Ann Peuteman
‘Op strafstudie in het woonzorgcentrum? Hoe komen ze erbij’
Leerlingen voor straf naar een woonzorgcentrum sturen, lijkt misschien een goed idee. ‘Maar dat is het allerminst’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar column De Zoetzure Dinsdag. ‘Tenzij we willen dat jongeren al net zo’n hekel aan rusthuizen krijgen als de generaties voor hen.’
Rein is verschrikkelijk kwaad. Wanneer ze me aan de telefoon probeert uit te leggen wat het probleem is, slaat haar stem over. ‘Ik beschouw mezelf als een trotse rusthuisbewoonster en ik word razend als buitenstaanders de reputatie van de sector onderuithalen’, zegt ze. Het voorwerp van haar woede is een school uit Ieper. Afgelopen week las ze in de krant dat ze leerlingen die zich misdragen daar niet langer naar de strafstudie sturen, maar wel een werkstraf in een woonzorgcentrum opleggen. ‘Dat hou je toch niet voor mogelijk’, zucht Rein, die zelf altijd in de ouderenzorg heeft gewerkt. ‘Woonzorgcentra vinden zo al niet genoeg personeel, en nu krijgen jonge mensen ook nog eens het signaal dat zo’n job eigenlijk een straf is.’
Op zich valt er natuurlijk iets te zeggen voor alternatieve straffen, ook op school. Zelf heb ik destijds twee keer strafstudie gekregen en ik betwijfel of ik daar ook maar iets uit heb geleerd. En die ene kerstvakantie waarin ik als straf mijn halve geschiedenisatlas moest overtekenen, heeft ook al niet al te veel indruk nagelaten. Het lijkt me dus alleen maar positief dat scholen experimenteren met sancties die leerlingen echt tot nadenken kunnen aanzetten. Maar dan wel op voorwaarde dat ze heel goed nadenken over zowel de inhoud als de benaming. Een werkstraf wordt je opgelegd wanneer je iets hebt gedaan wat niet mag en daar de gevolgen van moet voelen. Door de viezigheid die anderen in het park hebben achtergelaten op te rapen, bijvoorbeeld, of door graffiti van een muur te schrobben.
Jonge mensen moeten de wereld verkennen, en daar is ons woonzorgcentrum ook een stukje van.
Het is iets helemaal anders om tieners die in de toiletten hebben gerookt, keer op keer te laat komen of hun leerkrachten jennen naar een woonzorgcentrum te sturen. Zo’n uitstap zou net een beloning moeten zijn. Zo zijn er heel wat, vooral lagere scholen, waar klassen eens in de zoveel tijd op bezoek gaan in een woonzorgcentrum. Niet om er te werken, maar om er iets leuks te doen met de bewoners.
Onlangs nog mocht ik met een groep bewoners en kinderen uit het eerste en tweede leerjaar van een naburige school mee op uitstap naar een kinderboerderij. Vorig schooljaar was ik dan weer getuige van een samenkomst in een ander woonzorgcentrum waar zestienjarigen de bewoners lieten zien hoe Instagram en TikTok werken. Die jongeren stapten met een heel positief gevoel weer naar buiten.
Het mooiste wat ik op dat vlak al heb meegemaakt, is iets wat zich op de eerste donderdag van de maand in een woonzorgcentrum in de Kempen afspeelt. Niet in de cafetaria, maar wel in de kamer van een zwaar zieke bewoner. Jan, die amper nog zijn bed uit kan, had aangegeven dat hij zich ontzettend nutteloos voelde. Toen bleek dat hij veertig jaar lang voor de klas had gestaan, bracht dat een zorgkundige op een idee. De basisschool in de straat van het woonzorgcentrum had namelijk de grootste moeite om oma’s en opa’s te vinden die de kinderen af en toe in de klas wilden helpen met lezen.
Sindsdien komt de juf van het tweede leerjaar eens per maand met haar vier slechtste lezertjes naar het woonzorgcentrum. Dan rennen die kinderen voor haar uit de gang door naar de kamer van meester Jan. Ze gooien hun rugzakjes in de hoek en gaan op de grond zitten met hun leesboek in de hand. Jan, die rechtop in bed zit, heeft hetzelfde boekje. Om de beurt lezen de kinderen een paar zinnen voor. Maken ze een fout, dan verbetert Jan hen met de kennis en ervaring van iemand die vele jaren voor de klas heeft gestaan.
Daardoor voelt hij zich weer nuttig en de juf is bijzonder blij met de extra hulp. Maar het allermooiste is toch dat die kinderen daar elke maand weer vol enthousiasme binnenstuiven. Voor hen zijn die bezoekjes allerminst een straf, en zo worden ze ook niet voorgesteld.
Wanneer één van die kinderen over een jaar of zes een studierichting moet kiezen, zal die – wie weet – misschien wel een toekomst in de ouderenzorg overwegen. ‘Die kans is in elk geval groter dan bij leerlingen die er op werkkamp worden gestuurd’, denkt Rein, die vast van plan is om alle scholen in de ruime omgeving uit te nodigen voor een bezoek aan haar woonzorgcentrum. ‘Niet als straf, maar omdat jonge mensen nu eenmaal de wereld moeten verkennen’, zegt ze. ‘En daar is ons rusthuis ook een stukje van.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier