Naar schatting meer dan 20.000 dak- en thuislozen in Vlaanderen

© Getty

In heel Vlaanderen beschikken 20.363 mensen niet over een eigen woongelegenheid. Dat is de conclusie donderdag na de laatste dak- en thuislozentelling, midden oktober, in de Westhoek, 22 gemeenten rond Antwerpen-stad en de stad Aalst. Op basis van die tellingen en de vier eerdere tellingen in andere regio’s komen de onderzoekers tot die nieuwe schatting. In oktober 2023 werd het aantal dak- en thuislozen nog op 19.479 geraamd.

De getelde dak- en thuislozen beantwoorden niet aan het cliché van de man met baard op een bankje aan het station, stelt Vlaams minister van Welzijn Caroline Gennez (Vooruit) vast. Een minderheid van de totale groep verblijft immers op straat: 5 procent. Een veel groter aandeel verblijft bij familie of vrienden (32 procent) of in opvang of tijdelijk verblijf (27 procent).

Goed 6.300 van het geschatte aantal zijn kinderen, een derde van de goed 14.000 volwassen zijn vrouwen. Vrouwen verblijven verhoudingsgewijs vaker in tijdelijke opvangsinitiatieven en bij familie en vrienden. 

Ruim een derde leeft in steden en gemeenten die minder dan 50.000 inwoners tellen: 13 procent in gemeenten met minder dan 15.000 inwoners, 20 procent in gemeenten tussen de 15.000 en 50.000 inwoners. Ongeveer de helft verblijft in een van de elf centrumsteden.

Op de teldag zelf werden in de drie regio’s alles samen 2.413 mensen geteld, van wie een derde minderjarig is. Eén van hen werd, in de Antwerpse regio KINA, in de openbare ruimte geteld. De grootste groep minderjarigen (44 procent) verblijft in opvang of tijdelijk verblijf en nog eens 23 procent bij familie en vrienden. Voor 17 procent dreigt binnen de maand een uithuiszetting. Het aandeel vrouwen varieerde in de drie regio’s tussen de 30 en 40 procent, het aantal jongvolwassenen lag in Aalst en Kina op 20 procent, in de Westhoek was de leeftijdscategorie 18-25 goed voor 28 procent.

Een sluitende verklaring voor dat opvallend hoge aantal konden de onderzoekers niet meteen geven. Voor professor Koen Hermans, die vanuit het kenniscentrum LUCAS van de KU Leuven het onderzoek wetenschappelijk ondersteunde, bevestigen de nieuwste cijfers eerdere vaststellingen rond dak- en thuisloosheid. “We brengen het niet-zichtbare deel van de ijsberg die dak- en thuisloosheid is zo in beeld, en zien zo dat dé dakloze persoon niet bestaat. Het gaat ook om alleenstaande moeders en gezinnen met kinderen, personen met een precair verblijfsstatuut, jongvolwassenen…

Ook opvallend is dat een derde van de dak- en thuislozen al meer dan een jaar in die situatie verkeert. De impact van meer dan een jaar in die grote onzekerheid te moeten leven, is enorm.”

Vlaams Parlementslid Loes Vandromme (CD&V) was, als schepen bevoegd voor welzijn in Poperinge, betrokken bij de telling. Zij ziet in de cijfers bevestigd dat dak- en thuisloosheid ook in de Westhoek een problematiek is, maar stelt tegelijk vast dat het aanbod aan gespecialiseerde dienst- en hulpverlening in de regio “vaak onvoldoende” is.

Nu de gemeentebesturen volop werk maken van hun meerjarenplan, komen de resultaten echter op een interessant moment, aldus Vandromme. Het Interfederaal Steunpunt tot bestrijding van armoede organiseert de tellingen, in opdracht van de Vlaamse overheid en met wetenschappelijke ondersteuning van LUCAS. In totaal is er de voorbije vijf jaar al in 194 steden en gemeentes geteld.

“Regelmatige en uniforme tellingen in de verschillende regio’s helpen om vergelijkbare cijfers te verzamelen”, klinkt het. “Duidelijke cijfers zijn namelijk nodig voor een efficiënt beleid dat dak- en thuisloosheid bestrijdt.”

Ook in Wallonië werd op 18 oktober in verschillende regio’s geteld. Die resultaten worden volgende maand bekendgemaakt. Over iets meer dan een halfjaar staat een nieuwe telling gepland. In welke drie Vlaamse regio’s dat zal gebeuren, wordt eerstdaags beslist.

Gennez kondigt voor dit najaar actieplan rond dak- en thuisloosheid aan

De recentste cijfers over dak- en thuisloosheid vormen voor Vlaams minister van Welzijn Caroline Gennez (Vooruit) een wake-upcall. “Dak- en thuisloosheid wordt stilaan endemisch”, zegt Gennez. Op basis van een telling in drie regio’s, midden oktober, en vier eerdere tellingen schatten onderzoekers het aantal dak- en thuislozen in Vlaanderen op 20.363. Bij de bekendmaking van de resultaten zei Gennez dat ze, samen met partijgenoot en minister van Wonen Melissa Depraetere, werkt aan een actieplan dak- en thuisloosheid dat dit najaar rond moet zijn.

“Elk kind verdient een veilige, stabiele en warme plek om op te groeien, zeker in een rijke regio als Vlaanderen”, zegt Gennez. “Daarom is het ontzettend belangrijk om dak- en thuisloosheid te bestrijden én te voorkomen.” Ze herhaalt daarom de grote investeringen in de bouw en renovatie van sociale woningen die de Vlaamse regering plant: 6 miljard in de komende jaren, om zo de wachtlijsten in te korten en de druk op de private huurmarkt te verlagen.  Daarnaast komt er dus een actieplan, waarbij Gennez en Depraetere de klemtoon zullen leggen op Housing First.

Als minister voor Grootstedenbeleid in de vorige federale regering legde Gennez ook al de focus op een dak boven het hoofd. Het is pas met een dak boven het hoofd dat dak- en thuislozen werk kunnen maken van een opleiding of de zoektocht naar werk, is de insteek van de Housing First-aanpak. “Die aanpak werkt”, zegt Gennez. “Het haalt mensen duurzaam van de straat en voor elke geïnvesteerde euro bespaar je 2,5 euro aan vermeden ziekenhuiskosten. Voor wie geen adres heeft, is het leven nu eenmaal zoveel moeilijker.”

Daarnaast wil Gennez in het actieplan ook focussen op jongvolwassenen. De tellingen van midden oktober leerden namelijk dat hun aandeel niet te verwaarlozen is: in Aalst en de regio KINA, 22 gemeenten rond Antwerpen, lag hun aandeel met 20 procent al hoog, maar in de Westhoek vertegenwoordigde de leeftijdscategorie 18-25 maar liefst 28 procent. 

Als Vlaams minister voor Welzijn is Gennez ook bevoegd voor de jeugdhulp, en ze bracht in haar toelichting het overlijden van de 18-jarige Jordy in herinnering. Hij overleed in augustus 2016 in een tentje in de Gentse Blaarmeersen, kort nadat hij de instelling waar hij verbleef had verlaten. “We moeten prominent op die groep van jongvolwassenen en instellingsverlaters inzetten, een groep die te vaak door de mazen van het net glipt”, zei Gennez. “Het is belangrijk om op jonge mensen te werken en hen zo vroeg mogelijk in hun leven verder te helpen.”

Partner Content