Mira Sys, Vlaamse journaliste in Amsterdam: ‘Antivaxers wappies noemen vind ik zo vooringenomen’
De jonge Vlaamse journaliste Mira Sys is in Nederland een autoriteit wat PFAS betreft. ‘Ik weet hoe schadelijk zelfs kleine hoeveelheden al zijn. Als ik uit een kartonnen bekertje drink, weet ik: PFAS!’
We ontmoeten schrijfster en journaliste Mira Sys (27) in Café de Barones, hartje Amsterdam. Ze bracht haar jeugd door in Leuven en vertrok op haar achttiende naar Amsterdam, waar ze nog altijd woont en werkt. Sys schrijft voor Follow the Money, een platform voor kritische onderzoeksjournalistiek. In het voorjaar van 2022 debuteerde ze als romanschrijfster met De beschermelinge.
U schreef als stagiaire en freelancejournaliste voor de twee belangrijkste kwaliteitskranten van Nederland, NRC en de Volkskrant. Ooit keken veel Vlaamse journalisten daarnaar op. Hoe hebt u die redacties ervaren?
Mira Sys: De Volkskrant zoomt in haar berichtgeving meer in op het persoonlijke, NRC houdt afstand. Ik lees het liefst NRC. Er werken was minder vanzelfsprekend. Ik kreeg er te weinig begeleiding en het voelde alsof ik ruimte in de krant ‘pikte’. Bij de Volkskrant werkte ik op de redactie economie: de sfeer was er fijn maar erg mannelijk. Elke dag was er een zakelijke doorlichting van weer een bedrijf dat het slecht of juist goed had gedaan.
De Volkskrant was lange tijd linkser dan de meer burgerlijke NRC.
Sys: De Volkskrant staat nog altijd zo bekend, en juist door die reputatie doet de redactie erg haar best om stemmen ‘van de andere kant’ aan het woord te laten. Daardoor is de Volkskrant in de praktijk soms rechtser dan NRC. Ik vind het goed om alle strekkingen met open blik te benaderen. Dat is niet bij elke krant zo. Bij De Telegraaf doen ze zelfs geen moeite om enige schijn van objectiviteit hoog te houden. De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema (GroenLinks) lijkt volgens die krant de oorzaak van alle onheil in de wereld.
Er wordt in Nederland opnieuw ruig gedebatteerd.
Sys: Minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) wordt vaak een heks genoemd. De Groene Amsterdammer onderzocht het discours dat te lezen valt op Twitter. Daaruit bleek dat seksisme weer vreselijke vormen heeft aangenomen. Vrouwen worden er belaagd omdat ze vrouw zijn. Er zijn geregeld aanzetten tot geweld. Ik snap überhaupt niet dat mensen de aandrang voelen om publiekelijk te schelden. Men zou na tien uur ’s avonds niet meer mogen tweeten. Het is ook een uur waarop je beter niet meer belt met je ex. (lacht)
Is het uit zelfbescherming dat u terughoudend bent op sociale media?
Sys: Op Twitter houd ik mijn meningen voor mijzelf. Wie zit op mijn tweets te wachten? En vooral: waarom zou ik als journalist mijn mening online gooien? Het gaat om feiten. Ik wil niet dat mensen van welke kant van het politieke spectrum dan ook denken: ah, die journaliste bekent zich dus tot díé hoek. En dat ze daarom niet meer bij mij terecht willen met hun informatie. Soms tweeten opiniemakers over de Partij voor de Vrijheid (PVV) van Geert Wilders alsof al haar kiezers dom of racistisch zijn. Dat wil ik niet. Vandaar dat ik veel goede tips blijf krijgen, van alle kanten. Het is dan aan mij om die tips te controleren en al dan niet te gebruiken.
U bent afkomstig uit een progressief gezin. Uw vader is vakbondsafgevaardigde bij Bpost.
Sys: Misschien vind ik het juist daarom nog altijd vreselijk dat mensen zich slecht moeten voelen omdat ze zich niet gezien of gehoord weten. Ik weiger om groepen mensen weg te zetten als uitschot en hen te bannen van het publieke debat. Veel antivaxers voelen zich onheus behandeld door de overheid, vaak om totaal andere redenen dan de vaccinaties zelf. Wat als je verneemt dat zo iemand thuis de verwarming niet meer kan aanzetten? Dan zit er toch iets méér achter zijn protest dan alleen onbeleefdheid? Daarom vind ik het woord ‘wappies’ voor antivaxers een vreselijke, niet-journalistieke omschrijving. Het is zo vooringenomen. Ook de geprivatiseerde zorg in dit land maakt burgers opstandig tegen ‘het systeem’. Zelfs mijn eigen tandarts bedreigde me al eens via een agressieve ‘laatstekansbrief’, waarin stond dat ik bij niet-betaling honderden euro zou moeten bijbetalen.
Een journalist hoeft toch ook niet constant te zoeken naar zelfbevestiging? Het is toch verfrissend om je eigen ideeën af te toetsen bij mensen die er andere inzichten op na houden?
In Vlaanderen is er nog altijd een cordon sanitaire rond het Vlaams Belang.
Sys: Ook in Nederland wordt de vraag gesteld of we de PVV van Geert Wilders of het Forum voor Democratie van Thierry Baudet niet moeten blokkeren. Ik weet het niet zo. Natuurlijk reken ik het Geert Wilders aan dat hij riep: ‘Willen jullie meer of minder Marokkanen?’, en zeker ook de PVV’ers in de zaal die hem toejuichten. Maar daarom is nog niet elke PVV-kiezer een racist met wie ik niet zou mogen spreken. Als zo veel mensen op die partijen stemmen, dan moeten we hen toch willen horen? Waarom zou een journalist niet mogen luisteren naar een boer die razend is omdat hij ineens hoort dat de overheid zijn familiebedrijf van honderd jaar oud wil sluiten. En dat omdat het vandaag over stikstof gaat, een probleem dat onze eigen regering jarenlang niet heeft aangepakt. Als journalisten iets moeten doen aan het stikstofprobleem, dan begint dat met goed uitleggen wat het probleem is.
In Nederland staat uiterst rechts extreem sterk en de linkerzijde zwak. Tegelijk doen kritische linkse media als de aloude De Groene Amsterdammer en digitale nieuwkomers als De Correspondent en Follow the Money het uitstekend.
Sys:Follow the Money is geen links maar een kritisch medium. Veel van onze leden zijn duidelijk rechts georiënteerd. Dat is goed voor het evenwicht. Oké, een paar leden die niet geloven in vaccins zegden hun lidmaatschap op nadat ze een stuk hadden gelezen dat niet in hun straatje paste: ‘Ook jullie zijn al mainstream geworden.’ Welja, we kunnen niet iedereen tevreden houden, en we willen dat ook niet. We proberen de feiten weer te geven. Dat overkomt ons ook met linkse leden. Ik heb ontzettend vaak geschreven over problemen bij de Nederlandse omgevingsdiensten. Vervolgens interview ik één toezichthouder van Tata Steel in IJmuiden, waar er veel te doen is om de vervuiling. Meteen krijg ik kritiek omdat ik die man aan het woord laat.
Moet goede journalistiek altijd neutraal zijn?
Sys: Ik kan moeilijk neutraal blijven als ik een creep als Dries Van Langenhove bezig zie. Maar een journalist hoeft toch ook niet constant te zoeken naar zelfbevestiging? Het is toch verfrissend om je eigen ideeën af te toetsen bij mensen die er andere inzichten op na houden?
Als onderzoeksjournaliste maakt u het de overheid en het bedrijfsleven vaak erg moeilijk. U bent dé PFAS-specialiste van Nederland.
Sys: De chemische nijverheid en de afvalwerking zijn nauw verweven, en dus schreef ik over vervuilde grond die vanuit Vlaanderen, Duitsland en Frankrijk in Nederland wordt gedumpt. Die gronden bevatten na verbranding nog altijd PFAS. Zo kwam ik voor het eerst in aanraking met die stoffen. Sindsdien ben ik erdoor geïntrigeerd. In de Verenigde Staten waren PFAS al een thema. Een bezoek aan extreem vervuilde locaties daar was een emotionele ervaring. Door wetenschappelijke publicaties bij te houden, weet ik hoe schadelijk zelfs kleine hoeveelheden PFAS zijn. En zo komt het dat ik op de hoogte ben van zaken die ik misschien niet wilde weten. Als ik uit een kartonnen bekertje drink, denk ik: ‘PFAS!’ Een pan met een kras in de antiaanbaklaag: PFAS. Het is niet leuk om voortdurend wantrouwig te moeten zijn.
Ook in Vlaanderen zijn PFAS intussen hoogst relevant.
Sys: Ik heb klokkenluider Frank Van Houtte ontmoet, de man van het eerste echte speurwerk naar PFAS in Vlaanderen. Frank is een bescheiden persoon. Hij zag het voordeel om in zee te gaan met Thomas Goorden, ‘de Kat’. Goorden is erg intelligent, maar heeft graag dat iedereen naar hem kijkt. Maar goed, Thomas is de geknipte figuur om schandalen aan de grote klok te hangen.
Vervolgens schrijft een onderzoeksjournaliste een roman.
Sys: Die literaire kant is er altijd al geweest. Mijn ouders zeggen dat ik mezelf heb leren schrijven toen ik vijf was. Ik verzon al gauw verhaaltjes en ik ben dat blijven doen.
De beschermelinge is een duister en complex verhaal over een gestoorde familiegeschiedenis.
Sys:Het is sterker dan mijzelf. Mijn redacteur vroeg soms: ‘Kan deze passage niet wat vrolijker?’ Dan begon ik vol goede moed de zaken rooskleuriger voor te stellen. Maar voor ik het wist, was het opnieuw donkerder. Het stoort mij dus als mensen vragen: ‘Heb je dat zelf meegemaakt?’ Het verhaal is ontstaan doordat mijn peter en mijn tante, zijn ex-vrouw, niet lang na elkaar zijn overleden. Daardoor is het thema rouw vrij belangrijk in mijn boek. Maar het is zeker níét autobiografisch. Voor veel mensen lijkt literatuur pas waardevol als het verhaal ook echt is gebeurd. Dat gevoel is mij vreemd. Ik lees zelf altijd boeken en verhalen om te kunnen verdwijnen in een imaginaire wereld, met rare karakters en onwaarschijnlijke toestanden. Ik hou van literatuur om de literatuur. Ik hoop dat mijn lezers ook kunnen opgaan in mijn boek.
Geert Hofstede, dé autoriteit inzake vergelijkende cultuurstudies, toonde aan dat er weinig buurlanden zijn die qua gedrag en opvattingen meer van elkaar verschillen dan Nederland en België.
Is dat gelukt?
Sys: Kritiek op mijn journalistiek werk raakt mij niet echt, zolang men mij maar geen grote fout kan aanwrijven. Maar met dit boek was het ineens… eng. Als iemand iets zei over mijn boek, trok ik het mij aan. Als iemand er niet spontaan over begon, trok ik het mij zéker aan. (lacht) Ik ben altijd bang dat mensen het niet goed genoeg vinden. Dat zorgt er ook voor dat ik de positieve recensies niet geloof, en die ene negatieve wel.
Is dat nog een restje Vlaamse inborst? Amsterdammers schijnen altijd zelfverzekerd te zijn, brutaal zelfs.
Sys: Voor een Vlaming ben ik vrij assertief. Op mijn achttiende heb ik mijn ouders ervan moeten overtuigen dat de studie van mijn keuze — taal en communicatie — alleen maar in Amsterdam te volgen was, met een zware klemtoon op Nederlands en Frans. Dat leidde thuis tot grote hilariteit: dochterlief kwam uitleggen dat ze zo nodig naar Amsterdam moest omdat er nergens in België een even degelijke opleiding Frans bestond.
Hebt u zich uw keuze ooit beklaagd?
Sys: Ik wist niet waaraan ik begon. Toen ik hier aankwam, dacht ik dat Nederlanders zoals Vlamingen zijn, maar dan socialer. De verschillen zijn nochtans groot. In NRC schreef ik een stuk dat de misvatting opheft dat Nederlanders en Vlamingen op elkaar zouden lijken omdat ze dezelfde taal spreken. Geert Hofstede, dé autoriteit inzake vergelijkende cultuurstudies, toonde aan dat er weinig buurlanden zijn die qua gedrag en opvattingen meer van elkaar verschillen dan Nederland en België. Hoofdredacteur Peter Vandermeersch kwam trots tonen dat mijn stuk ook verschenen was in De Standaard (de krant waar Vandermeersch van 1999 tot 2006 hoofdredacteur was, nvdr).
Uit uw boek blijkt dat u tegelijk Vlaams bent gebleven en Nederlands bent geworden. Sommige personages heten Menno en Smalle Joop – duidelijk Nederlands. Tegelijk luistert men naar De tijdloze 100 van Studio Brussel.
Sys: Het klonk niet juist om alles te vernederlandsen, en tegelijk zijn er ook Vlaamse woorden en uitdrukkingen die ik niet meer gebruik. Mijn redacteur heeft beslist: ‘We zullen de taal van het boek zo dicht mogelijk bij u houden.’ Het is dus tussentaal geworden. Mijn zinsconstructies zijn meer Nederlands, mijn taalgebruik meer Vlaams. Vlamingen gebruiken meer verkleinwoorden en vooral veel meer werkwoorden na elkaar. Ik heb maanden getwijfeld of mijn personages zouden ‘zoenen’ of ‘kussen’. Ze kussen. En mijn vriendinnen vinden dat ik te vaak ‘piemel’ gebruik.
Als zij het zeggen.
Sys: Ben ik na negen jaar Amsterdam nog altijd een Vlaamse? Ik ben nochtans directer dan veel Nederlanders. Ik ben niet onbeleefd, maar ik zeg waar het op staat. Zo heb ik als freelancer flink onderhandeld over wat ik zou verdienen. Ik had gelezen dat vrouwen nog altijd minder worden betaald dan mannen. Niet met mij.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier