Omstandertraining getest: ‘Als getuige van ongewenst gedrag kun je altijd íéts doen’
Vandaag gaat STIP IT van start, de jaarlijkse campagne tegen pesten van Ketnet, MNM, Radio2 en het Vlaams Netwerk Kies Kleur Tegen Pesten. Met de boodschap ‘Wees geen wegkijker’ richt de campagne zich dit jaar expliciet tot omstanders van pestgedrag, want zij kunnen een verschil maken voor slachtoffers. Maar wat kun je precies doen als getuige? Knack volgde een omstandertraining.
Of we zelf al getuige zijn geweest van discriminatie of ander ongewenst gedrag, wil lesgeefster Marijke weten. Hoe voelden we ons daarbij? En hebben we toen gereageerd? Samen met een vijftal stadsgenoten zit ik rond de tafel bij Amal, het Agentschap Integratie en Inburgering dat in opdracht van het Gentse stadsbestuur ‘omstandertrainingen’ organiseert waar iedere Gentenaar zich gratis voor kan inschrijven.
Marijke bezit de gave om mensen op hun gemak te stellen, waardoor de verhalen vlot opborrelen. Even wordt het muisstil wanneer een oudere man het heeft over de discriminatie die hij zelf meemaakt door een fysieke beperking. Een jonge vrouw vertelt dat ze ieder weekend getuige of slachtoffer is van ongewenste aanrakingen in het uitgaansleven. Een andere deelneemster heeft het over een vriendin van Maghrebijnse origine die vaak het ‘compliment’ krijgt dat ze er niet Arabisch uitziet.
Nogal wat verhalen spelen zich af op het openbaar vervoer. Zelf herinner ik me dat mijn tienerdochter eens kwaad thuiskwam nadat ze op de bus was geïntimideerd door een meisjesbende en niet één volwassen reiziger het voor haar had opgenomen. Ik moet ook denken aan de vrouw op Twitter die, hoogzwanger en daardoor wat trager, zo goed als van de trein was geduwd door een ongeduldige medereizigster. ‘Stilte en veel awkward blikken van omstanders’, schreef ze in haar tweet.
‘Het ergste was dat niemand reageerde’, hoor je wel vaker van mensen die het slachtoffer werden van racisme of ander ongewenst gedrag. Omgekeerd ervaren getuigen vaak een gevoel van onmacht, weet Marijke. ‘Ze willen wel tussenkomen, maar weten niet hoe.’ Dat gaan we vanavond dus leren. ‘Door als getuige wél te reageren, steun je de slachtoffers en maak je aan de daders duidelijk dat we collectief een grens trekken’, zegt Marijke. Dat is belangrijk want discriminerend gedrag treft niet alleen het individu, het heeft een impact op het welzijn van een hele bevolking. ‘Onderzoek toont aan dat de gelukscijfers lager zijn in landen waar veel discriminatie voorkomt.’
Verschillende centrumsteden bieden ondertussen omstandertrainingen aan, maar Gent was het eerste lokale bestuur dat ze op grote schaal organiseerde. Tegen deze zomer zullen 2500 mensen de cursus gevolgd hebben en dat aantal moet blijven groeien, vindt schepen van Gelijke Kansen, Welzijn, Participatie, Buurtwerk en Openbaar Groen Astrid De Bruycker (Vooruit). ‘Hoe meer mensen weten hoe ze kunnen reageren op ongewenst gedrag, hoe groter de kans dat wél reageren ooit de norm wordt.’
Omstandereffect
Aan de hand van een reeks filmpjes leren we wat het omstandereffect is. Iemand ligt op de grond op een drukke plek en heeft duidelijk hulp nodig. Reageert de eerste voorbijganger niet, dan reageert de volgende evenmin, zo blijkt uit de video’s. Pas wanneer één iemand reageert, volgt de rest. De mens is als sociaal dier bijzonder vatbaar voor groepsdruk, luidt de verklaring.
Datzelfde omstandereffect maakt dat getuigen van discriminatie passief blijven, legt Marijke uit. ‘Stel: je gaat aan de slag in een nieuwe werkomgeving waar het bon ton is om te lachen met homo’s. Als zelfs de baas smakelijk meelacht, dan is de kans klein dat jij als nieuwkomer die sociale norm durft te doorbreken.’
Publieksremming
We leren dat er ook iets bestaat als ‘publieksremming’ – ‘wat zullend e anderen denken?’ – en dat de kans dat mensen je te hulp schieten kleiner is op een plek waar veel volk voorbijkomt. ‘Er zijn hier nog anderen genoeg’, denkt iedereen dan. Last but not least kan ook de angst voor vergelding getuigen ervan weerhouden om te reageren.
Om een actieve omstander te worden, hoef je nochtans geen held te zijn, zelfs niet eens bijzonder assertief, zo leren we vanavond. Het komt erop aan de mogelijke strategieën te kennen en toe te passen, in functie van je eigen persoonlijkheid en de concrete situatie. Marijke legt de verschillende mogelijkheden uit, waarna we aan de hand van casussen in groep overleggen over welke strategie op welk moment de meest haalbare of effectieve zal zijn.
Strategieën
Strategie 1 – direct reageren – houdt in dat je meteen een grens stelt. Je kunt bijvoorbeeld de dader aanspreken: ‘Dit kan voor mij niet ‘, ‘dit gaat te ver’ of ‘kun je me die mop eens uitleggen’? Ook niet lachen met een grap kan tellen als signaal. Vaak is dat een goede oplossing wanneer het niet voor de hand ligt om de dader aan te spreken op zijn gedrag omdat het bijvoorbeeld om een leidinggevende gaat.
Je kunt ook de dialoog aangaan met argumenten, feiten of cijfers, op voorwaarde dat de ander ervoor openstaat. Of je kunt je gevoel laten spelen: ‘Dit kwetst mij.’ Die strategie heeft een grote kans op succes wanneer je bijvoorbeeld geconfronteerd wordt met een racistische of discriminerende uitlating van een familielid of een collega met wie je goed opschiet.
Direct reageren is niet in elke situatie mogelijk of wenselijk. In een situatie die je als onveilig ervaart, is strategie 2 – afleiden – vaak beter. Stel dat je op straat getuige bent van een hevige discussie tussen een man en een vrouw. Je vermoedt dat ze elkaar kennen – misschien gaat het om een koppel? – maar de man stelt zich agressief op en je vreest dat de vrouw in gevaar is. In zulke gevallen kun je een gesprek aanknopen met het vermeende slachtoffer of de vermeende dader – ‘Hebben wij niet samen op school gezeten?’ – of het vermeende slachtoffer op discrete wijze hulp aanbieden – ‘Ik denk dat we dezelfde richting uit moeten, zullen we samen verder stappen?’.
Grijp je liever niet op het moment zelf in? Je kunt ook achteraf, in een rustige en veilige omgeving, het slachtoffer, de dader of andere omstanders aanspreken over wat je gezien of gehoord hebt. Je doet dat het best zo snel mogelijk na de feiten, al is het nooit te laat om grensoverschrijdend gedrag aan te kaarten, zo drukt de lesgeefster ons op het hart.
Strategie 4 bestaat er dan weer in dat je bij anderen signaleert wat je hebt gezien. Dat kunnen mensen uit je eigen netwerk zijn, een vertrouwenspersoon, een leidinggevende, een medewerker van een meldpunt, de politie…
Reageren kan dus op verschillende manieren, en je kunt altijd bondgenoten zoeken in andere omstanders en eventueel samen reageren, vat Marijke de tips nog even samen. ‘Doe wat past bij jou, bij de omstandigheden en de context, en combineer gerust verschillende strategieën. En doe vooral niets dat jouw veiligheid of die van het mikpunt in gevaar brengt.’
Impact
Aan het einde van de sessie wordt ons nog een korte vragenlijst voorgelegd, zoals we er ook kort voor de training al een invulden. En over drie maanden zal er nog een enquête volgen. Stad Gent wil op die manier te weten komen wat de impact van de training is. Ik betwijfel of ik het voortaan op een bus zal durven op te nemen tegen een jeugdbende. Je kunt ook geen mirakels verwachten van een cursus die nog geen twee uur heeft geduurd. Maar ik heb wel onthouden dat je altijd íéts kunt doen, en met de theorie en de technieken die we vanavond meekregen, voel ik mij wel sterk genoeg om in minder extreme situaties tussen te komen.
Schepen De Bruycker benadrukt dat de trainingen voor omstanders slechts één onderdeel zijn van het Antidiscriminatie en Antiracisme Actieplan van Stad Gent. ‘We sturen ook aan op een gedragsverandering bij de daders, onder meer door in te zetten op handhaving. En we moedigen slachtoffers aan om incidenten aan te geven. Het Gentse politiekorps heeft trouwens een apart meldpunt geïnstalleerd voor racistische of seksistische incidenten, kwestie van de drempel te verlagen.’
Behalve aan individuele burgers wordt de omstandertraining gegeven aan onder anderen stadspersoneel, voetbaltrainers, leerkrachten, horecapersoneel, ziekenhuismedewerkers, vakbondsmensen, scoutsleiders, scholieren en voetbalstewards. Onlangs hebben ook de NMBS en De Lijn een 50-tal werknemers voor een sessie naar Gent gestuurd. Beide vervoersmaatschappijen bekijken nu of ze een soortgelijke training in hun eigen opleidingen kunnen integreren, precies omdat hun personeel maar al te vaak getuige en soms ook slachtoffer is van ongewenst gedrag.
Politie
In de training leer je hoe je als burger reageert op het gedrag van andere burgers. Maar wat als het gaat om gedrag van mensen die de overheid vertegenwoordigen, vraag ik me af wanneer ik enkele dagen later een radioreportage hoor over mogelijk racistisch politiegedrag. ‘Ik hoop dat zoiets zelden voorkomt’, reageert schepen De Bruycker aan de telefoon. ‘De Gentse politie is juist een belangrijke partner in de strijd tegen haatmisdrijven en heel wat politiepersoneel heeft zelf de omstandertraining gevolgd. Maar in principe zijn de aangeleerde strategieën toepasbaar in elke mogelijke context. In de training geven we ook voorbeelden van ongewenst gedrag door mensen in een machtspositie. In dat geval zal meteen reageren of het slachtoffer wegleiden uit de situatie misschien moeilijk liggen, maar je kunt perfect achteraf melding maken van wat je hebt meegemaakt. Ik zou dat samen met andere omstanders proberen te doen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier