Paus Franciscus zal tijdens zijn bezoek aan ons land, eind deze maand, een groep van vijftien slachtoffers van seksueel misbruik ontmoeten. Waar en wanneer dat precies gebeurt, maakt de Kerk niet bekend. In een persbericht wijst de Belgische Bisschoppenconferentie er vrijdag op dat de ontmoeting ‘in alle discretie’ gebeurt, ‘op uitdrukkelijk verzoek van een aantal onder hen’.
Afgelopen zaterdag kwamen zowat dertig slachtoffers samen ‘om de boodschappen en verwachtingen te omschrijven die, namens de hele groep, door een vijftien onder hen aan de paus zullen worden uitgesproken’.
In juni lanceerden de bisschoppen naar de slachtoffers de vraag wie van hen de paus zou willen ontmoeten. Op die oproep gingen ‘meer dan 80 slachtoffers in’, aldus de Bisschoppenconferentie. Het Vaticaan wilde een ontmoeting met vijftien mensen, ‘opdat een sfeer van oprecht luisteren en uitwisseling met de paus echt mogelijk zou zijn’.
Deze vijftien slachtoffers zijn zowel mannen als vrouwen en komen uit alle provincies en uit uiteenlopende slachtoffergroepen. Andere slachtoffers die de paus wilden ontmoeten, zullen een brief kunnen schrijven die aan de paus wordt overhandigd. Later dit jaar zullen ze kunnen deelnemen aan een ‘ontmoetingsdag over het aangepaste beleidsplan van de Kerk’. In de herfst zal dat plan worden gelanceerd. Het past, volgens de Bisschoppenconferentie in de ‘volgehouden strijd (van de bisschoppen, red.) tegen misbruik in de katholieke Kerk, mee gebaseerd op de aanbevelingen van de parlementaire commissies, de resultaten van het onderzoek dat loopt aan de KU Leuven en in dialoog met slachtoffers’.
Aanspreekpunt
Tot het nieuwe beleidsplan van kracht wordt, is aartsbisschop Terlinden het aanspreekpunt voor de slachtoffers van seksueel misbruik. Antwerps bisschop Johan Bonny kondigde eind juli aan dat hij stopt als aanspreekpunt, nadat de paus en de andere bisschoppen hem een hulpbisschop weigerden. ‘Ik heb honderden dossiers helpen behandelen’, zei Bonny toen aan het Nieuwsblad. ‘Dat weegt emotioneel erg zwaar op me.’
Terlinden erkent dat er vroeger een ‘cultuur van geheimhouding en stilte is geweest binnen de katholieke Kerk’, en hij voegt eraan toe dat ‘een diepgaande vernieuwing van de Kerk enkel mogelijk is wanneer men eindelijk kan spreken’. Dat zal onder meer kunnen tijdens de ontmoeting met de paus – in alle discretie.
