Tommy Browaeys
‘Moeten werkgevers zich zorgen maken over quiet quitters?’
Quiet quitters doen wat van hen verwacht wordt en verwachten niet meer dan wat voor hen gedaan wordt. Gaat het dan in veel gevallen niet eerder over een ‘quiet giver’ dan over een ‘quiet quitter’?, vraagt Tommy Browaeys zich af.
Na burn-out en bore-out is er een nieuw etiket komen binnenwaaien: de ‘quiet quitters’. Dat zijn collega’s die wel aan de slag blijven maar enkel nog binnen de contouren van wat overeengekomen is qua taken, uren en verantwoordelijkheden. Gedaan met mails buiten de werkuren lezen of overuren kloppen zonder dat er iets tegenover staat. Zetten ze daarmee de productiviteit onder druk en verspreiden ze het in board rooms gevreesde virus van aangetaste arbeidsethos: de ziekte zit er nog niet in maar de ziel lijkt er alvast uit?
Is het effectief iets om zich als werkgever zorgen over te maken? Of net niet? Of toch niet altijd? Net als de samenleving is een onderneming een optelsom van karakters, waarbij de ene al wat meer bochten afsnijdt of de kantjes eraf loopt dan een ander. Laten we er even positief van uitgaan dat (veel van) die ‘quiet quitters’ het bewust doen omdat ze beseffen dat er nog iets anders is dan werken. Dat ze hun werk niet zijn. En toch hun rol voor het bedrijf willen spelen volgens wat (contractueel) van hen verwacht wordt. Vanuit het besef ook dat daarmee hun kans op promotie verkleint of zelfs uitgesloten is. Ze doen wat van hen verwacht wordt en verwachten niet meer dan wat voor hen gedaan wordt – anders zou er ook een onevenwicht zijn. Hebben we het dan in veel gevallen niet eerder over een ‘quiet giver’ dan een ‘quiet quitter’?
Grenzen overschreden
Zou het kunnen dat onze wederzijdse perceptie en onderlinge verwachtingen wat scheefgetrokken geraakt zijn? Misschien ligt in het niet meer respecteren van die grenzen net de wortel voor de mentale kanker die zich nog steeds als een lopend vuurtje verspreidt. Zelfs toppolitici zijn ondertussen niet meer immuun voor burn-out en de kost voor langdurig zieken – niet enkel burn-out uiteraard – glijdt stilletjes richting 10 miljard voor meer dan een half miljoen landgenoten. Ook een soort energiecrisis, die zijn tanden steeds steviger in de al uitgebluste begroting zet. De alarmklokken loeien almaar luider.
In veel vacatures lees je dat het 9 tot 5 keurslijf niet aan de orde is en dat een out of the box-mentaliteit op prijs gesteld wordt, in ruil voor een marktconform loon en groeikansen in een aangename omgeving. Prima toch? Of wordt er wel eens verondersteld dat het automatisch 8 tot 7 wordt en vooral vakjes buiten de box van afspraken of taken aangevinkt worden? Ook over glijdende uren schuift er al eens iemand uit. Alles staat of valt met de juiste afspraken en (veronderstelde) verwachtingen die afgetoetst worden vooraleer er naar ieders gevoel te ver van of eerder buiten de lijntjes gekleurd wordt. Een principe dat zowel voor de werkgever als de werknemer telt. Want in de spagaat tussen wat ‘geven’ is voor de ene en ‘opgeven’ voor de ander ligt vaak de kiem voor een verziekt verwachtingspatroon. Met afhaken of wegsnijden en mogelijk een ferme kater tot gevolg.
Elke werknemer heeft een kruissnelheid waarop die de grootste toegevoegde waarde voor je organisatie biedt. Liefst zo lang mogelijk. Een fietsmakker gaf me als advies voor een duathlon dat het niet belangrijk is hoe hard je loopt maar wel hoe ver. In de gezonde mix van spurters en duurlopers ligt misschien wel het ideale recept voor een geslaagde strategie en duurzame bedrijfscultuur. Vooral wanneer dat in een transparante context van wederzijds respect gebeurt.
Uitgemolken
Zoniet, dreigen we in het scenario van wederzijdse verwijten tussen ‘quiet quitters’ versus ‘silent neglecters’ terecht te komen. Want ook werkgevers zullen er ongetwijfeld al eens de kantjes aflopen en weinig aandacht schenken aan mensen, hun taken en verantwoordelijkheden. Ik zag eerder in een filmpje hoe een boer ervoor zorgt dat zijn koeien meer en betere melk geven: ze kregen via een virtual reality-bril een mooie zomerse weide voorgespiegeld. Benieuwd of ook zij ‘quiet quitters’ worden wanneer de bril afgezet wordt. Soms zien de visie en missie van ondernemingen er ook wel eens groener uit dan het terrein waarop ze werknemers laten grazen. Tot ze zich uitgemolken voelen, de kudde loslaten of een (andere) stal opzoeken.
Lees dit niet als pleidooi voor luieriken maar als oproep tot een blik in de spiegel, van werkvloer tot board room, waarbij we ons inzetten naar het meest duurzame vermogen en met betrokkenheid in alle richtingen. Zetten de zo gevreesde profiteurs zich vroeg of laat trouwens niet automatisch buitenspel? Verliezen werkgevers die aan ‘HR greenwashing’ doen niet automatisch de oorlog voor talent? “Je oogst wat je zaait”, zei de boer al in de tijd dat VR nog niet bestond. Dat geldt ook voor werknemers en werkgevers, die samen in het veld staan. De ene al eens wat luider dan de ander.
Tommy Browaeys schrijft rond mentaal welzijn en hoogsensitiviteit. Meer van zijn gedachtekronkels op waarjewerkelijkademt.be.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier