Schrijver Christophe Vekeman mag naar de paus: ‘Er zijn mensen die op het woord “God” reageren als een stier op een rode lap’
Een driedaags bezoek, met als hoogtepunt een eucharistieviering voor ruim 35.000 gelovigen in het Koning Boudewijnstadion: de komst van paus Franciscus, die tussen 26 en 29 september ons land aandoet, belooft een spektakel te worden. Ook onderdeel van zijn bezoek: een onderhoud met koning Filip in het kasteel van Laken. Daar zullen ook meerdere ‘vertegenwoordigers van de burgermaatschappij’ aanwezig zijn. Onder hen: auteur Christophe Vekeman.
Hoe hebt u dát klaargespeeld?
Christophe Vekeman: Heel eenvoudig: eind april publiceerde ik Tot God, waarin ik mijn definitieve stap richting het katholieke geloof beschrijf. Blijkbaar trok mijn boek de aandacht van de bisschoppenconferentie en het Paleis. Out of the blue kreeg ik een uitnodiging. Ik ervaar het als een eer en als een erkenning van mijn boek.
Wat verwacht u van het onderhoud?
Vekeman: Ik heb geen specifieke verwachtingen. Hoe dan ook wordt het een bijzondere dag in mijn leven als mens en schrijver, en dus ga ik toch proberen zo netjes mogelijk voor de dag te komen. Ik heb al een nieuwe stropdas aangeschaft. (lacht) Daarnaast moet ik eerlijk toegeven dat ik nog meer uitkijk naar de eucharistieviering in het stadion.
Ik kan alle sceptici geruststellen: ik denk niet dat er veel winkelramen zullen sneuvelen, of dat de politie traangas zal moeten gebruiken.
Waarom?
Vekeman: Niet alleen voor mezelf, maar voor de hele geloofsgemeenschap belooft het een bijzondere ervaring te worden. Om te beginnen is de eucharistieviering op zich een belangrijk moment in de week. Om het met Mattheüs te zeggen: ‘Waar twee of drie vergaderd zijn in Zijn naam, daar is de Heer in hun midden.’ De aanwezigheid van de paus is een niet te versmaden extra. Niet omdat ik echt dweep met zijn figuur – ik heb geen foto van Franciscus boven mijn bed hangen – maar omdat hij het hoofd is van de gemeenschap van alle katholieken, waartoe ik behoor.
Daarnaast zal de mis een opsteker zijn. In tegenstelling tot Afrika of Azië is het christelijk geloof tanende in ons kleine deel van de wereld. Op deze manier tonen we dat het katholieke geloof kleiner is geworden, maar nog altijd leeft. Ik kijk uit naar een vrolijke en stimulerende dag, en ik kan ook alle sceptici geruststellen: ik denk niet dat er veel winkelramen zullen sneuvelen, of dat de politie traangas zal moeten gebruiken.
Kristien Hemmerechts: ‘Vroeger móést je naar de kerk. Nu mag het bijna niet meer’
Een mis in een stadion, voelt dat toch niet vreemd aan voor iemand die een kerk gewend is?
Vekeman: Natuurlijk is het beetje raar. Ik zou Nick Cave ook liever voor honderd man zien spelen in de Missy Sippy in Gent dan in het Sportpaleis. Maar alleen als ik zélf bij die honderd man zou mogen horen. De paus handelt volgens de geest van deze tijd, en die is gericht op inclusiviteit. (lacht)
De emoties rond het misbruik delen we allemaal. Ik sprak nog nooit een katholiek die het fantastisch vond hoe de kerk ermee is omgegaan’
Hoe ervaart u de reacties op uw boek?
Vekeman: De grote meerderheid van de persoonlijke reacties – en dus niet die op HLN.be – bevestigden me dat er veel mensen zijn die twijfelen, die zoekende zijn. Twijfel draagt altijd een vorm van geloof in zich mee, en elke vorm van geloof bevat twijfel. Maar ik heb ook nogal wat tandengeknars en woede mogen ontwaren. Er zijn mensen die op het woord ‘God’ reageren als een stier op een rode lap. De paradox is vaak dat degenen die zeggen dat we rationalistisch in het leven moeten staan, en daarom geloof onredelijk vinden, juist alle vormen van rede laten varen in hun emotionele en soms onbeleefde manier van discussiëren.
Aartsbisschop Luc Terlinden: ‘We hebben Vangheluwe gevraagd om ook echt in afzondering te verblijven’
Een deel van die emotie komt door de misbruikschandalen in de kerk. Priester Rik Devillé spreekt schande van het initiatief van de paus om 15 vooraf gekozen slachtoffers te spreken: ‘Mooi voor de schijn.’
Vekeman: De emoties rond het misbruik zijn vanzelfsprekend en delen we allemaal. Ik sprak nog nooit een katholiek die het fantastisch vond hoe de Kerk ermee is omgegaan. Ik ben werkelijk bereid om in de sterkst mogelijke mate plaatsvervangend vergeving te vragen. Ik voel soms zelfs een vorm van medeplichtigheid – een volledig irrationeel gevoel. In een driedaagse met een drukke agenda vind ik 15 slachtoffers een redelijk groot aantal, al zal het uiteraard nooit genoeg zijn. Het is symbolisch, maar wel een symbool van waarde.
Nu, het is niet iets waarmee ik van dichtbij mee te maken heb, Rik Devillé wel. Hij ziet zich in de positie om de paus de maat te nemen, ik doe dat niet. Het valt wel op dat de media en tegenstanders sterk focussen op de paus als vertegenwoordiger van een organisatie die zich op grote schaal en in een periode in de geschiedenis schuldig heeft gemaakt aan perversiteiten en het toedekken ervan. Maar Franciscus is daar vooral als hoofd van de gemeenschap van gelovigen. Het gaat niet in de eerste plaats om de paus, maar om God.
Rik Devillé, Mens van het Jaar: ‘Niet alle getuigenissen van slachtoffers zijn verjaard’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier