Frank Judo
‘Pavlovreacties over “woke”, helpen ons geen stap vooruit’
‘Bewust omgaan met het verleden impliceert niet noodzakelijk dat die omgang wordt gedramatiseerd’, schrijft Frank Judo. Hij staat stil bij een incident in een Nederlands museum, waarbij een alternatief gezocht werd voor het woord ‘mummie’.
Tijdens de rustige periode rond Kerstmis, die oudere Franstalige vrienden nog zo elegant omschrijven als “la trève des confiseurs”, was er weer tijd voor een incidentje. Het Allard Piersonmuseum in Amsterdam had een toelichtende tekst geplaatst bij een in linnen gewikkeld lichaam van een jongentje en verkoos die omschrijving boven het “niet onomstreden” woord “mummie”.
Heel gauw werden in Nederland een paar schilden geheven tegen deze nieuwlichterij, die meteen in verband werd gebracht met het fenomeen woke. In het Verenigd Koninkrijk was er vorig jaar een gelijkaardig voorval. Wat is er nou in ’s hemelsnaam mis met de term “mummie”? Waarom mag je dat ook niet meer zeggen?
Daar gaan we weer. Il est interdit d’interdire. Terwijl er in de tekst strikt genomen geen zweem van verbod te vinden was, enkel een keuze van het museum om een bepaalde terminologie te gebruiken. En blijkbaar vond men die keuze niet volkomen evident, vermits het nodig werd geacht ze van een toelichting te voorzien. Toegegeven, het gebruik van de term “niet onomstreden” was wat onhandig. Wat is in een open samenleving wél onomstreden? A priori niets en het feit dat er strijd over woorden of begrippen bestaat, is geen reden om ze buiten zicht van kinderen te bewaren. Een reden voor incidenten hoeft dat echter ook niet te zijn.
Bij mij riep het hele verhaal een andere herinnering op, namelijk die aan een vriendin die al vele jaren veel van haar vrije tijd besteedt aan de verdediging van het ongeboren leven. Zij voegt telkens er sprake is van een foetus de woorden “van een mens” of “van een meisje of een jongentje” toe. Het heeft haar al menige agressieve reactie opgeleverd, al weet ik dat zij dat doet uit een oprechte eerbied voor menselijk leven – een eerbied die ik ook herkende bij het Allard Piersonmuseum. De gelijkenissen tussen beide verhalen zouden ons aan het denken kunnen zetten, maar doen dat niet of nauwelijks.
Dat heeft ermee te maken dat de term “woke” een heel polariserende rol is gaan spelen. Je bent voor of tegen en dus goed of slecht – waarbij de toewijzing van die laatste kwalificaties volkomen afhangt van de positie die je in het maatschappelijke debat wil innemen. Wie progressief is, moet voor zijn, wie conservatief is, tegen.
(Lees verder onder de preview.)
Dit soort pavlovreacties draagt er ongetwijfeld toe bij het leven eenvoudiger te maken, maar helpt ons voor het overige geen stap vooruit.
Als ik even voor eigen deur mag vegen: de manier waarop vele conservatieven in dit debat reageren, is vatbaar voor verbetering. Zoals ik al betoogde in Het bewaren waard (Ertsberg, 2022) is een houding die alle betrokkenheid bij onaangename erfenissen uit het verleden afwijst “omdat het al zo lang geleden is” minstens inconsistent, wanneer men wel bereid is zich te beroemen op het meer glorierijke deel van datzelfde verleden. Die gaat immers vaak even lang terug in de geschiedenis. Je kan bijvoorbeeld niet poneren dat de Gouden Eeuw iets is waarop Nederland trots mag zijn, en tegelijk zeggen dat de huidige Nederlanders niets te maken hebben met de slavenhandel uit diezelfde tijd.
Dat discours is niet enkel inconsistent, het is ook weinig elegant. Wie beweert van zijn individuele en collectieve voorouders te houden, verwijst ze niet naar de scheurmand van de geschiedenis. Er zijn zoveel andere houdingen denkbaar, van vragen om begrip voor wat in andere tijden is gebeurd tot erkennen dat er in het verleden afschuwelijke zaken zijn geschied – niet alleen in het verleden trouwens. Louter distantiëren is dan net iets te gemakkelijk.
En er is meer. Ik ken weinig conservatieven die onverdeeld gelukkig zijn met de huidige samenleving en de manier waarop zij tot stand is gekomen. Het zou dus in de rede liggen dat zij een beweging die aandacht vraagt voor alternatieve narratieven over het verleden met belangstelling en zelfs sympathie zouden benaderen en er gebruik van zouden maken om aandacht te vragen en te krijgen voor vergeten groepen uit eigen kring.
Nieuw zou zo’n benadering trouwens niet zijn. Toen in de tweede helft van de twintigste eeuw jonge historici, die ontevreden waren over de dominantie van de politieke en militaire geschiedschrijving meer aandacht vroegen voor de geschiedenis van het dagelijkse leven, was een van hun voortrekkers de complexloze traditionalist Philippe Ariès. Later zou in Nederland Coen Tamse, die wel eens voor een oranjeklant werd versleten, boeiende analyses maken van de rol van vrouwen in het bestuur van de Republiek der Verenigde Nederlanden en hun bijdrage tot het bewaren van institutionele stabiliteit.
Misschien moet dit historisch werk eens opnieuw bovenaan op het conservatieve leestafeltje worden gelegd, zeker als dat helpt om duidelijk te maken dat bewust omgaan met het verleden niet noodzakelijk impliceert dat die omgang wordt gedramatiseerd.
Frank Judo is advocaat, kerkjurist en historicus. In 2023 verscheen zijn meest recente boek Het bewaren waard. Wandelen door een conservatisme langs 21 misverstanden. (Ertsberg).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier