Lotte Vanwezemael

‘Nieuwe slachtoffers voorkomen moet prioriteit zijn: investeer in gespecialiseerde hulp aan jongeren die seksueel grensoverschrijdend gedrag plegen’

Vier experten staan stil bij de nood aan gespecialiseerde hulpverlening voor jongeren die seksueel grensoverschrijdend gedrag plegen. In het nieuwe Vlaams regeerakkoord wordt deze hulp vermeld, maar zonder duidelijk engagement.

Regelmatig worden we opgeschrikt door seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGG) van minderjarige jongeren. Denk aan groepsverkrachtingen in Kortrijk eerder dit jaar, waarbij 10 jongeren tussen 11 en 16 jaar oud betrokken waren in het plegen van deze feiten. Gevolgen voor slachtoffers kunnen een grote, schadelijke impact hebben. In 2021 hadden dergelijke feiten, in combinatie met beperkte toegang tot hulp, zelfs geleid tot de zelfdoding van een 14-jarig meisje.

Dit zijn zaken die ons allen diep raken en ons – althans voor even – wakker schudden. Eigenlijk vinden dagelijks verschillende vormen van SGG plaats. In de meeste gevallen gebeurt het gedrag door een gekend persoon.

Het komt meer voor dan we denken

SGG door jongeren komt meer voor dan we denken. In Vlaanderen wordt op school meer dan 16% van de scholieren slachtoffer van SGG, in hoofdzaak gepleegd door andere jongeren (Van Haeken et al., 2019). Uit eerdere, internationale studies over adolescenten die SGG plegen blijkt dan weer dat de meerderheid hun eerste feiten voor de leeftijd van 15 jaar pleegt (Barbaree & Marshall, 2006; Rubenstein et al. 1993).

Het Vlaamse regeerakkoord dat net werd afgesloten stelt dat men “een ambulant en residentieel aanbod voor minderjarige plegers van seksueel geweld” voorziet. Betekent dit dat er geïnvesteerd zal worden in deze hulp om bij te dragen aan hervalpreventie en meer veiligheid?

We leggen hier uit waarom dit dringend en noodzakelijk is, en hoe het werkveld klaar staat om stappen vooruit te zetten.

Nieuwe slachtoffers voorkomen is mogelijk

De meest effectieve manier om slachtoffers te voorkomen, kan door hulp te verlenen aan wie risicovol gedrag stelt en (potentieel) SGG pleegt. We weten dat heel wat jongeren die SGG plegen gauw terug strafbaar gedrag stellen (Caldwell, 2016; 2010). Nieuwe slachtoffers voorkomen dient dus een prioriteit te zijn.

Daarom werd vanuit het forensisch werkveld, op eigen initiatief, gespecialiseerde hulp voor jongeren die SGG plegen ontwikkeld. Hiervoor heeft men zich in eerste instantie gebaseerd op de ervaringen en wetenschap van behandeling van volwassen plegers van SGG, al is deze expertise onvoldoende en in zijn klassieke vorm niet aangewezen om gedegen en effectieve hulpverlening aan jongeren te bieden.

De afgelopen decennia werden tal van behandelkaders en methodieken uitgetest om een positief effect op hervalpreventie te bereiken. Vormen van cognitieve gedragstherapie met een focus op hervalpreventie, alsook om seksuele traumatherapie en psychosociale educatie, zouden het herval alvast met de helft kunnen terugdringen (Reitzel & Carbonell, 2006).

Louter cognitieve gedragstherapie toepassen bij deze doelgroep volstaat echter niet om alle factoren aan te pakken. Er blijkt immers cruciaal om risicofactoren zoals problematische gezinsrelaties, problemen met leeftijdsgenoten, slecht schools functioneren, sociale isolatie, middelenmisbruik, een machistische en seksistische houding, verstoorde denkpatronen,…zoveel als mogelijk in de leefomgeving van de jongere zelf aan te pakken (Letourneau & Borduin, 2008).

Onderzoek toont aan dat de meeste jongeren, zelfs bij een gemiddeld of hoog risico op seksueel herval, niet hervallen wanneer ze gespecialiseerde begeleiding voor SGG hebben gevolgd (Caldwell, 2016). Via een persoonsgerichte en holistische benadering van het Good Lives Model (GLM) is het mogelijk om die factoren ook te ontleden en te koppelen aan de persoonlijke noden van jongeren, waardoor ze meer gemotiveerd zijn tot prosociale verandering. Vandaag bestaan er al meerdere toepassingen hiervan in de praktijk van Vlaanderen en Nederland.

Kiest deze Vlaamse regering voor een structurele oplossing?

Wetende dat SGG gepleegd door jongeren een wijdverspreid probleem vormt en veel schade aanricht, en wetende dat het mogelijk is om via gespecialiseerde hulp herval te voorkomen, verwachten we dat de nieuwe Vlaamse regering structureel investeert in deze hulp om het huidige potentieel te benutten..

De vorige regeringen hebben deze keuze niet gemaakt. De aandacht voor deze groep nam wel toe. Zo schreef voormalig Minister van Welzijn Jo Vandeurzen deze specifieke opdracht via het Besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 (gepubliceerd op 1 augustus 2013) toe aan de Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW). Hiervoor voorzag de Vlaamse regering echter geen middelen. Wetende dat er in verschillende gespecialiseerde centra bij de CAW wachtlijsten zijn voor volwassenen die SGG plegen, maakt dat een uitbouw van dergelijke werking voor jongeren onmogelijk is zonder extra middelen. Vandaag kennen we enkele voorbeelden van centra die met kleine beetjes middelen, die bedoeld zijn voor andere opdrachten, toch deze opdracht (tijdelijk) oppikken.

Voor jongeren wiens SGG als een jeugddelict-dossier gekend is bij jeugdrechtbank en parket kan er beroep gedaan worden op de mogelijkheden die het Jeugddelinquentiedecreet van 2019 voorziet, zoals een leerproject bij een dienst voor Herstelgerichte en Constructieve Afhandeling (HCA) of een delictgerichte contextbegeleiding. Om echter een aanbod op maat te kunnen ontwikkelen voor iedere  jongere die SGG pleegt, met of zonder jeugdedict-dossier, moeten we per provincie beroep kunnen doen op verschillende vormen van hulp die aan hervalpreventie bijdragen.

Recent nog zagen we dat eerder uitgebouwde werkingen op hun limieten stootten of slechts een tijdelijk karakter hadden. Deze evolutie in combinatie met de tekorten aan middelen in andere regio’s zijn onlosmakelijk verbonden aan de keuze van Vlaanderen om (nog) niet te investeren in hervalpreventie van SGG door jongeren.

De jeugd heeft de toekomst

Jongeren zijn in ontwikkeling, verandering is nog veel meer realiseerbaar dan bij oudere leeftijdscategorieën, en deze groep heeft zoveel impact op de toekomst! Er liggen zo veel kansen om te corrigeren en bij te sturen. Of hoe de 25-jarige Jim*, die na de leeftijdsgrens van 18 jaar is blijven plegen en momenteel van gespecialiseerde hulp voor volwassenen gebruikmaakt, het omschrijft:

“Had ik als tiener geweten dat deze hulp bestond, dan had ik zoals nu binnen een vertrouwelijk kader mijn online probleemgedrag eerder kunnen stoppen. Ik kon niet zelf stoppen, het is pas gelukt wanneer ik van begeleiding gebruik maakte. Waarom kunnen jullie niet eerder voor jongeren beschikbaar zijn? Het had zoveel schade kunnen voorkomen, wat niet wegneemt dat ik verantwoordelijk blijf voor dit seksueel grensoverschrijdend gedrag.”

In het werkveld zit men niet stil om hierop antwoorden te ontwikkelen. Naast het blussen van brandjes en het inzetten van andere middelen om deze doelgroep toch gedeeltelijk verder te helpen, vinden partners elkaar steeds meer rond de nood aan gespecialiseerde hulp voor jongeren die SGG plegen.

Zo ontwikkelde men in Oost-Vlaanderen RE-CONNECT, een embryonaal samenwerkingsverband dat bestaat uit organisaties uit verschillende deelsectoren (Wanzeele et al., 2023). Dit samenwerkingsverband omvat een provinciaal aanmeldingsteam; individuele trajecten van vorming, begeleiding en behandeling; groepstherapie; en een vormingsaanbod aan hulpverleners. Dit werd echter nog niet in de praktijk omgezet, gezien de noodzakelijke middelen (nog) niet voor handen zijn.

Dergelijke initiatieven zijn wachtende op een investering van de Vlaamse regering. Met een bewuste keuze van de regering om in te zetten op het voorkomen van slachtoffers, zouden per provincie samenwerkingsverbanden met een uitgebouwd, gespecialiseerd aanbod de nodige interventies voor meer veiligheid én welzijn kunnen realiseren. We vragen om niet langer te wachten tot de volgende grote zaak ons wakker schudt!

* Jim is een fictieve naam voor een jongvolwassen man die momenteel hulp ontvangt binnen één van de gespecialiseerde centra binnen de Centra Algemeen Welzijnswerk voor volwassen die SGG plegen.

Wouter Wanzeele, Forensisch Ambulant Begeleidingsteam, CAW Oost-Vlaanderen

Lotte Vanwezemael, SPECTRA, CAW Limburg

Charlotte De Pourcq, I.T.E.R.-Jongerenwerking, CAW Brussel

Nikola Bril, HCA dienst Baab, De Patio vzw.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content