Joke Struyf

‘Parentale burn-out? Structureel probleem kan niet alleen worden verholpen met individuele oplossingen’

Joke Struyf Doctoraatsonderzoeker filosofie (UAntwerpen)

 Het verhaal over de parentale burn-out mist een breder maatschappelijk perspectief’, reageert Joke Struyf   Knack.  ‘Moeten we in plaats van meer egoïsme te bepleiten niet liever hebben dat moeders   er juist minder alleen voor staan?’

Gisteren las ik in Knack het artikel over de ouderschapsburn-out, waarin Isabelle Roskam haar onderzoek uitlegt. We lezen dat dit 5 procent van de ouders treft, en vooral moeders, en dat het hun perfectionisme is dat hen vatbaarder maakt voor die burn-out.

Het lijkt een individueel probleem, weliswaar aangewakkerd door trends als intensief moederen en dwingend ouderschapsadvies. De oplossingen die worden aangereikt zijn ook individueel: we lezen over een klinisch psycholoog en een burn-outcoach die moeders begeleiden in hun praktijk of lotgenotengroep. Moeders zouden ook kunnen leren van vaders, die zonder nadenken op hun fiets springen als ze nood hebben aan ontspanning: dat soort ‘gezond egoïsme’ zouden moeders zich meer eigen moeten maken, aldus Roskam.

Wat ontbreekt in het artikel is het bredere plaatje waarin deze ouders een zogenaamde burn-out krijgen – oh en dat die vaders op de fiets kunnen springen net omdát de moeders dan bij de kinderen zijn, natuurlijk.

Moeten we in plaats van meer egoïsme te bepleiten niet liever hebben dat moeders (mensen die moederen, van gelijk welk gender) er juist minder alleen voor staan?

Onderzoek naar de parentale burn-out is onvolledig zonder een perspectief op de status van moederen in onze neoliberale kapitalistische maatschappij. Zoals Franz Fanon concludeerde dat zwarte mensen meer te kampen hadden met bepaalde mentale gezondheidsproblemen omwille van structurele onderdrukking, moeten we de maatschappelijke inbedding van moederen meenemen om het fenomeen van de parentale burn-out beter te begrijpen.

Tegenstrijdig opvoedingsadvies

Volgens Isabelle Roskam is de taak van ouders iets moeilijks geworden, ‘bijna zoals een echte baan’, omwille van het vele tegenstrijdige opvoedingsadvies. De stroom aan advies is lastig, maar het grootste probleem is dat het inderdaad ‘bijna zoals’ een echte baan is, maar net geen echte baan.

Ten eerste is moederen een fysiek en mentaal zware job die niet als zodanig wordt erkend. In ons neoliberale kapitalistische systeem halen we onze eigenwaarde en zelfs onze status als mens uit betaald werk, en onbetaald zorgwerk levert daardoor niet vanzelfsprekend eigenwaarde en voldoening op: we hebben er simpelweg de taal en het zingevend kader niet meer voor.

Ten tweede is het inderdaad vervelend dat je, zoals Roskam vermeldt, geen vakantie kan nemen van het moederen. Belangrijker daarbij is dat je ook geen vakantie kan nemen van de zorgverhoudingen binnen een koppel, die je ook wel de arbeidsverhoudingen zou kunnen noemen van de tweede shift (huishouden en zorgen voor de kinderen). Ze zijn niet geregeld zoals bij een echte baan: je kan bij problemen niet bij HR of de ombuds terecht – wel bij een relatietherapeut, maar dat is weer een individuele (en dure) oplossing voor structurele problemen.

Want dat zijn ze: de gegenderde taakverdeling die zelfs de kop opsteekt bij heterokoppels die voor ze kinderen kregen een heel gelijkaardige taakverdeling hadden, de ingewikkelde verhoudingen en conflicten die die ongelijke taakverdeling oplevert tussen partners, en de interne rolconflicten bij moeders, zijn structurele problemen. (Ik heb het even niet over alleenstaande ouders en LGBTQ+-koppels, bij wie het anders is.)

Maternal gatekeeping

Dat moeders nog steeds de meeste zorg- en opvoedingstaken op zich nemen wordt wel eens aan maternal gatekeeping geweten: moeders zouden hun partners niet eens toelaten om mee te moederen. Socioloog Tina Miller schrijft dat die focus op maternal gatekeeping handig verbergt dat sommige vaders aan paternal gatekeeping doen wanneer ze zeggen dat ze zich incompetent voelen in de zorgtaken, vergeleken met hun vrouwen, en dit argument gebruiken om minder zorg op zich te nemen.

Stel dat moederen een echte baan was, zouden die mannen hun eigen incompetentie dan ook inroepen als argument om hun job niet te doen? Integendeel: ze zouden zich harder moeten inspannen of moeten vrezen voor hun baan.

We verwachten te veel van moeders en te weinig van vaders, wat ook niet goed is voor die laatsten, maar dat is een ander verhaal. Moeders moeten zich nog steeds veel meer verantwoorden voor hun gemoeder dan vaders: wordt een kind met een mond vol choco door een vader aan de schoolpoort afgezet, dan is die vader schattig (want betrokken, zij het een beetje onhandig); wordt die door de moeder afgezet dan krijgt die moeder scheve blikken (want choco is ongezond en het kind ongewassen).

Net omdat dit geen echte baan is, zonder regels over jobinhoud, verantwoordelijkheid en verantwoording, is het veel moeilijker dan een echte baan. Zolang moeders als eindverantwoordelijken voor de zorg worden gezien is het overigens geen wonder dat ze zich ook zo gedragen en sneller tot burn-out komen.

Politieke bemoeienis

Bovendien weten ouders, en vooral moeders, van de groeiende politieke bemoeienis met zwangeren en jonge ouders: ze willen niet ‘falen’ want er staat een institutioneel apparaat klaar wanneer het misgaat. In plaats van dat apparaat zouden collectieve zorg en structurele steun kunnen bestaan als er andere politieke keuzes worden gemaakt. De politieke beslissingen om al decennia niet te investeren in zorg maar in plaats daarvan te besparen en te privatiseren, zijn een uitdrukking van een gebrek aan maatschappelijke waardering van zorg.

In zo’n context is het niet vreemd dat zorgverleners het moeilijk hebben. De Amerikaanse psychiater Wendy Dean en haar collega’s schreven al in 2019 dat we in plaats van burn-out beter over morele schade spreken. Wie zorgt, betaald, onderbetaald of onbetaald, ondervindt morele schade omdat je ziet welke zorg nodig is, maar niet in staat bent om eraan tegemoet te komen omwille van factoren die je zelf niet controleert.

Pooja Lakshmin herkende dit bij moeders tijdens de Covid-19-pandemie: thuis werken, thuisonderwijs geven, moederen én het huishouden doen waren onmogelijk te combineren, maar omdat het allemaal belangrijk was konden ze geen enkele van die taken laten vallen.

De moeders in Lakshmins onderzoek voelden zich in de steek gelaten door de maatschappij, en dat speelt ook hier. De politieke keuzes om te besparen hebben onder andere geleid tot de crisis in de kinderopvang: het gebrek aan plaatsjes levert ouders al van voor de geboorte stress op. Zelfs als ze een plaats hebben kan het gebeuren dat de kindbegeleiders zelf tegen een burn-out aanlopen omdat ze te veel kinderen tegelijkertijd moeten opvangen, voor hun eigen kinderen geen plek vinden of amper rondkomen met hun inkomen.

Veel opvanginitiatieven moeten regelmatig een dag sluiten als medewerkers uitvallen door ziekte of burn-out. In het onderwijs zijn gelijkaardige problemen: voor zieke leerkrachten wordt amper vervanging gevonden. Ouders moeten daardoor zelf voortdurend beschikbaar zijn om een opvangprobleem op te lossen of hun kinderen zelf op te vangen. We weten uit onderzoek dat moeders vaker thuisblijven van hun werk dan vaders om zieke kinderen op te vangen.

De burn-outs in de betaalde zorgsector en de parentale burn-outs zijn daarom met elkaar verbonden en moeten gekaderd worden in een gebrek aan maatschappelijke waardering voor zorg. Moeders verrichten onbetaalde zorg in een context die betaald werk belangrijker acht, vaak binnen een onrechtvaardige taakverdeling die als een privéprobleem wordt gezien, en zonder dat er een basisvertrouwen is in hun capaciteiten als ouder (zie de uitgebreide screening van zwangeren en de bergen advies). Voelen ze zich vervolgens overspannen of overbevraagd, of leidt het tot ernstige mentale problemen, dan wordt er verwacht dat ze het oplossen met therapie, een betere planning of ‘meer gezond egoïsme’.

Een structureel probleem kan echter niet alleen worden verholpen met individuele oplossingen. Een beschouwing over parentale burn-out is daarom onvolledig zonder breder maatschappelijk perspectief.  

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content