Schrijver Tom Naegels is van gedachte veranderd: ‘Ik begrijp de wokers’
Waarover heeft auteur Tom Naegels nu een andere mening?
In de rubriek Durf Twijfelen vraagt Knack elke week naar de twijfels van bekende mensen.
‘Ik schrijf vaak over onderwerpen waar hevig over gedebatteerd wordt’, zegt Tom Naegels. ‘Bijvoorbeeld over migratie. Ik probeer me dan zo goed mogelijk in te leven in hoe een conservatieve blanke daarover denkt, of een linkse activist. Daardoor verander ik geregeld van gedachte. Over de wokers, bijvoorbeeld. Toen een paar jaar geleden de eerste debatten losbarstten over Zwarte Piet of white privileges, reageerde ik zoals de meeste blanke mensen van mijn generatie. Ik ergerde mij aan hun academische taalgebruik, hun onverzoenlijkheid, de vaak verregaande intentieprocessen. Dit gaat de goede zaak niet vooruithelpen, dacht ik.
‘Maar gaandeweg vond ik dat ik hen te makkelijk veroordeelde. Als een beweging zo snel aan invloed wint, dan is het mijn job om ze te begrijpen, niet om me blind te staren op wat me stoort. Reageerde ik niet te defensief, omdat ik zélf als “oude witte man” onder vuur lag? Daarbij kwam dat ze absurd veel tegenreacties kregen. Zelfs als er al maanden niets woke meer verschenen was in Vlaanderen, bleven er maar columns verschijnen over “het gevaar van woke”. Vrijwel elke partijvoorzitter heeft zich er ondertussen wel op geprofileerd. Dus ben ik beter gaan luisteren. En achter dat wat sektarische taalgebruik zit een heel precieze analyse van hoe mensen met elkaar omgaan, en hoe huidskleur, gender en andere identiteiten dat beïnvloeden. Het leven van een zwarte is anders dan het mijne, omdat mensen anders op hem reageren. Dat uit zich op alle niveaus: in gewone gesprekken, in de taal, in hoe zwarten in films of series opduiken, in de politiek … En woke wil dat we daar aandacht voor hebben. Ik vind dat erg prikkelend. En ik bewonder hun lef.’
Reageerde ik niet te defensief, omdat ik zélf als “oude witte man” onder vuur lag?
Hoezo?
Tom Naegels: Ik werd politiek bewust in de jaren negentig. Toen bestond er nog een sterke antiracismestroming. Vanaf de eeuwwisseling hoorde je ook linkse mensen zeggen: ‘We moeten de problemen durven te benoemen.’ Terwijl de rechterzijde voortdurend riep: ‘Van links mag je niets meer zeggen.’ Op den duur durfde niemand nog iets te zeggen over racisme. De nieuwe generatie activisten trekt zich daar niets van aan. Dat vind ik knap. Dat neemt niet weg dat mijn aanvankelijke bezwaren óók wel overeind blijven, hoor: de moed van de eigen overtuiging maakt hen soms zo onverzoenlijk, zo rotsvast overtuigd dat iemand met een andere mening wel aan ‘white fragility’ of ‘geïnternaliseerd racisme’ moet lijden of zichzelf dringend moet ‘educaten’. Een gesprek is niet altijd even makkelijk.
U bent behalve schrijver ook opiniemaker voor De Standaard. Twijfelt u weleens?
Naegels: Ja. Absoluut. Al hou ik niet van het woord ‘opiniemaker’. Ik heb wel een kompas, maar meestal geen straffe opinies. Ik vind het belangrijker om mijn tijd te begrijpen dan om mij te smijten als opiniemaker. Je zult mij nooit horen roepen: ‘Hier sta ik, ik kan niet anders. Andere meningen zijn bespottelijk.’
Tom Naegels maakt een theatertournee met zijn nieuwe boek Nieuw België: een migratiegeschiedenis 1944-1978. Info: www.koortzz.be