Militaire dienstplicht: zou u willen vechten voor uw land?

In veel welvarende landen hebben legers het moeilijk om nieuwe rekruten te vinden, zelfs in de buurt van conflicthaarden zoals Oekraïne. Overheden grijpen in met rekruteringscampagnes of verplichte militaire dienst, maar dat levert vooralsnog weinig op. ‘Het is de angst die je tot actie aanzet.’

Onderuitgezakt in een modderig Nederlands bos schiet Sabrina van den Goorbergh losse flodders uit een Colt C7-aanvalsgeweer. De derdejaars studente geneeskunde doet mee aan het Dienjaar Defensie, een nieuw programma waarbij jonge Nederlanders zich aanmelden voor een proefjaar bij het leger in plaats van de reguliere legerdienst van vier jaar te doorlopen. Het programma is een succes, met drie aanmeldingen voor elke plek. De Nederlandse regering is van plan het volgend jaar op te schalen van 625 naar 1000 stagiairs.

Toch kan het de rekruteringsproblemen van het land nauwelijks oplossen. Het Nederlandse leger telt 49.000 man, ruim een vijfde minder dan tijdens de Koude Oorlog, en een op de tien posities is vacant. Vorig jaar leverden reguliere rekruteringen slechts 3600 van de verhoopte 5000 nieuwe soldaten op. En dat op een moment dat veel Europese landen, in het licht van de grootste oorlog op het continent sinds 1945, hun strijdkrachten willen uitbreiden in plaats van ze louter te onderhouden. Duitsland hoopt zijn troepensterkte tegen 2030 te verhogen van 182.000 naar 203.000, Frankrijk wil uitbreiden van 240.000 naar 275.000. Polen is van plan om van 197.000 naar 220.000 te gaan tegen het einde van dit jaar, en uiteindelijk naar 300.000.

Het probleem is dat de carrièregerichte, individualistische jongeren van vandaag zich niet graag bij het leger aansluiten. En niet alleen Europa worstelt met rekrutering. Overal ter wereld, ook in of nabij conflicthaarden, rijst de vraag hoe men meer mensen kan overtuigen om een uniform aan te trekken. Sommige landen overwegen een oude oplossing: verplichte militaire dienst voor jongeren (of jonge mannen), vaak schoolverlaters. De terminologie varieert. Dienstplicht betekent meestal dat burgers verplicht worden om dienst te nemen in het leger, terwijl militaire dienstplicht vaak verwijst naar een onderdeel daarvan – jonge mensen verplichten om dienst te nemen in het leger.

‘Laten we werk maken van een intelligente dienstplicht zoals bij de Noren’

Militaire dienst wereldwijd

Aan het begin van de 20e eeuw had ongeveer 80 procent van de landen een vorm van dienstplicht. Halverwege de jaren 2010 was dat nog maar iets minder dan 40 procent. De praktijk bereikte zijn hoogtepunt tijdens de wereldoorlogen, en veel landen bleven er tijdens de Koude Oorlog op vertrouwen. Daarna richtte het Westen zich op hightech campagnes zoals die in Afghanistan en Irak. Grote legers met dienstplichtigen werden vervangen door kleinere legers met militair getrainde vrijwilligers. Sinds 1995 hebben 13 leden van de OESO, een club van meestal rijke landen, de dienstplicht afgeschaft. Op acht landen na hebben alle 32 leden van de NAVO dat ook gedaan. Autoritaire landen zoals Iran, Noord-Korea en Rusland hebben hun troepensterkte dan weer verdubbeld, vaak door druk uit te oefenen op hun burgers.

De discussie over dienstplicht is het urgentst in landen waar oorlog dreigt of al aan de gang is. Neem Oekraïne. Meer dan twee jaar na de Russische invasie zijn duizenden mannen het land ontvlucht om de militaire dienst te ontlopen, anderen houden zich schuil. Op 2 april werd de Oekraïense regering door een tekort aan troepen gedwongen om de minimumleeftijd voor de dienstplicht te verlagen van 27 naar 25 jaar. Rusland heeft honderdduizenden onder dwang gemobiliseerde mannen naar het front gestuurd.

Naarmate landen rijker worden, zijn hun burgers minder geneigd zich op te offeren voor de natie.

In Israël vormen militaire taken een centrale pijler van het burgerschap. Na de aanslagen van 7 oktober haastten ongeveer 300.000 Israëli’s zich om zich bij hun eenheden aan te sluiten. Israël wil de diensttijd van mannelijke dienstplichtigen verlengen tot drie jaar (jonge vrouwen dienen momenteel 24 maanden, jonge mannen 32) en de oproepleeftijd voor reservisten optrekken tot 45 jaar. Tegelijkertijd is de vrijstelling van dienstplicht voor ultraorthodoxe joden het onderwerp van een bittere politieke strijd.

Ondertussen probeert Taiwan zich in Azië voor te bereiden op een mogelijke oorlog met China nu de Chinees-Amerikaanse spanningen aanhouden. Taiwan verlengde de militaire dienst in 2022 van vier maanden tot een jaar. Maar het eiland heeft nog altijd slechts 169.000 actieve soldaten. China heeft er ongeveer 2 miljoen. Zuid-Korea, waar de militaire dienst een kwalijke reputatie heeft, probeert het leger aantrekkelijker te maken. De diensttijd is er ingekort tot 18 maanden, de lonen stijgen en sadistische drilsergeanten zijn wegbezuinigd. De Zuid-Koreaanse regering wil ook meer vrouwen aantrekken. Tot voor kort waren alleen mannen er dienstplichtig, tot ongenoegen van veel Koreaanse mannen in het algemeen en antifeministen in het bijzonder.

https://www.knack.be/nieuws/wereld/dienstplicht-eenvormigheid-en-solidariteit-zijn-een-must/

Afkerig van vechten

Op veel plaatsen hebben recruiters het moeilijk met de veranderende waarden: jongeren zijn afkerig geworden van vechten, zelfs in defensieve oorlogen. Al tientallen jaren stelt de World Values Survey (WVS), een academisch onderzoeksproject, mensen over de hele wereld dezelfde vraag: ‘Zou u bereid zijn om voor uw land te vechten?’ In de recentste ronde van het onderzoek, tussen 2017 en 2022, zei slechts 36 procent van de Nederlandse 16- tot 29-jarigen ja.

Recruiters proberen dat tegen te gaan met een retoriek die focust op patriottisme, zelfontplooiing en gedeelde waarden – de slogan van de Duitse strijdkrachten, de Bundeswehr, is Wir. Dienen. Deutschland. Ze voeren ook campagnes met influencers op TikTok en Instagram, maar die blijken onvoldoende om hun doelstellingen te bereiken.

Dat is niet zo verwonderlijk. Naarmate landen rijker worden, zijn hun burgers minder geneigd om zich op te offeren voor de natie. De Duitse politoloog Herfried Münkler noemde westerse democratieën ‘post-heroïsche’ samenlevingen, waarin de hoogste waarden het behoud van menselijk leven en persoonlijk welzijn zijn. Ook de geschiedenis speelt een rol. De bereidheid om te vechten is laag in de landen die de Tweede Wereldoorlog verloren (Duitsland, Italië en Japan). In Spanje en Portugal hebben decennia van militaire dictatuur veel burgers wantrouwig gemaakt tegenover het leger.

Maar dingen kunnen veranderen als conflicten dichterbij komen. Volgens een binnenkort te verschijnen artikel van Wolfgang Wagner en Alexander Sorg van de Vrije Universiteit Amsterdam en Michal Onderco van de Erasmus Universiteit in Rotterdam, maakt de nabijheid van oorlog burgers meer bereid om te vechten. Het verklaart waarom Europese landen die dicht bij Rusland liggen minder geneigd zijn om de vredesduif te spelen.

Uit onderzoek blijkt dat maar weinig mensen die van plan zijn om op extreemlinkse of extreemrechtse partijen te stemmen, bereid zijn om voor hun land te vechten.

Ook politieke voorkeur zou een rol spelen. ‘Radicaal-rechts staat niet te springen om te vechten’, zegt Wagner, in ieder geval niet in Duitsland en Nederland. Vorig jaar voerden hij en zijn collega’s een onderzoek in die landen. Daaruit bleek dat maar weinig mensen die van plan waren om op extreemlinkse of extreemrechtse partijen te stemmen, bereid waren om voor hun land te vechten. Mensen die op centrumpartijen stemden, zoals de Duitse sociaaldemocraten en christendemocraten, waren daartoe meer bereid.

Krappe arbeidsmarkt

Naast veranderende waarden hebben militaire recruiters ook te maken met een economische hindernis: jongeren zijn felbegeerd bij werkgevers. In de meeste welvarende landen heeft generatie Z de banen maar voor het uitkiezen. De werkloosheid onder 15- tot 24-jarigen in de Europese Unie bedroeg vorig jaar 14,5 procent, tegenover 22,4 procent in 2015. In Duitsland was dat slechts 5,8 procent. Op dergelijk krappe arbeidsmarkten hebben legers het moeilijk om te concurreren met de privésector. Bovendien is aan een bureau zitten leuker dan door de modder kruipen.

Maar in sommige rijke landen blijft de bereidheid van jongeren om te vechten hoog. Volgens de WVS geeft 58 procent van de Franse jongeren aan de wapens te willen opnemen. In Singapore, Taiwan en Zuid-Korea ligt dat percentage nog hoger. In Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden, vier van de rijkste en meest vreedzame landen ter wereld, zegt twee derde of meer van de burgers dat ze bereid zijn om te vechten. (Alle vier die landen liggen dicht bij Rusland.) Ze hebben ook geen moeite om soldaten te vinden: alle vier hebben ze een dienstplicht voor jongeren.

Zweden schafte de dienstplicht voor jongeren af in 2011, maar herintroduceerde de praktijk in 2018, nadat het er niet in was geslaagd de rekruteringsdoelen te halen. Het is een intrigerende casestudy voor anderen. Zweden is net lid geworden van de NAVO en is bezig met een uitbreiding van 69.700 naar 96.300 soldaten. Daarvoor zijn ongeveer 10.000 rekruten per jaar nodig. Alle Zweedse 19-jarigen moeten vragenlijsten invullen. Iets minder dan een derde komt in aanmerking, een tiende wordt uiteindelijk ingelijfd.

In plaats van jongeren afkerig te maken van het leger, lijkt de dienstplicht hen in Zweden juist enthousiaster te maken.

In plaats van jongeren afkerig te maken van het leger, lijkt de dienstplicht hen in Zweden juist enthousiaster te maken. Uit enquêtes aan het einde van hun diensttijd blijkt ‘dat ongeveer 80 procent van de dienstplichtigen andere jongeren aanraden om in militaire dienst te gaan’, zegt Zweeds minister van Defensie Pal Jonson. Ongeveer 30 procent meldt zich opnieuw aan als soldaat of reservist. Want militaire dienst staat ook goed op je cv.

Het dienstplichtmodel in de Noordse landen zorgt ervoor dat hun legers een smeltkroes blijven van verschillende klassen en ontmoedigt politieke polarisatie. (Vrijwilligers in het leger neigen naar rechts. Zo zijn in Duitsland neonazicellen ontdekt in de Bundeswehr.) Ook in het Midden-Oosten zien veel staten de militaire dienstplicht voor jongeren als een sociaal bindmiddel. De Verenigde Arabische Emiraten voerden de dienstplicht in 2014 in, deels om een gevoel van gedeelde identiteit onder de jeugd te creëren. Marokko, Jordanië en Koeweit hebben dat voorbeeld gevolgd.

Vervreemd van de strijdkrachten

Het tekort aan rekruten in veel democratische landen suggereert dat betere rekruteringsstrategieën niet noodzakelijk leiden tot meer militairen. Weinig studenten geneeskunde zijn gedreven genoeg om een infanterieopleiding te volgen. In liberale samenlevingen zijn grote delen van de bevolking de legerdienst gaan zien als het werk van iemand anders. De herinvoering van de dienstplicht voor jongeren zou politiek en praktisch onwerkbaar kunnen zijn om dezelfde reden waarom de rekrutering te wensen overlaat: burgers voelen zich vervreemd van de strijdkrachten.

Het Scandinavische rekruteringsmodel lijkt die kloof te helpen overbruggen. De militaire dienstplicht is er een natuurlijk onderdeel van het sociale leven, waardoor meer schoolverlaters ertoe er een carrière in het leger overwegen. Andere jongeren zullen zich misschien alleen tijdens een crisis aanmelden. ‘Het is de angst die je tot actie aanzet’, zegt Andrej, een voormalig televisieproducent die nu in Oost-Oekraïne vecht. Hij meldde zich aan op de dag na de Russische invasie. De meeste Oekraïners geloofden ook niet dat ze ooit voor hun land zouden moeten vechten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content