Rapport na 15 jaar Park Spoor Noord: ‘De Seefhoek is het afvoerputje van Antwerpen’
Park Spoor Noord in Antwerpen had de omliggende wijken moeten opwaarderen, maar dat pakte anders uit. Bewoners van de Seefhoek hebben het gevoel dat het stadsbestuur hun wijk verwaarloost. ‘De stad bezemt alles wat niet hip genoeg is naar één hoek, en dat is onze wijk.’
Laatst werd het huis tegenover het onze beschoten. Een uur eerder fietste ik er nog langs op weg naar mijn bed’, vertelt Sim Coddé (38). Hij woont met zijn vriendin en twee jonge kinderen in een straat die dwars door het Antwerpse Stuivenberg loopt – in de volksmond: de Seefhoek. Elf jaar geleden kocht hij een huis in wat toen een opkomende buurt was. ‘Het zwembad in de Veldstraat was pas gerenoveerd, en er kwam leuke horeca bij. Er bewoog wat.’ De Seefhoek staat bekend om zijn levendige karakter. Het is de wijk waar het beste Iraakse flatbread gebakken wordt, stapels bakbananen uitgestald liggen bij de Afrikaanse buurtwinkels en een pagodepoort het begin van de Chinese straat markeert. Vorig jaar woonden in Stuivenberg 127 verschillende nationaliteiten bij elkaar. Op een handvol vierkante kilometers komt de wereld er samen.
De laatste jaren is de Seefhoek in trek bij jonge kopers. De vastgoedprijzen liggen er gemiddeld lager dan in andere delen van de stad, en de wijk heeft nog een grote troef: Park Spoor Noord. Zodra de temperaturen de hoogte in schieten, heerst daar een gezellige drukte. Vanuit de hele stad komen ouders met hun kroost verkoeling zoeken in en rond de watertuin in het midden van het park. Terwijl kinderen joelend door fonteinen hollen, zoeken volwassenen een plekje in de aanpalende zomerbar of op het gras. Daar zitten vrouwen met hoofddoek tussen bakfietsouders, bidt een moslim naast iemand die diep in een roman verzonken is. Tafels, stoelen, picknickdekens, parasols en tenten worden ingepakt en meegezeuld naar het park. Sfeer genoeg.
Niet meteen het beeld dat doorgaans over de Seefhoek bestaat. Met zo’n 15.500 inwoners per vierkante kilometer is de wijk bijzonder dichtbevolkt. Het aantal bellen en brievenbussen aan de deuren verraadt dat de huizen opgedeeld zijn in kleine appartementen waar (te grote) gezinnen wonen. In 2021 leefde 53 procent van die gezinnen er in kansarmoede. De laatste jaren wordt de wijk geteisterd door dealers, ontploffende granaten, steek- en schietpartijen, hels verkeer en bergen sluikstort.
Ook Coddé is met de jaren kritischer geworden. Hij vraagt zich af waarom de investeringen van de stad na de opening van Park Spoor Noord, intussen bijna vijftien jaar geleden, gestagneerd zijn. ‘Alle plannen die nog voor de buurt op tafel lagen, lijken in de vuilnisbak beland.’
Komen en gaan
‘Toen de opportuniteit van Park Spoor Noord ontstond, was ik er onmiddellijk een groot voorstander van’, vertelt Leona Detiège (SP, nu Vooruit), die van 1995 tot 2003 burgemeester van Antwerpen was. De Seefhoek lag haar altijd na aan het hart. ‘Mijn beide ouders zijn er geboren, en als kind woonde ik in de buurt’, vertelt ze. Onder haar bestuur kwamen niet alleen de plannen voor het nieuwe park tot stand, maar werden ook werken uitgevoerd die de Seefhoek opwaardeerden. ‘Toen ik burgemeester werd, kwamen de winkeliers, marktkramers en buurtbewoners uit de Seefhoek met hun verzuchtingen naar het stadhuis. We hebben toen een regelmatig overleg ingevoerd, onder andere met een vertegenwoordiger van de politie erbij. Krotten werden opgekocht en afgebroken, er werd een centrum voor innovatief ondernemerschap opgericht, de hoofdbibliotheek van Antwerpen verhuisde naar het De Coninckplein, dat een tijd onder continu politietoezicht stond. Het Sint-Jansplein werd heraangelegd en de vuilnisbelt in en rond de openbare toiletten werd opgeruimd.’ Volgens Detiège zorgden die ingrepen ervoor dat de overlast afnam.
Wat jarenlang een groot, ontoegankelijk spoorwegterrein van de NMBS was, is sinds 2008 een park van 18 hectare. ‘Een tuin voor de buurt én een park voor de stad’, zo vatte het bestuur het op. Park Spoor Noord moest de woonkwaliteit in de Seefhoek verbeteren en de bewoners voldoende groen bieden – amper een op de acht huizen in de omliggende wijken had een tuin of terras. Het park moest ervoor zorgen dat mensen graag in hun buurt zouden blijven wonen en tegelijk nieuwe bewoners aantrekken. De neerwaartse spiraal van Antwerpen-Noord moest doorbroken worden.
‘Sinds de opening van het park is het vastgoed eromheen enorm veranderd’, zegt Timor Nonneman van buurtwerking Elegast. Samen met de panden zag hij ook de bewoners transformeren. ‘Ik ken huurders die vroeger in huizen woonden die aan het park grensden. Zij zijn intussen verhuisd omdat de prijzen zo gestegen zijn.’ In hun plaats kwamen nieuwe, economisch sterkere bewoners. Er kwam vers bloed in de wijk – maar heel wat van die jonge gezinnen vertrokken ook vrij snel weer. Nonneman: ‘Vaak zijn ze erg enthousiast over de levendige buurt, maar zodra ze er wonen, storen ze zich aan het verkeer, de psychisch kwetsbare mensen die er rondhangen of slapen, de vuile straten. Ofwel moet de buurt veranderen, ofwel trekken ze weg. Aangezien de wijk niet snel genoeg evolueert, is er een verloop van jonge witte gezinnen.’
Aankomstwijk
De Antwerpse schepen van Sociale Zaken en Armoedebestrijding Tom Meeuws (Vooruit) woont al 25 jaar in de Seefhoek. Ook hij zag het komen en gaan van jonge Belgen met hoge verwachtingen. ‘Ik woon hier doodgraag,’ zegt hij, ‘maar het vraagt inderdaad enige aanpassing.’
De Seefhoek blijft een aankomstwijk, zegt Meeuws. Hij verwijst naar het werk van de Canadese journalist Doug Saunders, die zulke wijken beschouwt als plekken voor transitie en integratie. Saunders beschouwt aankomstwijken niet als chaotisch, afstotend en niet-functioneel, maar als een veilige haven voor nieuwelingen. ‘En die functie vervult de Seefhoek vandaag nog’, zegt Meeuws. ‘Mensen komen van heinde en verre, ze wonen hier met het idee dat ze een leven tegemoetgaan waarin hun kinderen het beter zullen hebben. Maar aankomstwijken krijgen vaak ook te maken met de vier V-problemen: verkeer, vuil, verloedering en vervreemding. Pas als je die doorgrondt, kun je nadenken over oplossingen, zonder met een beschuldigende vinger naar het bestuur te wijzen.’
‘Onze straat wordt de hele dag door gebruikt als sluiproute om het centrum uit te rijden’, zegt Coddé. Het verkeer is voor hem de grootste frustratie. ‘In de spits loopt dat op tot 800 auto’s per uur.’ Dat drukke verkeer heeft niet alleen gevolgen voor de veiligheid, maar ook voor de luchtkwaliteit in de wijk. De resultaten van het burgeronderzoek CurieuzeNeuzen in 2018 waren bijzonder slecht. Dat komt omdat Coddés straat een zogenaamde street canyon is: een smalle straat met hoge bebouwing waarin uitlaatgassen blijven hangen. ‘Wij hadden toen net kinderen’, zegt Coddé. ‘Als je dat leest, ga je nadenken.’ Sindsdien zet hij zich met andere buurtbewoners in om de straat leefbaarder te maken. Wat vooral steekt, is dat er tien jaar geleden al een wijkcirculatieplan werd opgemaakt, maar dat daar nog niets mee gebeurd is. ‘We moeten die plannen inderdaad weer op tafel durven te leggen’, geeft schepen Meeuws toe. ‘Op dat gebied laten het district en de stad steken vallen.’
Vuilnisbak van Antwerpen
‘Ik zeg het niet graag omdat ik mijn wijk niet graag afbreek, maar het is hier de vuilnisbak van Antwerpen’, zucht Paula De Brie (82). Sinds 1970 woont ze op een steenworp van de Diepestraat, waar buurtbewoners en handelaars deze zomer nog alarm sloegen. In een brief aan burgemeester Bart De Wever (N-VA) kaartten ze het drugsgeweld en de straffeloosheid in de wijk aan. ‘Twaalf jaar geleden zijn we daar al voor op straat gekomen’, zegt De Brie. ‘Er is niets veranderd. Of toch: vroeger dealden ze hier stiekem. Nu doen ze het open en bloot.’
Maar De Brie ergert zich nog het meest aan het zwerfvuil en het sluikstort. Al meer dan twintig jaar trekt ze als vrijwilliger wekelijks door de wijk om de straten op te ruimen en sluikstort te signaleren. ‘Het begon toen mijn man en ik na een vakantie de boom op de hoek van onze straat bijna niet meer zagen staan omdat er zo veel vuil omheen gezet was.’ Haar man wilde verhuizen, zij wilde een oplossing. Maar je kunt er vandaag niet naast kijken. In een boomperkje liggen overvolle grijze zakken, losliggende kleren, een oude stofzuiger en een aftands droogrek. ‘Dit sluikstort werd gemeld’, staat te lezen op een sticker op het afval. ‘Dat zullen ze dan binnenkort wel komen ophalen’, mompelt De Brie.
‘Vuil is een gigantisch probleem in de Seefhoek’, geeft Meeuws toe. ‘De huisraad die op straat belandt, is een ge- volg van de hoge verhuisintensiteit. Mensen klimmen op de sociale ladder en verhuizen. Koelkasten, stoelen, kasten en salons belanden dan vaak op straat. Om dat op te lossen moeten we de huiseigenaars verantwoordelijk durven te maken voor de huisraad die blijft staan bij een contractwissel. En natuurlijk moeten we ook de huurders meer responsabiliseren.’
‘Je kunt niet verwachten dat mensen trots zijn op hun wijk als je ze niets geeft om trots op te zijn’, zegt buurtbewoner Leonard Muylle (35). Hij ergert zich meer aan het vuil en het verkeer dan aan de drugsoverlast. ‘Ik kan me voorstellen dat de strijd tegen de georganiseerde misdaad allesbehalve makkelijk is. Maar dat je er als stad niet voor kunt zorgen dat de straten er netjes bij liggen, vind ik erg. Dat de stad geen verkeersdrempels kan plaatsen in een straat waar auto’s elkaar veel te snel voorbijvlammen, begrijp ik niet. Moeilijk zijn die ingrepen niet, dus het lijkt wel onwil. Als het bestuur geen respect heeft voor de Seefhoek, hoe kun je dat dan wel van de bewoners verwachten?’
Volgens Meeuws moet de stad meer inzetten op de kwaliteit van het straatmeubilair en wat ‘de vloer van de stad’ heet. Meeuws: ‘Ik heb soms de indruk dat de straten in de Seefhoek kwalitatief slechter heraangelegd worden dan die in het centrum. Het viel me bijvoorbeeld op bij werken die De Lijn laatst uitvoerde. Het beton en de naden zagen er minder goed uit dan die op ‘t Zuid, terwijl dat in principe precies hetzelfde zou moeten zijn. Als het openbaar domein heraangelegd wordt, moet gekozen worden voor goede en robuuste materialen. De aanblik van de wijk moet beter.’
Spanningen
Acht jaar geleden verhuisde Muylle naar de straat waar Panamarenko jarenlang zijn oervogels, vliegende rugzakken en zeppelins bedacht. Hij woont graag in de Seefhoek, maar noemt het een uitdaging. ‘Op het pleintje aan het begin van de straat zitten overdag drugs- en alcoholverslaafden, mensen van De Biekorf (een nachtopvang voor dak- en thuislozen van het CAW, nvdr) en hangjongeren die kattenkwaad uithalen – al is dat te zacht uitgedrukt. Op een keer staken ze vuurwerk in de brievenbus van een buurvrouw omdat zij hen had aangesproken op hun gedrag.’
In de Seefhoek wonen traditionele moslims uit Pakistan of Afghanistan naast mensen met een verslavingsproblematiek, Turkse ondernemers naast pas gearriveerde Eritreeërs, en daartussen komen steeds vaker jonge, witte middenklassers wonen. ‘Dat dat meestal goed lukt, vind ik een bijzonder groot compliment aan de bewoners’, zegt Muylle. Schepen Meeuws roemt dan wel het samenleven van de bewoners, bij Muylle blijft het wringen. ‘Er is in deze wijk een soort afvoerputje gecreëerd. Het lijkt wel stadsplanning: stop alles wat niet in de hippe, mooie buurten past ergens samen. De stad bezemt dat allemaal naar één hoek, en dat is onze wijk.’
De mix van bewoners met uiteenlopende achtergronden, religies, culturen en nationaliteiten zorgt soms voor spanningen. ‘Als buurtbewoner kun je enorm geëngageerd zijn in je wijk, maar dat betekent niet dat je altijd het lef, de zin en de energie hebt om in te grijpen als er iets gebeurt’, geeft Muylle toe. ‘Dan heb ik het over klein vandalisme, nachtlawaai of overlast door verslaafden die op straat hun behoefte doen.’
‘Toen ik pas in de Seefhoek woonde, had je nog een straathoekwerker op het plein’, herinnert Muylle zich. ‘Die was het cement van de wijk.’ In 2014 besloot het stadsbestuur om straathoekwerk af te bouwen. Het was ‘te passief en te vrijblijvend’, aldus Philippe Beinaerts, toenmalig woordvoerder van burgemeester Bart De Wever. Volgens Tijs Geerts, een wijkwerker van CAW Antwerpen die meer dan tien jaar straathoekwerker was in de Seefhoek, claimde het stadsbestuur toen dat het geen geld wilde investeren in mensen die op een bankje met een dakloze zitten te babbelen. ‘De N-VA wilde de middelen resultaatgericht inzetten’, zegt Geerts. ‘Met straathoekwerk kun je een goede band opbouwen met mensen, en iemand het gevoel geven dat hij niet voor niets leeft. En als er iemand op een bankje lag te slapen, kwamen buurtbewoners vragen of ik daar eens een praatje mee kon doen. Dat vonden ze geruststellend. Hoe meet je het resultaat van zoiets?’
De terugkeer van straathoekwerk zou de wijk goed doen, vindt Geerts. Ook Marij Preneel (Groen), districtsburgemeester van Borgerhout, vertelde was een opinie op Knack.be ‘Laat dat nu net zijn waar Bart De Wever de laatste jaren stevig in heeft gesnoeid. Het begon met het schrappen van de straathoekwerkers. Dan gingen de wijkkantoren dicht, waar je terechtkon om je sorteerpas op te laden, maar ook om te melden dat er sluikstort lag op de hoek van je straat of gewoon voor een babbeltje. De lokale politie werd gecentraliseerd. In een politiekantoor raak je alleen binnen op afspraak. Politieagenten zie je voornamelijk in combi’s, zelden op de fiets of te voet.’ Volgens Meeuws zijn er wel degelijk mensen op ronde, maar heten zij nu outreachers. ‘Het is niet omdat ze een andere naam kregen, dat ze er niet meer zijn.’
Reddingsboei
Verwaarloost Antwerpen de Seefhoek? Coddé, De Brie en Muylle twijfelen er niet aan. Terwijl ze in andere delen van de stad de ene na de andere investering zien, lijkt hun wijk stil te staan.
Hoewel Detiège beseft dat nog lang niet alle problemen van de baan zijn, kijkt ze tevreden terug op de opening van Park Spoor Noord. Ook de buurtbewoners zijn het erover eens dat het park een goede zaak is. ‘Voor de straten eromheen was het zeker een opsteker’, zegt De Brie. ‘Vroeger was het er desolaat, nu ga ik er in de zomer weleens iets drinken.’ Voor Muylle is het park niet minder dan de reddingsboei van de buurt. ‘Als dat er niet zou zijn, zou ik hier niet meer wonen.’