Sociologe An Jacobs: ‘Sekspoppen bieden meer dan seks’

© Carmen De Vos
Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

‘Hoe dicht op ons vel willen we technologie laten komen?’ vroeg sociologe An Jacobs zich af. Eén antwoord zorgt al eens voor ongemakkelijke stiltes.

Een donkerbruine vlek op het tapijt is wat rest van een onderzoeksproject dat sociologe An Jacobs enkele jaren geleden opzette. Ze is gefascineerd door hoe we als mens met technologie omgaan, en verkent in haar dagelijkse praktijk voornamelijk de plaats die robotica en artificiële intelligentie kunnen hebben in de gezondheidszorg en in de werkomgeving. Maar wat ze overdag aftastte, deed haar buiten de werkuren nadenken over de reikwijdte van de relatie tussen mens en machine. Hoe dicht op ons vel willen we robots laten komen? En is intimiteit tussen een mens van vlees en bloed en een robot die er menselijk uitziet mogelijk? Of wenselijk? ‘Kan het ons helpen in ons welzijn? Welke grens trekken we? Zulke vragen prikkelden me’, vertelt Jacobs.

De behoefte aan intimiteit en seksualiteit verdwijnt niet als je naar het wzc gaat.

En zo belandde Camilla op haar bureau, een sekspop van de nieuwste generatie. Ze kwam in eenzelfde verstevigde en binnenin gewatteerde kist als die waarin roadies muziekinstrumenten vervoeren. Jacobs noemt haar het perfecte substituut voor een echte seksrobot, die ‘onbetaalbaar is voor een onderzoeksgroep met een beperkt budget, bovendien’. Jacobs: ‘Ik hou ervan paden op te zoeken aan de buitengrenzen van het normale. Niet omdat het een ideaal pad zou zijn, maar gewoon om het al eens te bekijken en ons af te vragen waar we het best eens bij stilstaan. De technologie zit in de pipeline. Seksrobots bestaan. Doen we dan alsof ze er niet zijn, of onderzoeken we wat ze kunnen betekenen?’

En toch. Waarom zou een professor sekspoppen bestuderen?

An Jacobs: Deels door het taboe en de schaamte die errond hangen. We halen onze neus op voor seksrobots, maar kijken niet vreemd op als iemand elke week vol liefde zijn auto inzeept of hem een naam geeft. Ook de bijna obsessieve connectie met onze smartphone vinden we normaal. Toch zijn het evengoed objecten waar we een bijna intieme band mee hebben. Zonder smartphone voelen we ons zelfs verloren, alsof het voorwerp een deel is van onszelf. Het grote verschil met de sekspop is de menselijke vorm waarin ze komt. Dat veroorzaakt afkeuring, onwennigheid, terughoudendheid. Wat er menselijk of dierlijk uitziet, spreekt ons van nature erg aan en dus rijst de vraag of we dan maar beter technologie ontwikkelen die op ons, of op dieren lijkt, of net niet.

Wat kunnen seksrobots en sekspoppen betekenen?

Jacobs: Een sekspop en zeker een seksrobot is een stuk technologie, en zoals iedere technologie kun je die goed of slecht gebruiken. Is zo’n sekspop niet de zoveelste objectivering van de vrouw? Het best verkochte exemplaar heeft grote borsten, een slanke taille en een pruilmondje. Geen enkele vrouw ziet er zo uit, tenzij in pornofilms. Willen we werkelijk dat sekspoppen onhaalbare idealen bevestigen? En wat met eventueel misbruik en ander afwijkend gedrag? Een sekspop zegt nooit ‘nee’, tenzij je haar daarvoor programmeert. Iedere technologie komt met voor- en nadelen. Daarom is het belangrijk om die met open vizier te onderzoeken en zowel de negatieve als de positieve consequenties te bekijken. Zijn er zaken die nu niet kunnen, en die met sekspoppen wel mogelijk worden?

Welke onbevredigde noodzaak kunnen sekspoppen invullen?

Jacobs: Er bestaat bijzonder weinig onderzoek over. Intimiteit tussen mens en machine is een onderwerp in de marge, iets waar we lacherig over doen of ons onwennig bij voelen. De weinige studies die ik terugvond, analyseerden gesprekken tussen gebruikers van sekspoppen op internetfora. Daarin valt op dat het over meer dan seks gaat. Ze hebben het over hoe ze de haren van hun pop kammen, hoe ze haar aankleden, hoe ze samen eten, hoe die pop hen gezelschap houdt. Er ontwikkelt zich een heel rollenspel dat veel meer draait rond het relationele. Mocht het puur voor de seks zijn, dan bestaan er goedkopere en makkelijkere oplossingen. Die poppen bieden iets wat voor die mensen blijkbaar moeilijk op een andere manier ingevuld kan worden. Neem bijvoorbeeld Camilla, de sekspop die wij adopteerden uit een bordeel voor sekspoppen.

An Jacobs. ‘Ik ben een hoofdmens, maar af en toe moet ik de wind op mijn gezicht voelen.’
An Jacobs. ‘Ik ben een hoofdmens, maar af en toe moet ik de wind op mijn gezicht voelen.’ © Carmen De Vos

Pardon?

Jacobs: Een sekspopbordeel, inderdaad, het is een mond vol. Ondertussen is het gesloten. Zo succesvol zal het dus niet geweest zijn. Maar de uitbater had vijf sekspoppen die je per uur kon huren. Hij vertelde ons het verhaal van een van zijn vaste klanten. Een oudere man wiens vrouw chronisch ziek was. Hij wilde niet naar een prostituee gaan, want dan voelde het alsof hij zijn vrouw bedroog. Met een sekspop voelde hij zich niet schuldig. Dat is toch mooi?

We kunnen wel zeggen dat contact tussen mensen waardevoller is. Sinds corona hebben we allemaal ervaren dat digitale ontmoetingen alleen ontoereikend zijn. We willen elkaar aanraken, onze huid heeft dat ook nodig. Maar door het andere als minderwaardig of als iets voor freaks te beschouwen, missen we misschien wel kansen. Neem bijvoorbeeld mensen die hun partner hebben verloren en in woonzorgcentra wonen. Intimiteit en seksualiteit zijn basisbehoeften. Die verdwijnen niet als je ouder wordt. Er is soms al de mogelijkheid om een sekswerker in te schakelen, maar wat als dat niet bij je persoonlijkheid past? Misschien kunnen seksrobots en sekspoppen een andere optie zijn? Het is op z’n minst het verkennen waard, lijkt me.

Kan een sekspop de sensatie van huid op huid evenaren?

Jacobs: Het zintuiglijke is essentieel in een intieme, lichamelijke relatie. De ontwikkeling van seksrobots richt zich grotendeels op het visuele en de tastzin. Minder op geur en smaak. In de testinstallatie die we opzetten rond Camilla was dat de centrale vraag. Hoe willen we dat zo’n pop ruikt? Voelt? Smaakt? De allerduurste seksrobots zijn gemaakt van kwaliteitsvolle siliconen die meeveren bij aanraking. Ze worden zelfs warm en vochtig op bepaalde plekken. Ook Camilla voelde behoorlijk echt aan. We lieten mensen naast haar zitten. Ze duwden op haar arm, haar been, knepen in haar wang. Het was opvallend hoe vaak mensen in haar wangen knepen. Vrouwen hadden daar trouwens minder reserve bij dan mannen. ‘Net echt’, werd er dan gezegd.

© Carmen De Vos

En wat met de geur?

Jacobs: In de testinstallatie gaven mensen aan dat ze niet van de geur van siliconen hielden. Er was een lichte voorkeur voor een zoete bloemengeur als van een vrouwelijk parfum.

Het visuele is erg stereotiep. Bevestigen sekspoppen niet vooral een lichamelijk ideaalbeeld waar we eigenlijk vanaf moeten?

Jacobs: Het is iets om alert over te zijn. Al moet gezegd worden dat het aanbod gevarieerder is dan de typische bimbo met dikke borsten en blond haar. Alle variatie qua uiterlijk en op het genderspectrum is in principe verkrijgbaar. Je kunt ook een pop op maat laten maken. Dat zijn de duurste exemplaren. De vraag is of je de markt gewoon kunt laten spelen. Wat met mensen die een pop van hun ex-partner bestellen? Van hun overleden echtgenoot of echtgenote? Van een beroemdheid? Waar trekken we de grens van het toelaatbare, en hoe doen we dat? Tegelijk voedt de sekspop en zeker de seksrobot ook een angst die altijd samenhangt met robotisering en artificiële intelligentie.

Welke angst?

Jacobs: De angst om als mens vervangen te worden door iets superieurs. Mijn lichaam veroudert. Dat van zo’n pop niet. Of toch niet in theorie.

Ze wijst naar de koffiekleurige vlek tussen haar bureau en de muur. Het is het spoor dat Camilla trok tijdens de hittegolf van deze zomer. Terwijl Jacobs thuiswerkte, stond Camilla in de zon. De dag waarop Jacobs terug op kantoor kwam, viel haar eerst een indringende geur op, daarna zag ze de vlek op de grond, alsof de kist lekte. Jacobs: ‘Het hoofd van Camilla was gesmolten, haar borsten waren uitgelopen. Ze was verminkt.’ Het resultaat van minderwaardig materiaal, merkte haar collega-ingenieur in de onderzoeksgroep op. Jacobs: ‘In eerste instantie vond ik zo’n gesmolten Camilla nog interessant. Kan een sekspop ook imperfect zijn?’

En? Kan het?

Jacobs: Op internetfora zocht ik of het vaker gebeurde, de aftakeling van zo’n pop. Bleek dat het inderdaad het geval was, zeker de goedkopere modellen verslijten bij gebruik. Vaak sprak men met verdriet over het desintegreren van de pop. ‘Kanker’, werd het genoemd. Dat vond ik op een andere manier boeiend. We denken nogal makkelijk dat seks en relaties makkelijk los te koppelen zijn van elkaar. Maar hier heb je een sekspop, een object gemaakt om gewoon seks mee te hebben, en toch weegt ook hier het relationele door.

Het lijkt makkelijker om een relatie te verzinnen met een pop dan het morsige van een gewone relatie aan te gaan. Wat als zulke poppen mensen die al eenzaam zijn nog meer isoleren?

Jacobs: Wat als zo’n rollenspel een leerschool is om op restaurant een normaal gesprek te hebben? Wat win je erbij om dat af te keuren?

Het gaat trouwens niet alleen over sekspoppen of seksuele bevrediging. Er is veel ruimte om producten te ontwikkelen die niet zozeer een mens voorstellen, maar die wel inspelen op een scala aan relationele behoeften. Een typisch voorbeeld is de slaaprobot, een erwtvormig kussen dat lijkt te ademen. Wie vaak alleen moet slapen, kan er er de ademhaling van zijn partner in programmeren. Als dat helpt om beter in te slapen, waarom niet?

© Carmen De Vos

Duidt het niet op ons onvermogen om te praten over onze lichamelijke behoeften? Een technologisch substituut is eenvoudiger dan een moeilijk gesprek?

Jacobs: Het ene hoeft het andere niet uit te sluiten, maar het klopt dat we onze lichamelijke behoeften nog altijd moeilijk erkennen. De focus ligt op het hoofd, terwijl we ook behoefte hebben aan levende organismen om ons heen, aan buiten komen, aan natuur. Begrijp me niet verkeerd, ik hou absoluut geen pleidooi voor snelle technofixen, ik zeg ook niet dat het een oplossing is voor alles waar we mee worstelen. Maar het kan een deel van de oplossing zijn voor problemen die nu nog onder de mat worden geveegd.

Waarom vinden we het over het algemeen moeilijker om lichamelijke behoeften te benoemen?

Jacobs: We zijn nog altijd erfgenamen van Descartes, van de splitsing tussen lichaam en geest, waarbij de geest verheven is en het lichaam minderwaardig. Er rust ook een sociaal taboe op lichamelijke processen. Voor bloed, snot en andere lichaamssappen deinzen we terug.

Hoe zorgt u zelf voor dat lichaam?

Jacobs: Ik ben vooral een hoofdmens, maar als ik te veel tijd in mijn hoofd doorbreng, krijg ik mijn batterijen niet meer opgeladen. Dan helpt het om wat te snoeien in de tuin, buiten te lopen of gewoon een halte vroeger af te stappen en verder te wandelen naar de campus. Als ik te lang in mijn hoofd zit, dreig ik de connectie met de realiteit te verliezen. Om in het hier en nu te zijn, moet ik de wind in mijn gezicht voelen, de bomen zien veranderen of vogels horen fluiten. Ik doe dat heel bewust. Kijken, ruiken, luisteren. Al is dat laatste vaak vermoeiend.

Omdat de wereld te luid is?

Jacobs: Ja, ik heb heel veel stilte nodig. Ik reis vaak met de trein en als mensen-mens vang ik voortdurend gesprekken op. Ik werd daar erg moe van. Mijn hoofdtelefoon met noisecancelling is nu mijn favoriete stuk technologie. Hij schermt me af van ongewenst geluid. Ook dat is een vorm van genot.

An Jacobs

Geboren in 1975 in Antwerpen.

Woont in Gent met partner en dochter.

Studeerde sociologie.

Werkt als onderzoeker en docent voor Imec-SMIT aan de VUB.

Schreef mee aan Homo Roboticus: 30 vragen over mens, robot en artificiële intelligentie (2019).

Adopteerde de sekspop Camilla, die stilaan uit elkaar valt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content