‘Minder werkdruk voor verpleegkundigen? Daar kunt ook ú iets aan doen’
De zorgsector dreigt zo langzamerhand onder de hoge werkdruk te bezwijken. ‘Als we daar echt iets aan willen doen, zullen we spaarzamer met zorg moeten omgaan.’
Duizenden werknemers uit de non-profitsector, onder wie veel zorgpersoneel, trokken vandaag door de straten van Brussel. Hun eisen? Meer personeel, minder werkdruk en vooral: een duidelijk engagement van de volgende federale regering. Nu is het natuurlijk niet nieuw dat zorgwerkers massaal manifesteren. In de jaren tachtig al verzonnen journalisten daar de term Witte Woede voor. Destijds ging het vooral over een hoger loon en betere arbeidsvoorwaarden, maar vandaag is het personeelstekort het grootste probleem. Nu duizenden vacatures voor verpleegkundigen, zorgkundigen en verzorgenden amper ingevuld raken, stijgt de werkdruk in de sector tot een ongeziene hoogte.
Al jaren wordt ervoor gewaarschuwd dat er binnenkort niet genoeg personeel meer zal zijn om ons de zorg te bieden die we gewend zijn. Dat is vandaag al merkbaar. In sommige regio’s hebben patiënten de grootste moeite om een thuisverpleegkundige te vinden die langs wil komen om een wonde te verzorgen. Her en der zijn er ziekenhuizen die ingrepen moeten uitstellen of afdelingen moeten sluiten omdat er niet genoeg verpleegkundigen zijn om te assisteren en de patiënten te verzorgen. In sommige woonzorgcentra is er ’s nachts maar één zorgkundige die voor wel veertig bewoners moet instaan.
In interviews en verkiezingsprogramma’s wordt altijd weer dezelfde oplossing naar voren geschoven: meer handen aan het bed. Dat is nogal simplistisch. Wat voor zin heeft het om meer banen te creëren en te financieren als er niet genoeg opgeleide mannen en vrouwen zijn om dat werk te doen? Zelfs als álle lonen in de sector aanzienlijk worden opgetrokken, zouden die vacatures nog niet allemaal worden ingevuld. Uit verschillende onderzoeken blijken het eerder de hoge werkdruk en de onregelmatige uren dan het loon te zijn die potentiële werkkrachten afschrikken.
Bescheiden trendbreuk
Sinds de pandemie zit de zorg in een neerwaartse spiraal. Personeelsleden bezwijken onder de werkdruk, vallen uit en haken op den duur soms definitief af. Gevolg: de collega’s die overblijven, moeten nog harder werken en riskeren zelf ook tegen hun grenzen aan te lopen. Het is veelzeggend dat een vierde van de Vlaamse verpleegkundigen vandaag niet in de zorgsector aan het werk is. Ondertussen trekken leerkrachten en docenten van zorgopleidingen aan de alarmbel omdat stages vaak aan kwaliteit inboeten. In zorginstellingen met veel openstaande vacatures kan het personeel immers niet genoeg tijd uittrekken om stagiairs echt goed te begeleiden. Daardoor krijgen zij vaak een vertekend beeld van de job en zijn ze na hun afstuderen minder geneigd om in de sector aan de slag te gaan.
Er wordt nochtans veel moeite gedaan om meer mensen warm te maken voor een zorgberoep. Alle inspanningen die de Vlaamse zorg- en welzijnsambassadeur, opleiders, werkgevers en andere organisaties leveren om de reputatie van zorgberoepen op te krikken, lijken vruchten af te werpen: meer jongeren en zij-instromers beginnen aan een verpleegkundeopleiding.
Volgens econoom Johan Albrecht zijn er tegen 2040 in het hele land liefst 124.000 extra zorgverleners nodig.
Maar zelfs met die bescheiden trendbreuk zullen er straks nog altijd niet genoeg mensen zijn om voor ons allemaal te zorgen. Volgens econoom Johan Albrecht zijn er tegen 2040 in het hele land liefst 124.000 extra zorgverleners nodig. Dat komt doordat veel verpleegkundigen en zorgkundigen, die tot de grote babyboomgeneratie behoren, op korte termijn met pensioen gaan. Bovendien neemt de zorgvraag toe, want de bevolking vergrijst en steeds meer mensen lijden aan een chronische ziekte.
De sector probeert de gaten ondertussen zoveel mogelijk op te vullen door een beroep te doen op buitenlands personeel of door met uitzendkrachten of projectverpleegkundigen te werken. Daarnaast kan de inzet van technologie en het reduceren van administratieve taken her en der nog wel wat tijd besparen, maar daarmee komen we er natuurlijk nog niet.
Willen we het voorspelde zorginfarct vermijden, dan zal de vraag naar zorg onvermijdelijk moeten worden afgeremd. Dat wil zeggen dat er fors meer middelen in preventie moeten worden geïnvesteerd zodat veel minder mensen chronisch ziek worden, maar ook dat we veel spaarzamer met het zorgsysteem om moeten gaan door er minder een beroep op te doen. En dat zullen we allemaal voelen. Ook u.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier