Pedagoog Pedro De Bruyckere over het belang van twijfel: ‘Wees kritisch voor de zaken waar je in gelooft’
Waarover is pedagoog Pedro De Bruyckere van gedachte veranderd?
In de rubriek Durf Twijfelen vraagt Knack elke week naar de twijfels van bekende mensen.
‘Tijdens mijn studie pedagogie schreef ik mijn masterscriptie bij wijlen professor Marc Spoelders. Op een dag wandelde ik tevreden zijn kantoor binnen, want ik had net een hoofdstuk geschreven dat ik zelf heel goed vond. Helemaal in de geest van het sociaal constructivisme – dat was en is nog altijd een erg dominante stroming in het denken over onderwijs. Spoelders bekeek dat hoofdstuk en zei: “Ja maar, Pedro, dat is maar één visie op de werkelijkheid.” Hij gaf me een stapel artikels mee. “Kom niet terug voor je dit gelezen hebt.” Dat was voor mij een keerpunt. Het was alsof iemand mijn winkelwagentje vol kennis, dat ik al die jaren gevuld had, in één keer omgooide.
‘Spoelders leerde me dat je kritisch moet zijn voor de dingen waar je zelf in gelooft. Dat probeer ik ook altijd te zijn als ik een boek schrijf – achteraf bekijk ik het als een mythe en vraag ik me af: klopt het wel? Mensen hebben namelijk altijd de neiging om die dingen uit bronnen te halen die hun mening bevestigen.
‘Hij zei ook, bij elke uitspraak of stelling: “Ja maar, wie zegt dat?” Dat ben ik nooit vergeten. Vroeger begon ik mijn lessen altijd met een bekende quote van Socrates: “De jeugd van tegenwoordig houdt van luxe, heeft slechte manieren en heeft geen eerbied voor ouderdom.” Maar het is niet omdat het in veel boeken zo gesteld wordt, dat het ook klopt. Het bleek een uitspraak uit 1904, die afkomstig is uit een parodie op klassieke teksten. Toen vloekte ik wel even.’
Een bekende quote van Socrates bleek uit 1904 te dateren.
Dat geldt wellicht voor veel beweringen.
PEDRO DE BRUYCKERE: In mijn vakterrein hoor je vaak stellingen als: ‘Leren programmeren helpt je om andere problemen op te lossen’, ‘Wie Latijn studeert, zal ook sneller andere talen leren’, ‘Wie schaakt, is beter in alles’. Als je die beweringen factcheckt, blijken ze niet echt te kloppen. Er is ook een stelling die zegt dat mensen die muziek spelen beter wiskunde kunnen studeren. Dat is ook niet waar en dat vind ik wel jammer, want ik speel zelf muziek. (lacht) Ik schreef over mythes met Casper Hulshof en Paul Kirschner. We hebben een rolverdeling zoals Mulder en Scully in de tv-serie The X-Files. Ik ben dan Mulder: ‘Ik wil geloven, maar je moet mij overtuigen.’ Terwijl de andere twee uit principe niet geloven en gecorrigeerd willen worden in hun ongeloof.
Bent u iemand die vaak twijfelt?
DE BRUYCKERE: Ja. Mensen zeggen me vaak dat ik heel zelfverzekerd overkom. Dat is waar, maar ze vergeten dat aan die zelfverzekerdheid een heel proces van twijfel is voorafgegaan. Je kunt alleen maar zeker van iets zijn door veel te twijfelen en op te zoeken. Een van de mythes die we zo checkten, was de claim dat 65 procent van de jobs die onze kinderen zullen hebben nu nog niet bestaat. Het bleek een verzinsel, maar één bron verwees naar een boekje uit de jaren vijftig. Dan wil ik weten of dat echt klopt en zoek ik op obscure tweedehandssites en in bibliotheken naar precies die bron waar de onderbouwing zou kunnen staan. Ik heb het boek gevonden, maar het stond er niet in. (lacht)