar missen een gemeenschap waarin ze mogen bestaan zonder bewijsdrang.’
De krantenkoppen liegen er niet om: cijfers over gedragsproblemen en suïcidaliteit bij jongeren nemen alarmerende proporties aan. CLB’s melden een stijging van agressie, angst en doelloosheid, vooral bij jongens. Onze reflex? Meer controle, meer protocollen, meer interventies, meer hulpverlening. Scholen worden met de vinger gewezen en geacht orde en discipline te herstellen. Wat als we niet blijven staren naar de symptomen, maar durven kijken naar de onderliggende crisis?
Jongeren worstelen niet alleen met schooldruk of sociale media. Het probleem is fundamenteler. Ze botsen op een samenleving zonder gedeeld kompas. Een wereld zonder richting, zonder gedeelde waarden, zonder een gemeenschappelijk verhaal. Ze worden overspoeld met informatie, maar voelen zich stuurloos. Keuzevrijheid is er in overvloed, maar houvast en debat over wat de juiste keuze is of zou kunnen zijn, ontbreekt.
In die context verwachten we dat ze hun eigen pad vinden, hun identiteit vormen, hun leven betekenis geven. Maar waar vinden ze de taal voor wat hen overstijgt? Ze worden aan zichzelf overgelaten in een wereld die individualisme verafgoodt.
Voor de grote vragen die écht tot zelfontplooiing leiden, is nauwelijks ruimte. Durven we dat benoemen als de kern van het probleem?
De onmogelijke last van individuele zelfrealisatie
We hebben jongeren (en onszelf) geleerd dat geluk een persoonlijke verantwoordelijkheid is. Martin Buber schreef: “Ik word ik in relatie tot de ander.” Toch leven jongeren in een cultuur waarin het ‘ik’ losstaat van het ‘jij’. Succes is iets van jou alleen, en falen dus ook. We geven hen de boodschap dat ze er alleen voor staan. Jongeren moeten zichzelf vinden, maar hoe doe je dat zonder spiegel? Dat is een onhaalbare verwachting.
Zinvol leven draait niet om presteren, maar om menselijke vermogens: relaties aangaan, kwetsbaarheid toelaten, in dialoog treden. Maar in een samenleving waarin autonomie boven verbondenheid staat, raken deze vermogens ondergesneeuwd. Jongeren worden afgerekend op hun nut voor de samenleving, niet op hun karakter of de goedheid van hun daden.
Neurowetenschap toont aan dat sociale verbinding een basisbehoefte is. Onze hersenen zijn geprogrammeerd om in groepen te functioneren, niet als losstaande individuen. Sociale verbondenheid is de grootste voorspeller van een zinvol en vervuld leven. Oudere generaties kijken niet terug met de vraag: ‘Hoe succesvol was ik?’ maar eerder: ‘Wat betekende ik voor anderen?’
Vroeger boden instituties zoals religie, familie en maatschappelijke organisaties een kader voor zin en richting. Nu het vertrouwen in traditionele structuren afbrokkelt, ontbreekt dat referentiekader. Jongeren moeten zelf een fundament bouwen in een vacuüm van gedeelde waarden.
We hebben ‘God doodverklaard’, zoals Nietzsche schreef, maar vergaten een nieuwe, gedeelde taal te ontwikkelen voor wat ons ten diepste drijft. Het resultaat? Jongeren worden overladen met tools om zichzelf te ‘optimaliseren’, maar missen een gemeenschap waarin ze mogen bestaan zonder bewijsdrang.
Hoe het dan wel moet
Niet nog meer individuele veerkrachttrainingen. Dit is het moment om te investeren in gemeenschap, gesprek en gedeelde betekenisgeving.
We moeten stoppen met scholen en jongeren verantwoordelijk te maken voor een maatschappelijke crisis die breder is. Ouders hebben ruimte nodig om naast hun kinderen te staan, zonder de constante druk van ‘succesvol opvoeden’.
Jeugdwerk is geen luxe, maar een noodzakelijke plek waar jongeren vrij kunnen leren en ervaren. Scholen mogen geen eenzame bastions zijn in een samenleving die steeds meer verantwoordelijkheden op hen afschuift. Hulpverlening moet structureel versterkt worden, niet alleen als crisisinterventie, maar als preventief netwerk rond gezinnen.
Op speelplaatsen verdwijnen stilaan de gsm’s. Dit is hét moment om jongeren opnieuw te leren connecteren met elkaar. Gesprek en ontmoeting zijn de enige echte remedie tegen vervreemding en onverschilligheid. Uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde Gen Z’er qua sociale vaardigheden achteruitgaat ten opzichte van vorige generaties. Echte verbinding ontstaat pas wanneer mensen samen betekenis mogen zoeken.
Wat als we scholen, ouders, jeugdwerk en hulpverlening zien als één samenhangend netwerk?
Als we jongeren echt willen ondersteunen, moeten we ook investeren in hun spirituele ontwikkeling—een fundamenteel kinderrecht (artikel 14 van het Kinderrechtenverdrag). Niet als religieuze indoctrinatie, maar als gedeelde zoektocht naar betekenis. Dit vraagt om een brede sensibiliseringscampagne: Waar geloof jij in? Wat zijn jouw bronnen? Wie ben jij?
Niet in de marge, maar als essentieel onderdeel van opvoeding, onderwijs en jeugdbeleid. Daarom hebben we dringend nood aan een Zingevingscommissariaat: een kennis- en expertisecentrum waar levensbeschouwingen, onderzoekers en praktijkexperts uit onderwijs, jeugdwerk, zorg en justitie samenkomen. Een plek waar we structureel de noden in kaart brengen en succesvolle initiatieven rond betekenisgeving opschalen.
Dit is geen vrijblijvende filosofische oefening. Dit is maatschappelijke innovatie die voorkomt dat jongeren verdwalen.
Tijd voor een fundamentele shift
Jongeren hebben geen kant-en-klare antwoorden nodig, maar ruimte om te zoeken, twijfelen en groeien in dialoog met anderen. We moeten stoppen met de illusie dat jongeren alleen weerbaarder moeten worden, zonder dat we de samenleving waarin ze opgroeien herdenken.
Het is tijd om jongeren te geven wat ze echt nodig hebben: een samenleving die hen ziet, hoort en ondersteunt in hun zoektocht naar betekenis.
Want zonder vertrouwen blijft alles oppervlakkig. En zonder ontmoeting blijft betekenis onbereikbaar. De vraag is niet: hoe lossen we gedragsproblemen op? De vraag is: hoe zorgen we dat jongeren zich opnieuw gedragen voelen? Dit is geen verloren generatie. Dit is een generatie die ons uitnodigt om opnieuw na te denken over wat mens-zijn betekent. Laten we die kans grijpen.
Niet de jongeren zijn het probleem, maar de samenleving.
Sofi Van Ussel is Directeur van de Interdiocesane Jeugddienst Kamino.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier