Pausbezoek: KU Leuven staat ijzersterk tegenover Rome – en Franciscus beseft dat

Paus Franciscus bij zijn aankomst op de luchthaven van Melsbroek donderdag 26 september © BELGA
Walter Pauli

Officieel is het bezoek van Franciscus aan de KU Leuven een vroeg verjaardagsfeestje. In werkelijkheid hoopt de paus vooral op goodwill van de universiteit. Niet omgekeerd.

De Katholieke Universiteit van Leuven werd opgericht in 1425 en is daarmee een van de oudere universiteiten van Europa – Bologna, Cambridge en Oxford zijn ongeveer 250 jaar ouder. Samen met de afgesplitste Université Catholique de Louvain (UCLouvain) is Leuven wel de oudste universiteit die officieel nog ‘katholiek’ heet. De grote Romeinse universiteit La Sapienza dateert bijvoorbeeld van 1303 en was ooit de allereerste pauselijke universiteit. Maar in 1870, bij de eenmaking van Italië, trok de paus zich mokkend terug in het Vaticaan en nam de Italiaanse overheid Sapienza over. Sindsdien is het een overheidsuniversiteit. Leuven was zeer kortstondig (1817-1835) een ‘rijksuniversiteit’. Verder bleef het al die eeuwen een katholieke instelling. Al is ze de jongste jaren veel fundamenteler veranderd dan het lijkt.

Opstandig Leuven

Eigenlijk is de KU Leuven geboren uit een conflict met de kerk in de jaren 1960. Tijdens het Tweede Vaticaans Concilie (1961-1964), een grootschalige bijeenkomst van de katholieke hiërarchie om een (toen al) als noodzakelijk aangevoelde vernieuwing in gang te zetten, ontpopte de Belgische kardinaal Leo Jozef Suenens (1904-1996) zich tot voorman van de progressieve fractie. Suenens kon buitengewoon veel invloed uitoefenen omdat hij kon terugvallen op zijn geduchte ‘squadra belga’, een formidabel kabinet annex studiedienst dat vooral bestond uit professoren theologie, kerkelijk recht en (moraal)filosofie uit het toen nog tweetalige Leuven-Louvain. Binnen de katholieke intelligentsia van de jaren 1960 had Leuven de reputatie van de meest vooruitstrevende universiteit ter wereld. Rome zag het met argusogen aan. Zeker voor de behoudsgezinde fractie in het Vaticaan stond Leuven synoniem voor ‘opstandig’ en ‘dringend in toom te houden’.

Binnen de katholieke intelligentsia van de jaren 1960 had Leuven de reputatie van de meest vooruitstrevende universiteit ter wereld.

Dat laatste kon zelfs Suenens niet. Terwijl hij in Rome de grote vedette van de vernieuwing was, verloor hij alle grip op Leuven. Daar was de beweging voor Leuven Vlaams op gang gekomen. Suenens, die ook (te) nauwe banden onderhield met koning Boudewijn en koningin Fabiola, had geen oren naar de Vlaamse eisen. In Rome was hij kampioen van de democratische kerk, in België vaardigden de bisschoppen in 1966 een autoritair ‘Mandement’ uit dat de Vlaamse professoren en studenten aanmaande dat het welletjes was geweest met dat protest: van een splitsing van de universiteit zou toch nooit sprake zijn.

De geschiedenis is bekend: in 1968 al werd definitief beslist om de unitaire, tweetalige universiteit te splitsen in de Katholieke Universiteit Leuven en de Université Catholique de Louvain, en werd daarvoor in de Waals-Brabantse velden een nieuwe stad gebouwd: Louvain-la-Neuve.

De kwestie Romero

Suenens was de controle over Leuven kwijt. De echte baas daar werd rector Pieter De Somer, de voorman van de Vlaamse opstand. Onder De Somer floreerde in Leuven een progressief, tolerant katholicisme. Een belangrijke studentenhome kreeg de naam ‘Camilo Torres’, naar een ex-student van Leuven die in Zuid-Amerika als marxistische guerrillero was gesneuveld.

Het begon echter te spannen toen De Somer op 2 februari 1980 een eredoctoraat toekende aan Oscar Romero, de sociaal voelende aartsbisschop van El Salvador, die de militaire junta van zijn land beschuldigde van inbreuken op de mensenrechten en van een gewelddadige onderdrukking van de bevolking. Op 24 maart werd Romero tijdens een misviering vermoord door een doodseskader. Algemeen werd een verband gelegd tussen de moord en het Leuvense eredoctoraat: die prijs had hem te belangrijk had gemaakt, welhaast onschendbaar.

De reactie van het Vaticaan was ambigu. Onder de nieuwe paus Johannes Paulus II werd de bevrijdingstheologie beoordeeld als marxistische infiltratie, en die moest dus bestreden worden. Ook dissidente theologen kregen te maken met Rome. In mei 1985 bezocht Johannes Paulus II tijdens zijn bezoek aan België ook Leuven. In een beroemde toespraak tot de paus claimde Pieter De Somer de ‘vrijheid tot dwalen’ voor zijn universiteit en onderzoekers. De oude rector trok in aanwezigheid van de paus een streep in het zand: tot hier en niet verder, wij erkennen dat leergezag maar het bindt ons niet. Het wordt beschouwd als het geestelijke testament van De Somer (hij stierf een maand later, op 17 juni 1985). In Tertio stipte politoloog Steven Van Hecke aan dat die ‘vrijheid tot dwalen’ inmiddels tot de Leuvense canon behoort, als een van de belangrijkste begrippen waarmee de universiteit zich definieert.

Geen kerkelijke instelling

Niet dat Rome zich daar goedschiks bij neerlegde. De Somers opvolger Roger Dillemans (rector van 1985 tot 1995) werd geconfronteerd met een Vaticaans document over katholieke universiteiten. In een vertrouwelijke nota stond Dillemans op zijn strepen: ‘We do not see the need for a Vatican document on catholic universities.’ Er kwamen toch nieuwe regels, en zelfs een nieuwe ‘eed’ van gehoorzaamheid die academici aan Rome moesten afleggen. Behalve in België: kardinaal Godfried Danneels stelde zich borg. Leuvense professoren hoefden geen eed af te leggen.

In de no-nonsensestijl hem eigen maakte André Oosterlinck (rector van 1995 tot 2005 en nadien tot 2021 voorzitter van de Associatie KU Leuven ) een eind aan die onduidelijke hiërarchische toestand. In overleg met Danneels werd de oude Inrichtende Overheid hervormd. De bisschoppen deden daarin vrijwillig afstand van hun numerieke meerderheid, de titel van grootkanselier (die toekomt aan de aartsbisschop) werd puur honorair. Daarmee eindigde de formele macht van de Belgische bisschoppen in Leuven (met uitzondering van een aantal aspecten bij de faculteiten theologie en kerkelijk recht). De KU Leuven heeft nog wel een ‘k’ in de naam, maar is geen kerkelijke instelling meer.

Het trauma van Nijmegen

Dat heeft niet alleen met de Belgische bisschoppen de machtsverhoudingen danig veranderd, maar ook met het Vaticaan. In Rome zit men namelijk met het trauma van Nijmegen, waar de Rooms-Katholieke Universiteit in 2022 de Radboud Universiteit werd. Het schrappen van ‘Katholiek’ werd Nijmegen eenzijdig door de strot geduwd door de Nederlandse bisschoppen: de autoritaire aartsbisschop Wim Eijk vond het welletjes dat hij zo weinig te zeggen had in het bestuur.

Moeten er voor een universiteit geen goede argumenten zijn om zo’n dolaard te blijven volgen?

Bij het verplichte ad-liminabezoek van de Nederlandse bisschoppen aan Rome bleek dat het Vaticaan had gewild dat Nijmegen een ‘katholieke’ universiteit bleef. Maar gedane zaken nemen geen keer: zodra Nijmegen zich had moeten omdopen tot Radboud Universiteit was een terugkeer naar Katholieke Universiteit geen optie meer.

In die context staat Leuven ijzersterk tegenover Rome. In de ‘World University Ranking 2024’ van The Times Education bezet de KU Leuven de 47e plaats. Daarmee is ze niet alleen de enige Belgische universiteit in de top 100, Leuven is met grote voorsprong de eerste katholieke universiteit ter wereld. De tweede, nota bene de UCLouvain, staat op de 168e plaats. Radboud bezet plaats 147. Naar bijna alle andere katholieke universiteiten is het veel verderop zoeken.

Op de dool

Als paus Franciscus een bezoek brengt aan Leuven en aan Louvain-la-Neuve, dan is dat niet meer uit een machtspositie. De paus heeft vandaag juist alle belang bij goede relaties met een van de zeldzame ‘katholieke’ uithangborden in de academische wereld en het veld van onderzoek en cultuur.

De Leuvense rector Luc Sels gaf op tv te verstaan dat hij in zijn toespraak tot de paus hete hangijzers zal aankaarten zoals de ongelijke plaats van de vrouw in de kerk, toestanden die volgens de Leuvense universitaire gemeenschap niet meer van deze tijd zijn. Franciscus heeft al belangrijke stappen gezet door Vaticaanse topfuncties aan vrouwen toe te wijzen, maar een formele gelijkschakeling is nog veraf.

Om in de klassieke beeldspraak van De Somer te blijven: het Vaticaan meent nog altijd het enige juiste te pad te bewandelen, maar is Rome inmiddels niet zelf aan het dwalen? Moeten er voor een universiteit geen goede argumenten zijn om zo’n dolaard te blijven volgen?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content