Tien jaar Franciscus: hoe kijkt katholiek Vlaanderen naar zijn paus?
Op 13 maart 2013 werd de Argentijn Jorge Mario Bergoglio tot paus gekozen en koos hij voor de naam Franciscus. Hoe is het onder zijn leiding gesteld met de katholieke kerk?
‘Historisch’ is een woord dat vaak misbruikt wordt. Maar toen tien jaar geleden de toenmalige aartsbisschop van Buenos Aires tot nieuwe paus werd verkozen, was dat inderdaad best historisch. Voor de eerste keer in meer dan duizendtweehonderd jaar werd een niet-Europeaan paus. En voor de allereerste keer was het een Zuid-Amerikaan, iemand uit het zuidelijke halfrond. Voor de eerste keer ook werd het een jezuïet. En die jezuïet werd de eerste paus die zich ‘Franciscus’ noemde. Dat is geen verwijzing naar de stichter van de jezuïeten, want die heette Ignatius van Loyola, maar naar die van de franciscanen. Franciscus was ook de eerste paus in vele eeuwen met een voorganger die nog leefde toen hij verkozen werd.
De nieuwe paus veroorzaakte bij het gros van de katholieke achterban in België en Nederland zichtbaar meer hoop en vreugde dan zijn voorganger, Joseph Ratzinger of Benedictus XVI in 2005. Ratzinger was als prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer de rechterhand van Johannes-Paulus II en het symbool van de ethisch-conservatieve lijn van de katholieke kerk. Maar toen hij in 2013 vrijwillig verzaakte aan het pausdom – wegens gezondheidsproblemen, zo bleek later – opende Benedictus wél de deur voor een onverwachte opvolger.
Voor Benedictus viel weinig oprecht enthousiasme te bespeuren. Franciscus is een leider die ze graag volgen, niet omdat het móét, maar omdat ze dat willen.
Nu ja, onverwacht. Volgens verschillende, vaak uitstekend gedocumenteerde reconstructies van het daaropvolgende conclaaf was Jorge Mario Bergoglio vooraf al de topfavoriet. In 2005, toen Ratzinger uiteindelijk verkozen werd, had hij tijdens de eerste stemrondes lange tijd het op een na grootste aantal stemmen achter zijn naam. Tot hij besloot zich terug te trekken om de kardinalen een verscheurende keuze te besparen.
In 2012 kreeg Bergoglio dus sneller dan verwacht een tweede kans. Hij was helemaal geen outsider meer: zijn kandidatuur werd inmiddels stevig gesteund door een aantal informele groepen in het college van kardinalen. Daarbij zat de zogenaamde Freundeskreis (of vriendengroep) van Sankt Gallen, waarvan de leden elkaar troffen in de beroemde abdij. Een van hen was de Belgische kardinaal Godfried Danneels. Zeker in de Belgische kerk kon de nieuwe paus op veel welwillendheid en medewerking rekenen. Maar hoe liggen de kaarten tien jaar later?
Milde kritiek
Twee auteurs – gelovige katholieke mannen – grepen dit jubileum aan om een boek te schrijven over paus Franciscus. De eerste evaluatie komt van filosoof en theoloog Emmanuel Van Lierde. Hij was van 2017 tot 2022 hoofdredacteur van het christelijk weekblad Tertio en is de enige Belgische journalist die Franciscus heeft geïnterviewd – dat gesprek is trouwens opgenomen in zijn boek. Paus Franciscus. De conservatieve revolutionair is een journalistieke analyse van het optreden en de persoonlijkheid van de huidige kerkleider.
Vaticaankenner Tom Zwaenepoel koos in Tegen de stroom in voor een andere aanpak: hij laat in een thematische evaluatie veertig prominenten uit België en Nederland hun licht schijnen over Franciscus. Zo legt Xavier Bouckaert, ceo van Roularta (uitgever van Knack) helder uit waarom Franciscus relatief goed ligt bij het Vlaamse publiek en van in het begin op meer goodwill kon rekenen dan zijn voorganger. Franciscus’ visie op het leven sluit nu eenmaal meer aan bij de onze dan die van Benedictus: ‘In Vlaanderen heb je meer progressieve dan conservatieve media. Het tijdschrift Knack zal veel meer spreken over duurzaamheid, ecologie, allochtonen, diversiteit, terwijl Elsevier (het Nederlandse nieuwsmagazine van Roularta, nvdr) dat wat minder doet. Deze media zien Franciscus meer als een progressieve paus.’
Daarmee staat hij trouwens op dezelfde lijn als de huidige top van de Belgische kerk, aldus Bouckaert: ‘Kardinaal De Kesel was de juiste persoon op het moment dat de schandalen rond seksueel misbruik uitbraken. Hij is een mens op zijn plaats in de huidige maatschappij die weet dat hij zijn bisdom niet alleen kan laten draaien en mensen nodig heeft. Ook monseigneur Johan Bonny komt goed over in de media. Hij heeft een goede mediatraining gehad.’
Kardinaal Eijk vindt dat de paus ‘het niet te gemakkelijk mag maken’ voor gescheiden gelovigen.
Al is dat nog een stevig werkpunt voor Franciscus, volgens Xavier Bouckaert: hoe ‘goed’ deze paus ook ligt bij veel media, zijn aanwezigheid zou nog een stuk beter kunnen en moeten zijn. Bouckaert stelt vast dat Franciscus te vaak verzuimt om ‘proactief te communiceren’. Voor hem is deze paus nog te veel old school in zijn omgang met de (sociale) media. ‘Vroeger was het de gewoonte om bij een crisis te denken: “Misschien gaat het over.”’ Vandaag is dat niet meer zo: ‘Bij een crisismoment moet je als eerste communiceren om te voorkomen dat je nadien in het defensief moet gaan, en dat doen het Vaticaan en de paus in het bijzonder niet voldoende.’
Al bij al is dat relatief milde kritiek. Dat bindt bijna alle getuigenissen die Zwaenepoel verzamelde: de katholieke gemeenschap in de Lage Landen – of wat daarvan overblijft, want het aantal gelovigen, religieuzen en priesters blijft dalen – is uitermate loyaal aan deze paus. Hij is net geen vedette, maar wel een figuur waarmee ze durven uit te pakken. Voor Benedictus viel bijvoorbeeld weinig oprecht enthousiasme te bespeuren. Franciscus daarentegen is een leider die ze graag volgen, niet omdat het móét (‘de paus is nu eenmaal de paus’), maar omdat ze dat willen.
Zo veel enthousiasme, dat moet haast van ‘de goede paus’ Johannes XXIII (1958-1963) geleden zijn en van de eerste jaren van het pontificaat van diens toen uitermate dynamische opvolger Johannes Paulus II. Ook al was zijn pausbezoek in Nederland in 1985 een sof – met een heuse anti-‘Popie Jopie’-beweging – in België was de ontvangst van Johannes Paulus II dat jaar bijzonder hartelijk en ongewoon massaal. Dat bezoek moet het laatste grote, zelfs triomfantelijke massagebeuren geweest zijn van de katholieke kerk in dit land, een laatste manifestatie van haar kracht en invloed op de Belgische samenleving.
Praktijkgerichte woke
Bijna veertig jaar later is het zelfs voor Franciscus onmogelijk om dat succes te evenaren. Daarvoor is de westerse maatschappij te veel veranderd, en vooral te fundamenteel geseculariseerd. Dat neemt niet weg dat Franciscus een merkwaardig parcours heeft afgelegd. Hij was al 76 jaar toen hij werd verkozen. Dat deed waarnemers besluiten dat hij een ‘tussenpaus’ zou zijn. Intussen zijn we tien jaar verder en, zoals Emmanuel Van Lierde in zijn boek aanstipt, staat zijn agenda al vol tot 2025 – ondanks alle lichamelijke ongemakken waarmee de inmiddels 86-jarige paus te kampen heeft.
Ook Franciscus heeft zijn technieken om bepaalde kerkleiders uit te schakelen.
In die jaren heeft de paus een serieuze hoop vernieuwingen in gang gezet. Franciscus is een grondige hervorming gestart van de ooit almachtige Romeinse Curie, inbegrepen de volgehouden strijd tegen seksueel misbruik – al is het interne verzet tegen die plannen veel taaier dan gedacht. In encyclieken als Lumen Fidei (2013) en vooral Laudato Si (2015) en Fratelli Tutti (2020) pakt hij de actuele problemen van deze tijd aan, van migratie tot klimaatverandering. Franciscus verkiest een sobere stijl. Hij zweert bij synodaliteit, de kerkelijke variant van wat in andere organisaties een bottom-upbeleid heet, als alternatief voor de klassieke top-downaanpak die eeuwenlang hét bestuursmodel was in de katholieke Kerk. Hij maakt zijn organisatie internationaler en benoemt ook vrouwen op kerkelijke en Vaticaanse topfuncties. Noem het een praktijkgerichte vorm van woke optreden: op de eerste eeuwen na is de katholieke kerk nooit minder in handen geweest van ‘oude witte mannen’ dan vandaag.
Tegelijk kregen weinig pausen met zo veel interne tegenstand en zelfs openlijke oppositie af te rekenen. De tegenstand tegen Johannes Paulus II kwam van een aantal (soms belangrijke) theologen en verder vooral van linkse basisgemeenschappen. Kardinalen, zoals Carlo Martini, de invloedrijke aartsbisschop van Milaan, verschilden van visie met de ‘Poolse paus’, maar formuleerden dat verschil beleefd en voorkomend.
Antichrist
Franciscus wordt vandaag openlijk, hard en bewust kwetsend aangevallen door kardinalen als de Guineeër Robert Sarah, de Amerikaan Raymond Burke, de Duitser Gerhard Ludwig Müller of de Nederlander Wim Eijk, de aartsbisschop van Utrecht. Geen enkele Belgische bisschop en kardinaal voert zo openlijk strijd met Franciscus als Wim Eijk. In een interview met Trouw zei hij in 2018 dat Franciscus ‘twijfel zaait’ over de positie van gescheiden gelovigen. Eijk vindt dat de paus ‘het hen niet te gemakkelijk mag maken’. In The National Catholic Register uit de VS noemde kardinaal Eijk de houding van paus Franciscus ‘een afglijden naar afvalligheid van de waarheid’. Hij vergeleek Franciscus zelfs met ’de verschijning van de Antichrist uit de Apocalyps, het zogenaamde “mysterie van de ongerechtigheid”’, en liet die kritiek vervolgens vertalen en via het persbureau van het aartsbisdom Utrecht verspreiden.
Franciscus hekelde bisschoppen en kardinalen die ‘zich met gesloten harten vaak verbergen achter de kerkelijke leer’.
De Belgische en vooral de Vlaamse bisschoppen steunen het beleid van Franciscus voluit, zeker in de post-Léonard-periode. André-Jozef Léonard was aartsbisschop van Mechelen-Brussel van 2010 tot 2015. Hij was sinds het ontstaan van België in 1830 de eerste die géén kardinaal mocht worden. Ook Franciscus heeft zijn technieken om bepaalde kerkleiders uit te schakelen.
Zeker in Vlaanderen zijn de bisschoppen wel heel progressief, bijvoorbeeld door in 2022 een liturgie aan te kondigen om homorelaties ‘in te zegenen’. Dat kon de bisschop van Utrecht niet over zijn kant laten gaan. Eijk liet in een schrijven aan de Vlaamse bisschoppen weten dat hun verklaring ingaat tegen de uitdrukkelijke, recente richtlijnen het Vaticaan. In 2021 nog verbood de Congregatie voor de Geloofsleer uitdrukkelijk het ‘zegenen van homoparen’. ‘Homoparen moeten leren begrijpen’, schreef de Nederlandse kardinaal, ‘dat hun relatie ingaat tegen de scheppingsorde van God en daardoor moreel onaanvaardbaar is.’
Een publiek antwoord van de Vlaamse bisschoppen is er nooit gekomen. Wellicht volstaat voor hen een toespraak van Franciscus zelf, waarin hij zonder namen te noemen bisschoppen en kardinalen hekelde die ‘zich met gesloten harten vaak verbergen achter de kerkelijke leer, zodat ze op de stoel van Mozes kunnen zitten en oordelen over moeilijke situaties en gezinnen die lijden – soms met superioriteit en oppervlakkigheid’. Die woorden werden gezien als kritiek op de harde houding van Wim Eijk en consorten.
Beatlemania
Dat is meteen de zwakte van Franciscus, zo schrijft de bekende Duits-Italiaanse journalist en Vaticaankenner Marco Politi in Van Lierdes boek. Juist om de eenheid in de kerk te bewaren, staat de paus ‘soms zelf op de rem omdat hij beseft dat er onvoldoende draagvlak voor verandering is’. Dan stuurt Franciscus ‘tegenstrijdige signalen uit, doet een stap voorwaarts en dan weer één achteruit, bijvoorbeeld over homoseksuele relaties of de plaats van de vrouw in de kerk. In Argentinië zeggen ze dat Franciscus een politieke geest is die zigzag te werk gaat. Hij heeft de chaos en de verwarring nodig om zijn plannen door te voeren. Hij is een jezuïet.’
Hij heeft de chaos en de verwarring nodig om zijn plannen door te voeren.
En dus krijgt in de internationale pers een gevoel van ontgoocheling de bovenhand wanneer het gaat over het pontificaat van Franciscus. Emmanuel Van Lierde somt de titels op van de bekendste en belangrijkste biografieën die de laatste jaren over Franciscus verschenen zijn. En die liegen er niet om: Die unbewegliche Kirche. Franziskus und die verhinderte Revolution. Of: The Outsider. Pope Francis and His Battle to Reform the Church. Of: Das Franziskus Komplott. Der einsame Papst und sein Kampf um die Kirche. Of: Franziskus unter Wölfen. Der Papst und seine Feinde. Of: Wounded Shepherd. Pope Francis and his Struggle to Convert the Catholic Church.
Dat laatste boek is van Austen Ivereigh, een bekende Britse journalist en auteur. Ivereigh had – veel te voortvarend – Franciscus aan het begin van zijn pontificaat omschreven als een radicale hervormer. Dat is en was hij niet. De Brit moest dan ook op zijn beoordeling terugkomen: ‘De paus is gewond geraakt omdat hij op zijn limieten botst, omdat bepaalde hervormingsvoorstellen worden afgeblokt, omdat verzetsbewegingen zich mobiliseren en ja, omdat hij zelf fouten maakt – hij is niet te beroerd om dat toe te geven.’
Dat is meteen de grote blinde vlek in de positie van de Vlaamse en Nederlandse katholieken: echte oppositie tegen Franciscus is hier amper te vinden. Als er al tegenstemmen zijn, halen ze nauwelijks de media. Aartsbisschop Eijck is een uitzondering. Elders heeft de tegenstand zich wel georganiseerd, schrijft Van Lierde, en dat leidt tot ‘aanvallen om de haverklap van niet de minste kerkleiders, medewerkers uit de Romeinse Curie, politici en journalisten’. De opposanten van Franciscus zochten zelfs met grote regelmaat ‘een schouder om op te huilen’ bij emeritus-paus Benedictus XVI: ‘Ze speelden de Duitser en de Argentijn tegen elkaar uit.’
De Lega Nord liet zelfs T-shirts maken met Matteo Salvini’s uitspraak ‘Il mio papa è Benedetto’.
Dat gebeurt niet alleen bij ‘nieuwe kerken’ in Azië of Afrika, waar zeker nog veel traditioneel-culturele weerstand bestaat tegen homoseksualiteit, maar ook in het Westen. Toen hij vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken was, zei Matteo Salvini van de rechtse Lega Nord: ‘Il mio papa è Benedetto’ – ‘Mijn paus is Benedictus.’ Versta: níét Franciscus. Zijn partij liet zelfs T-shirts maken met die uitspraak. Een andere keer verdedigde Salvini, zijn rozenkrans in de hand, een harde aanpak van migranten met citaten van kardinaal Sarah en opnieuw van paus Benedictus XVI. De Britse Catholic Herald noteerde:‘The Milan crowd cheered with Beatlemania-like vigor.’
Angstige bisschoppen
Het grootste verzet tegen de eerste Zuid-Amerikaanse paus komt nochtans uit Noord-Amerika. Toen in november 2022 de machtige Amerikaanse bisschoppenconferentie haar bestuursverkiezingen hield, werden alle gematigde kandidaten met maar enige sympathie voor Franciscus genadeloos weggestemd. De stemmen gingen naar figuren die zich openlijk verzetten tegen Franciscus’ prioriteiten.
Timothy Broglio, de aartsbisschop van het Amerikaanse leger, werd verkozen tot de nieuwe voorzitter. De man heeft een taaie reputatie als verdediger van de beruchte seriemisbruiker Marcial Maciel (1920-2008), stichter van de Legionairs van Christus. Voor Broglio zijn homoseksuelen de echte schuldigen voor de misbruikschandalen. Ook was hij in 2020 vragende partij voor uitzonderingen wegens geloofsredenen op de anticovidmaatregelen.
Broglio’s secretaris werd Paul Coakley, de mogelijk nog strakkere aartsbisschop van Oklahoma City. Volgens Emmanuel Van Lierde is hij ‘een culture warrior die niet de dialoog maar de confrontatie met de samenleving opzoekt, onder meer over abortus. De verkiezing van Broglio en Coakley kan niet anders geïnterpreteerd worden dan als een klare afwijzing van alles waar paus Franciscus voor staat: dialoog, synodaliteit, zorg voor de schepping en opvang van migranten.’
Marco Politi wijst er in Van Lierdes boek op dat niet die harde, georganiseerde conservatieve kernen de grootste bedreiging zijn voor Franciscus, maar wel de grote zwijgende minderheid van ‘angstige bisschoppen’: ‘Op zich zijn ze van goede wil, maar Francis is voor hen te veel een disruptor die de rust verstoort en de gangbare praktijken ontregelt.’
Niet die harde conservatieve kernen zijn de grootste bedreiging voor Franciscus, maar wel de grote zwijgende minderheid van ‘angstige bisschoppen’.
Emmanuel Van Lierde lijkt de taal van veel Vlaamse en Belgische katholieken te spreken als hij zich achter Franciscus schaart, soms zelfs in haast Bijbelse termen: ‘Hij heeft de profetische heiligheid van een woestijnvader. De Argentijn is een profeet voor deze tijd, en meteen ook het morele geweten van de wereld. Vanuit een evangelische radicaliteit toont hij opnieuw waar het Jezus om te doen was. Hij brengt vreugde en hoop voor de uitgeslotenen, de armen, de vluchtelingen, de gekwetsten in de geografische én existentiële periferieën. Zijn gestes en woorden getuigen van een grote humaniteit en barmhartigheid waaraan deze kille wereld die op hol geslagen is, nood heeft. Onder meer over relaties, migratie, armoede en dialoog komt paus Franciscus met scherpe en relevante boodschappen dat het anders moet, menselijker, met meer zorg voor de aarde en de ander.’
Dat is wat Franciscus ook zelf doet, vindt Emmanuel Van Lierde: ‘leading by example’ – tot in het detail: hij heeft nooit de klassieke rode pausschoentjes gedragen, Benedictus XVI bestelde zijn op maat gemaakte exemplaren nog bij een van de betere schoenmakers uit Rome. Dat is voor hem de weg om de gelovigen en liefst de hele wereld te overtuigen van de noodzaak van ‘een humanisme 2.0’. Zij het dat alleen de toekomst zal uitwijzen of een volgende paus Franciscus daarin zal volgen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier